'Ik dacht interview O daar komt je broer aan', roept de kantine beheerder naar Carlo van Minde als hij fotograaf Armando Ello binnen ziet komen. Tja, klein, bruin, 5-daags baardje, bril... We hebben afgesproken in de pauze van Carlo's drukke trainingsschema in sporthal de Flik-Flak, waar ook Yuri van Gelder en Jef frey Wammes trainen. Wat begon met een beetje trampoline sprin gen, resulteerde in een turncarrière die op ongeveer achtjarige leeftijd begon. Vrij laat voor een turner. Toch ging het snel, want op zijn tiende was Carlo van Minde Nederlands kampioen. Het heen en weer gereis tussen zijn woonplaats Goes en Eindhoven waar hij trainde, werd hem en zijn ouders uiteindelijk teveel. Dus ging Carlo op vijftienjarige leef tijd naar een gastgezin. Een grote verande ring. Carlo: 'Zeeuwen zijn heel anders, stugger. Ik moest nu naar de grote stad tussen al die losse Brabanders. Ik had zeker wel een jaar nodig om te wennen. Het ging in die periode met het turnen ook even wat minder.' Maar eenmaal gewend, had Carlo het erg naar zijn zin bij zijn gastouders. Carlo traint ongeveer vijfentwintig uur per week. Daarnaast volgt hij een mbo-opleiding architectuur. 's Ochtends vroeg traint hij eerst, daarna gaat hij naar school. En als hij klaar is met school, dan begint hij weer met trainen. Het scheelt dat hij niet ver hoeft te reizen tussen school en trainingshal. Zijn specialisatie, meerkamp, bestaat uit zes on derdelen: vloer, voltige, ringen, sprong, brug en rekstok. Carlo blinkt uit in vloer, rekstok en sprong. Carlo: 'Van jongs af aan train je op alle on derdelen. Je kunt bij meerkamp niet zeggen, dit onderdeel vind ik niet leuk, dus dat doe ik niet. Je focust je op de onderdelen waar je goed in bent en zorgt dat je daar nóg beter in wordt. Als je op ten minste drie onderde len uitblinkt, ben je van grote waarde voor het team. Maar vaak is het zo dat turners noodgedwongen, door blessures, bepaalde meerkamponderdelen moeten laten vallen.' Zelf heeft hij gelukkig niet zoveel last van blessures. Wel van kleine kwaaltjes aan zijn pols, schouder en elleboog. 'Dat zijn de zwakke plekken voor turners.' Op 28 juni dit jaar vertrok Carlo met het Ne derlandse team voor een trainingsstage naar Tokio, ter voorbereiding op het WK. Carlo: 'Je hebt na de reis last van een jetlag. Het eten was er anders, het was er superheet en de luchtvochtigheid was hoog. De toestel len die in Tokio staan zijn anders, daar moet je aan wennen. Over het algemeen trainen de meeste landen hetzelfde, maar je ziet wel verschil in de trainingsaanpak: de een richt zich meer op techniek en de ander meer op netheid. Japanners doen alles bijna perfect. Echt bizar om te zien. Als je goed oplet, kun je die manieren op jezelf toepassen om zo beter te worden. Een kromme teen kan je namelijk al een tiende punt kosten.' Carlo heeft een Indische vader en een Neder landse moeder. Was het niet raar om naar Japan te reizen? Carlo: 'Mijn opa was geïnterneerd in een jap penkamp. Dus ik ken de verhalen. Toch was ik er niet zo mee bezig toen ik naar Tokio ging. Mijn focus lag op de trainingsstage. Mijn oom stuurde me voor mijn vertrek nog wel een mailtje: Nu je daar toch bent, kun je nog een paar van die vakantiebonnen vragen die ze je opa beloofd hebben? Ik begreep het niet zo goed. Maar het was grappig bedoeld.' Carlo heeft zijn Indische opa nog bewust meegemaakt. 'Hij kwam altijd met oude boeken en foto's van Indië aan.' Tijdens het vorige WK turnen in Rotterdam, werd Carlo van Minde geselecteerd als reser ve. Dat was voor hem wel een teleurstelling. Maar het lot nam een vreemde wending. Yuri van Gelder kwam voor de tweede keer in opspraak door vermeend cocaïnegebruik en moest de selectie verlaten. Carlo nam zijn plek in. Carlo: 'Het was een dubbel gevoel dat hij uitviel en dat ik daardoor in de selectie mocht. Ik was er blij mee, maar het was een rare situatie, ook voor ons team. Toen het nieuws van Yuri bekend werd, moesten wij ons concentreren op de wedstrijd. Er was een dag gedoe over, maar daarna hebben we het als team opgepakt en zijn we doorgegaan. Je moet je focussen op de wedstrijd en er niet in blijven hangen, anders kun je sowieso niet goed presteren.' Een wedstrijd bereidt Carlo voor door hard te trainen. Carlo: 'Een week voor de wedstrijd train ik een beetje minder om voor de wedstrijd zelf meer energie over te houden. Verder probeer ik goed te slapen en te eten. Ik volg geen dieet, maar ik zorg dat ik genoeg eiwitten krijg voor mijn herstel en genoeg koolhydra ten voor energie. Verder hoef ik niet zo op mijn gewicht te letten. Ik ben daar niet zo mee bezig.' Rituelen heeft Carlo niet. Wel zorgt hij dat hij altijd hetzelfde soort drinken bij zich heeft, om te voorkomen dat hij last van zijn buik krijgt. Carlo zit nu in de opbouwende fase naar het WK in Tokio, dat van 7 tot en met 16 oktober plaatsvindt. Het gaat goed met het Nederlandse team. Twaalf plaatsen zijn er te vergeven voor de Olympisch Spelen in Londen van 2012. De beste acht landen van het WK in Tokio gaan automatisch door naar de Olympische Spelen. Daarna is er nog het Olympic Test Event in London waarbij nog vier teams gekozen worden die door gaan. Carlo: 'Ons doel is om in Tokio bij de beste zestien landen te eindigen, en dan zo dicht mogelijk bij de eerste twaalf. China, Rusland, Japan en Amerika zitten hoe dan ook bij de beste acht landen. Zij zijn gewoon sterker. Zulke grote landen, met zoveel inwoners, hebben veel meer keus voor een goede selectie. Als we het Olympic Test Event halen, dan schat ik onze kans op vijftig procent dat we naar de Olympische Spelen gaan. Het zou mooi zijn. Het is al te lang geleden dat Nederland echt als team naar de Olympische Spelen ging.' Carlo's pauze is afgelopen. Hij moet weer aan de bak. Imponerende toestellen staan op de 1.67 meter lange turner te wachten. Of ons kleine land is opgewassen tegen reuzen als China, Rusland en Amerika, zullen we zien als Carlo en het Nederlandse team ons deze maand vertegenwoordigen in Japan. oktober 2011 17 Moesson #4 oktober 2011.indd 17 23-09-11 12:30

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 17