'Rudi Sibbald is mijn vader. Hij heeft alle fases van de ziekte van Alzheimer doorlopen. We zijn verdwaald geweest. We hebben elkaar weer gevonden: veel intenser dan voorheen' De sergeant het jaar 1999 mijn moeder voor hem geen zin meer had. Hele dagen bracht hij aan haar graf door. Zo kon hij voor zijn gevoel nog dicht bij haar zijn. Hij verzorgde het graf net zo intens en met net zo veel liefde als hij haar heeft verzorgd. Toch moet hij al in het jaar dat mijn moeder ziek werd de eerste verschijnselen van Alzheimer hebben gehad. Hij heeft alle stadia doorlopen. Aanvankelijk wist hij zijn vergeetachtigheid goed verborgen te houden, maar op een gegeven moment ging het niet meer en moest hij toch naar een verpleeghuis. Daar ging het al snel achteruit. Zag ik hem ineens hand in hand met een andere vrouw die ook dement was lopen en wist hij de naam van mijn moeder niet meer. Vreselijk vond ik dat, want zo was hij nooit geweest, hij had mijn moeder altijd op handen gedragen. Weer later liep hij hand in hand met mij, wilde hij met mij trouwen. Hij besefte niet meer dat ik zijn dochter was. Maar gedurende zijn ziekte, is mijn gevoel naar mijn vader toe compleet veranderd. Zijn Alzheimer maakte dat hij eigenlijk heel toegankelijk voor mij werd. Zeker de laatste drie jaar van zijn leven. Hij had geen boze buien meer, maar was een soort tevreden "vaderkind" geworden, voor wie ik gewoon kon zorgen. Het klinkt heel gek, maar juist doordat hij Alzheimer kreeg, heb ik afscheid kunnen nemen van een vader die me heel dierbaar is. Zou hij jaren eerder gestorven zijn, dan weet ik het nog zo net niet. Ik zat toen nog met zoveel boosheid naar hem en naar het leven toe.' Op een zeker moment besloot je om elke dag tussen de middag met je vader te gaan eten. 'Ik heb een eigen dienstverlening als uitvaartondernemer. Ik kom met heel veel verschillende mensen in aanraking op een moeilijk moment in hun leven. Ik dacht bij mezelf: als ik voor andere mensen iets wil be tekenen en ze wil helpen, dan kan ik het toch niet maken om mijn eigen vader aan zijn lot over te laten? Ik vond dat ik eerst voor mijn vader moest zorgen, dan pas voor anderen. Mijn vaders Alzheimer was inmiddels in zo'n stadium dat het lastig was om de afdeling nog af te gaan. Dus ik bedacht om elke mid dag in mijn pauze naar hem toe te gaan om hem te helpen met eten. Hij kreeg gepureerd voedsel en moest geholpen worden. Ook omdat ik zag hoe druk de verzorging was, en dat hij altijd als laatste aan de beurt was en dan een koude prak kreeg. Ik probeerde om elke dag te gaan, soms lukte dat niet en ging ik hem 's avonds zijn pap geven, maar met tertijd werd het een gewoonte, een rustpunt in mijn dag. Dan zag ik hem en wist ik hoe hij er die dag bijzat, hoe het met hem ging. Al gauw hadden we ons eigen plekje op de gang, waar we elke middag samen zaten - ik op een houten bankje, hij tegenover mij in zijn rolstoel. We praatten niet altijd. Als ik moe was van het werk, hielp ik hem alleen maar zwijgend. Maar we waren bij elkaar, en ik geloof ook echt dat hij geweten heeft dat ik er was. Vaak kwamen andere bewoners er even bij zitten. Op donderdag en vrijdag kwam ook mijn zus. Dan zaten we samen terwijl mijn vader at en praatten we bij. Ook dat werd een ritueel, een rustpunt.' Je schreef over die periode het boek Samen verdwaald. Kun je daar wat meer over vertellen? 'Mijn vader was verdwaald in zijn eigen leven. En zelf was ik als dochter mijn vader kwijt. Op een bepaald moment besefte ik: wil ik mijn vader nog kunnen bereiken, dan moet ik met hem mee zijn wereld in. In elk geval op de momenten dat ik bij hem ben. Er zijn momenten geweest dat ik huilend die afdeling af kwam en dacht: ik kom hier Voor mijn vader Erna Sibbald oktober 2011 43 Je gaf me het leven nu ben ik jouw leven je gaf me een hand nu neem ik jou bij de hand je zorgde er voor dat ik niet kon verdwalen nu zorg ik dat jij niet kunt verdwalen je gaf me te eten nu help ik jou bij het eten je strikte mijn veters nu strik ik jouw veters je hielp me om niet te vergeten nu help ik jou bij alles wat je bent vergeten je had moeite om je gevoelens te verwoorden ik ook nu ben je er beter in geworden ik niet ik kan dus nog steeds veel van je leren jij bent mijn vader ik jouw kind Moesson #4 oktober 2011.indd 43 23-09-11 12:32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 43