Column Wie is verantwoordelijk voor de bersiap? In september veroordeelde het Internationale Strafhof de Nederland se staat tot het betalen van schadevergoeding aan nabestaanden en slachtoffers van Rawagede, een dorp op West-Java waar Nederlandse militairen tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd oorlogs misdrijven hebben gepleegd. Het vonnis zette sommige Indische mensen aan het denken: zou het na al die jaren ook voor hen nog mogelijk zijn om schadevergoeding te eisen voor misdrijven tegen hen tijdens de bersiap-tijd? In de meeste Indonesische geschiedenisboeken staat de periode tussen 1945 en 1946 beschreven als de tijd van het machtsvacuüm, die vooral slachtoffers aan revolutionaire kant eiste, vanwege de interventie van de Geallieerden. Dat er veel Indische mensen, burgers, werden afgeslacht door zogenoemde revolutionairen blijft onbespro ken. Het conflict tussen de pemuda, de jongeren, en politieke leiders als Soekarno en Hatta staat wel beschreven. Soekarno en Hatta worden afgeschilderd als verantwoordelijk voor de te trage onaf hankelijkheidsverklaring, terwijl de pemuda als moedig en onbezon nen worden geroemd. Er staat nauwelijks vermeld dat veel van de pemuda-groepen bestonden uit bendes van gangsters, bandieten en moordenaars. Veel Indo's werden het doelwit van geweld. Maar hier over werd decennialang amper gesproken. De geschreven getuigenis sen bleven lang hangen in de marge van Indische bladen als Moesson. Een voorbeeld: in De Haagsche Post van 4 december 1954, verscheen een getuigenverslag van de heer Gerbrandy, een overlevende van de bersiap. Op 24 november 1945 noteerde hij dat Sutomo (Bung Tomo) in Soerabaja pemuda's opriep Nederlandse, Indische en Ambonese ongewapende burgers te vermoorden. Veel Soerabajanen zullen zich deze periode herinneren. Er is echter geen enkele opname bewaard gebleven waarin de revolutionair Sutomo oproept tot het plegen van misdaden tegen burgers. Er is maar één opname bewaard gebleven, die van zijn beroemde toespraak van 10 november 1945, en die is welbekend in de Indonesische geschiedenis. De casus bersiap ligt heel ingewikkeld. De pemuda's waren een irreguliere troep en maakten geen deel uit van het Indonesische leger. Het is daarom onwaarschijnlijk dat de Indonesische regering aansprakelijk gesteld kan worden voor geweld tijdens de bersiap, ook omdat het merendeel van de misdrijven in het halfduister is geble ven. Diezelfde traditie is te bespeuren rond de moordpartijen in 1965 en van mei 1998. Calvin Michel schreef ook een artikel over de bersiap op de opiniepagina van Jakarta Post van 22 oktober 2011 in mm (Makassar, 1986) woont in Jakarta en kwam er onlangs achter dat zijn familie Indisch is. Maar wat bete kent dat nog vandaag de dag in Indonesië? U kunt Calvin Michel mailen: calvinmichel@gmail.com december 2011 17 Moesson #6 december 2011.indd 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 17