Thé Tjong-Khing: lifestyle Het is 1956. De 23-jarige Thé Tjong-Khing verlaat huis en haard in Bandung om aan de andere kant van de wereld een carrière als illustrator na te jagen, in Amsterdam. Ik stel me Thé voor als dappere jongeling met een rotsvast vertrouwen in eigen kunnen, maar volgens Thé zelf werd hij vooral geplaagd door grote onzekerheid. 'Ik was nergens goed in. Ik kon alleen maar tekenen.' Alles wat Thé kende aan boeken met plaatjes kwam uit Nederland. 'In mijn beleving was Nederland het Walhalla!' Hij moest wel weg. 'Het lijkt me zo heerlijk om heel hard te zingen' Door Tamar Stelling Foto Elsbeth Tijssen Illustraties uit Thé Tjong-King Van strip tot sprookje In retrospect legde de vier weken durende overtocht Thé geen windeieren. Vele teken genres, tekenstijlen en minstens 300 kinder boeken verder, puilt zijn trofeeënkast uit van de Gouden Penselen en sleept hij nog altijd de ene na de andere tekenopdracht binnen. Thé is nu 78. Sinds september huisvest het Kinderboekenmuseum in Den Haag de groot ste tentoonstelling van zijn werk tot nu toe. En als klap op de vuurpijl kwam dit jaar het standaardwerk over Thés opmars tot 's lands meest geliefde kinderboekenillustrator uit: Thé Tjong-Khing: van strip tot sprookje. Hoe kwam u eigenlijk 'van wieg tot strip'? 'Het is de bioscoop geweest die mijn teken- drang triggerde. En dan met name de film Destry Rides Again, met Marlene Dietrich, die ik zag toen ik... acht of negen was? Dat maakte een enorme indruk. Vrouwen rolden vechtend over de grond, ongekend. Ik tekende eindeloos vaak scènes uit dit soort Holly wood-films na. Mijn vader bezat rond die tijd een bioscoop in Cirebon, dus ik heb er veel kunnen zien. De eerste tekeningen van mijn hand zijn naturalistische strips, opeenvolgin gen van film stills in Oost-Indische inkt.' Koud in Holland had u al vrij snel een opdrachtgever aan de haak, Tim Maran. Beginnersgeluk? 'Wij ontmoetten elkaar op een feestje, hij vroeg waar ik vandaan kwam en wat ik hier deed. "Oh, ben je illustrator? Dan mag jij vanaf nu al mijn boeken illustreren!" Bizar, hè? Toen dacht ik: ja dat zal wel. Een week later belde zijn uitgever mij op: "Tim zegt dat jij al zijn boeken moet illustreren." Ze stuur den me prompt bergen manuscripten op. Ik sprong in het diepe! Tim gaf mij een enorme kans. Je kunt een uitgeverij niet binnenwan delen met de vraag: heb je werk voor me? Dat krijg je niet zomaar. Daarbij kon ik nog niet zoveel, ik kwam rechtstreeks uit Indone sië. Aldoende leerde ik het vak, met die boe ken van Tim Maran. Hij was mijn tegenpool, heel impulsief en voortvarend, zag nooit be ren op de weg. Hij heeft nog gevochten naast Westerling, hij adoreerde Westerling. En hij maakte allemaal illegale nachttochten naar Singapore. Hij schreef jongensverhalen en hij leefde ook dat soort verhalen. Het was een uiterst aardige, avontuurlijke kerel. Van zo iemand is het te verwachten dat hij iemand ontmoet op een feest en zonder één streep januari 2012 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2012 | | pagina 14