Tijdlijn 'Marten vertelde mij wat ik allemaal kon. Dat had ik wel nodig. Ik had een soort blok kade. Tekenen, ja, ik teken wel, maar het is niks. Zo. Dat idee had ik altijd' lifestyle van die man gezien te hebben te zeggen: je mag alles illustreren! Ja, zo iemand was dat.' Wat voor leermeester was Marten Toonder? 'Ik ben vooral schatplichtig aan Hollywood. Er was geen meester die mij vertelde hoe en wat. Toonder leerde het mij niet hoor, die heeft mij alleen heel bewust gemaakt van wat ik al deed. Dat is wel het belangrijkste moment voor mijn carrière geweest.' Hoe ging dat dan? 'Marten kwam elke dinsdag en vrijdag naar de studio. Dan bekeek hij wat zijn mensen hadden gemaakt. Als hij wat te zeggen had riep hij een van die tekenaars naar boven, naar zijn kantoortje. Zo was ook mijn eerste ontmoeting met Marten, op het kantoortje, niet bij de sollicitatie ofzo. Ik zat er toen een maand denk ik. "Het is wel goed wat jij doet hoor", zegtie. "Kijk maar wat jij hier gedaan hebt." Ik deed gewoon wat ik leuk vond, ik wilde een spannend verhaal maken, klaar. Maar hij zag allerlei techniek en opbouw in mijn werk. Ik had geen idee! Voor het eerst hoorde ik dat ik goed was! Marten vertelde mij wat ik allemaal kon. Dat had ik wel nodig. Ik had een soort blokkade. Tekenen, ja, ik teken wel, maar het is niks. Zo. Dat idee had ik altijd.' Tussen de strips en de sprookjes zaten een heleboel kinderboeken. Eentje was de eerste: Total Loss, weetjewei van Miep Diekman. U kreeg deze totaal nieuw-soor- tige opdracht en was meteen enthousiast? 'Nee, niet echt. Ik wist niet precies hoe ik daarvoor moest tekenen. Ik wist wel dat het geen striptekening kon zijn, maar dat heb ik toch gedaan. Nu vind ik het vreselijk om te zien, maar zij vond het wel mooi.' Hoe verliep die eerste samenwerking? 'De uitgever belde me op, zij niet. Ik heb haar later pas ontmoet, vlak voordat ik begon met tekenen. Dat was alles.' Jullie werkten langs elkaar heen? Ik dacht juist dat er op een gegeven moment een haast symbiotische relatie tussen u en een schrijver ontstond. 'Ja, helemaal langs elkaar heen. Ik ontmoet schrijvers doorgaans niet. Veel collega illustratoren doen dat wel hoor, die vinden dat juist fijn.' Bijzonder, want de schrijvers in kwestie zijn vaak zo blij met uw verbeelding van hun verhalen! 'Thé begrijpt het zo goed.' 'Ja dat vind ik zo vreemd! Als jij een boek schrijft, heb jij toch van alles in je hoofd? Hoe het eruit ziet allemaal? En als ik met een tekening aankom... die kan niet anders dan niet kloppen, toch? Tot mijn verbazing zeg gen veel schrijvers dat ze geen beeld hebben van bijvoorbeeld de hoofdpersoon.' Schrijvers zijn niet visueel ingesteld. 'Nee, ze weten precies hoe karakters in elkaar zitten, niet hoe ze eruit zien. Els Pelgrom is een uitzondering. Die begint zelfs met een foto, of met een stadsdeel. Daar weeft ze een verhaal omheen. Zij weet precies hoe alles visueel in elkaar steekt! Dus zij schrikt vaak als ze voor de eerste keer mijn versie, mijn tekeningen ziet.' Sturen uitgevers of schrijvers u wel eens van het kastje naar de muur? Dat ze toch liever een Eiffeltoren in beeld hebben, of iets meer paars... 'Nee, nooit. Ja, één keer. Een schrijver wilde mij per se spreken, ondanks dat ik alleen een boekomslag moest illustreren. Afijn, ik naar hem toe. Hij wilde niks minder dan zijn hele levensverhaal op de kaft! Ik vroeg: wilt u een strip, of wilt u een collage of wat wilt u dan? "Nee nee nee, een tekening die mijn hele leven vat." Toen dacht ik: het is erg gevaarlijk om met schrijvers te spreken.' 28 Moesson In 2007 illustreerde u voor het eerst bij eigen werk: De Sprookjesverteller. Van waar deze gooi naar het schrijverschap? 'Dat is dankzij mijn kleinzoon Tobias, voor hem maakte ik dit sprookjesboek. Ik las hem vaak sprookjes voor en dan verveelde hij zich. De meeste sprookjes zijn te wijdlopig, te langdradig. Dus op een gegeven moment veranderde ik bepaalde zinnen, of ik liet alinea's weg. Dat vond hij veel beter en ik veel leuker om voor te lezen! Ik ben mijn sprookjesvarianten op gaan schrijven, want Tobias wilde de volgende keer dat ik het weer precies zo vertelde. Heel toevallig had uitgever Gottmer op dat moment het idee om een boek met klassieke sprookjes uit te geven. Of ik dat leuk vond om te illustreren? Ja natuurlijk, dat zoek ik al jaren! "En wie zullen we daarvoor vragen?" Nou, ik had nog wel een paar verhaaltjes liggen. En zo is het gegaan. Maar ik ben geen schrijver hoor, ik kan geen verhaal verzinnen, dat lukt me niet. Ik heb wel ideeën, maar ik kan er geen verhaal van maken. Heel vervelend. Ik zie een film in mijn hoofd, maar als losse, onsamen hangende scènes. Om die aan elkaar te plakken, daar moet je een ander talent voor hebben, denk ik.' Is De Sprookjesverteller hierdoor een beetje uw lievelingsboek? 'Zeker. Samen met het kinderboek Helden - over Griekse mythen - dat ik samen met Els Pelgrom maakte. Beide werken tonen mijn beste illustraties tot op heden, als je het mij vraagt.' Wat lezen we niet in Thé Tjong-Khing: van strip tot sprookje wat u wel graag nog deelt met de liefhebber? 'Niets! Ik heb zelfs aardig wat stukjes eruit gehaald. Persoonlijke dingen vind ik helemaal niet leuk. Toen ik 't boek voor het eerst in handen kreeg tijdens de opening van de tentoonstelling in het Kinderboeken museum, kreeg ik de aanvechting om het te verstoppen ergens. Ik had het gevoel dat ik in mijn blootje stond, op dat podium daar. Het gevoel: oh God, nu weet iedereen er alles van.' Wat is het probleem dan? Veel mensen schrikken in eerste instantie als ze over zichzelf lezen, maar denken uiteindelijk: ach. 'Als ik een biografie van iemand anders lees waar vreselijke dingen in staan, dan neem ik die voor kennisgeving aan en verder niet. Maar als er in mijn boek iets staat over mij, dan is dat voor mij heel erg heftig. Voor anderen niet, dat weet ik wel, maar ik vind het toch vervelend dat iedereen dat weet. Ik deed bijvoorbeeld een hele tijd geleden mee aan een filmquiz van de KRO Voor een briefkaart op de eerste rang. Ik won acht keer achter elkaar. Ik was acht maanden lang op tv. Als ik m'n hoofd buiten de deur stak riep iedereen: hé, daar is die meneer van die quiz. Dat is heel vervelend. Het idee dat je bekeken wordt. Daarom heb ik grote be wondering voor leraren. Zij worden de hele dag begluurd en beoordeeld. Ik zou daar niet tegen kunnen.' Maar u was drie jaar lang leraar aan de Rietveld Academie in Amsterdam? 'Ja dat was niet leuk. Ook omdat je werk moet beoordelen van anderen. Vaak denk ik: iedereen mag doen wattie wil, waarom moet ik daar nou weer wat van zeggen? En dan zit ik met mijn eigen smaak, ik vind bepaalde dingen gewoon niet mooi. Ik krijg tekenin gen onder ogen waar heel hard op gewerkt is met liefde, maar waar ik gewoon niks aan vind. Dat is heel moeilijk, wat moet ik dan? Daar ben ik nooit uit gekomen.' Geboorte van Thé op 4 augustus in Purworejo De film Destry Rides Again komt uit Thé volgt de Seni Rupa-kunstacademie in Bandung Thé vertrekt naar Nederland Ontmoeting Tim Maran Ontmoeting Marten Toonder Eerste kinderboekenillustratieopdracht: Total Loss, weetjewel door Miep Diekmann Thé zet een punt achter zijn carrière als striptekenaar Tot 1984 geeft Thé les aan de Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam 'Literair' kinderboek Kleine Sofie en Lange Wapper door Els Pelgrom komt uit De Vos en Haas boeken blijken Thé's grootste commerciële succes Thé schrijft en illustreert De Sprookjesverteller voor kleinzoon Tobias Thé ontvangt Max Velthuijs-prijs voor gehele oeuvre januari 2012 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2012 | | pagina 15