Van Dolder was een zeer succesvol en alom gerespecteerd zakenman geworden T® <V Twee jaar later maakte Van Dolder opnieuw een verre reis. Dit keer naar Louisiana, waar zijn halfzus Berthe, na de dood van haar man, zelfstandig een kostschool voor jongedames leidde. In Louisiana kon hij op verschillende suikerplantages zijn succesvolle toestel de monstreren en zo verwierf De Atlas ook het monopolie voor de Verenigde Staten. Daar in Louisiana ontmoette Van Dolder - inmiddels van tafel en bed gescheiden van zijn eerste vrouw - Helena Goodwill, dochter van een vrijgelaten slavin. De 21-jarige Helena Good will was 14 jaar jonger dan Van Dolder en zou de vrouw van zijn leven worden. Na een tussenstop in Nederland werd Van Dolder door De Atlas naar Indië gestuurd om de cóne de Limbecq daar aan de man te bren gen. Op suikerfabriek Waroe bij Soerabaja verliep de eerste test uitstekend en dat werd groot bericht in de Indische kranten. In 1854 bracht Van Dolder de vertegenwoordiging onder bij het kantoor in Batavia van de Oost- Indische Maatschappij van Administratie en Lijfrente. Het zal geen toeval zijn dat Van Dolder een jaar later administrateur van het zelfde bedrijf werd, de hoogste bestuurder in Indië. De uitgekookte Van Dolder gebruikte de suikercentrifuge blijkbaar vooral om binnen te komen bij de Maatschappij, want weer een jaar later stopte de Maatschappij met de vertegenwoordiging van De Atlas. Wat was de Oost-Indische Maatschappij van Administratie en Lijfrente voor een bedrijf? De Maatschappij was in 1842 in Amsterdam opgericht door een kleine honderd zaken mensen, renteniers en particulieren om in Indië als een beheerkantoor voor cultuur ondernemingen dienst te doen: als een soort bank die handelde in geldwissels (toen de enige manier om geld naar Holland over te maken) en als een verzekeringsmaatschappij die lijfrentes verkocht. De combinatie van bank en verzekeringsbedrijf doet modern aan, maar er was geen sprake van toezicht of van bankgaranties zoals tegenwoordig. Bij de start werd het aandelenkapitaal van drie miljoen gulden (nu dertig miljoen euro) bij lange na niet volgestort en de uitgifte van twee obligatieleningen van miljoenen gul dens was nodig om het tekort aan eigen ver mogen aan te vullen. Dit zadelde het bedrijf direct met een flinke schuld op. De Maat schappij belegde in alles wat geld opleverde: koffie, tabak, suiker...maar ook in huizen en grond. Het bedrijf pachtte en beheerde ondernemingen, en trad op als agent van verzekeringen voor zeetransport en brand schade. Die verzekeringsbedrijven werden geleid door directeuren van de Maatschap pij, een lucratieve vorm van koppelverkoop. Veel kleine spaarders belegden hun geld in obligaties of kochten lijfrenten, omdat men vertrouwen stelde in de goede reputatie. Er werd niet getwijfeld aan de kredietwaardig heid en het kapitaal van de Maatschappij. Toen Berthe Hoola van Nooten in Galveston, Texas, in financiële problemen was geraakt (ze moest voor de rechter verschijnen we gens onbetaalde rekeningen), raadde Van Dolder zijn halfzus aan om zich eveneens in Batavia te vestigen en daar een school voor jongedames te beginnen. Haar overkomst was bovendien gunstig voor zijn netwerk. Berthe was een begaafde tekenares van tropische planten en protegée van konin gin Sophie, de eerste vrouw van Willem III. Berthe arriveerde in 1856 in Tandjong Priok met in haar gezelschap Helena Goodwill. De deuren in de Bataviase high society gingen nu nog verder open en Van Dolder werd zonder problemen lid van verschillende clubs en genootschappen. Netwerken was ook in de negentiende eeuw noodzakelijk. Berthe zelf had overigens eveneens niet te klagen; ze kreeg een subsidie van 18.000 gulden per jaar om haar school op te richten. Een Indische krant reageerde in de welbekende tropenstijl: Wij mogen gaarne weten, of die subsidie aan hare inrigting of aan haar persoon is toegekend; in 't eerste geval zouden wij graag willen vernemen, wat voortreffelijks hare inrigting boven andere heeft; in het tweede geval zouden wij gaarne gewaar worden, hoe men 't eigenlijk moet aanleggen, om jaarlijks een som van 18.000 magtig te worden. In 1858 ging Van Dolder in Tegal wonen om, naast zijn andere werk, suikerfabriek Band- jardawa te leiden. Helena Goodwill ging met hem mee en niet alleen om het huishouden 22 Moesson Moesson #8 februari 2012.indd 22 26-01-12 15:00

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2012 | | pagina 22