interview Amsterdam waar hij nog altijd optreedt, viel hij vrijwel direct op door zijn brutaliteit en zijn ogenschijnlijk plotselinge uitvallen waarmee hij andere comedians een hak probeerde te zetten. Op zulke momenten verscheen er een blik in zijn ogen, die hem veranderde van een 'soort dikke Wibi Soerjadi' in een 'kleine destructieve pinda' - de kwalifica ties zijn van hemzelf - alsof hij ineens mata gelap was geworden. Moesson is dus voorbereid als Daniël Arends drie minuten te laat de afgesproken locatie binnenstapt, zich daarvoor omstandig veront schuldigt, aan de serveerster vraagt waarom ze zo boos kijkt en vervolgens van de fotografe alles wil weten over het herstel van haar lichaam, wanneer hij heeft gehoord dat ze twee kleine kinderen heeft. Zijn vriendin verwacht in april ook een kindje. In Joko 79 vertelde hij al dat hij een extreem korte concentratieboog heeft - 'het is meer een concentratiepunt' - en dat hij gauw zijn interesse verliest. Dus als hij weer zit en de rust enigszins is terugge keerd, zegt hij: 'Je moet me tot orde roepen, ik ben snel afgeleid. Wat is je vraag?' 'Waarom ik daar op het podium ben gaan staan? De reden daarvoor verandert naarmate je je ontwikkelt. Stand-up comedy werkt op de lach. Dat is de snelste weg naar bevestiging. Daar begint het natuur lijk allemaal mee. Dat geldt voor iedereen die verlegen is. Het begint met leuk en aardig gevonden willen worden. Natuurlijk. Maar op het moment dat je klaar bent met compenseren wat dan? Als jij de vrouw die je altijd hebt gewild, veroverd hebt, dan begint het werk toch pas? Dan kun je niet meer vragen: waarom ben je bij die vrouw waarmee je nu al twaalf jaar bent? Wat is er nou zo leuk aan haar? Het ant woord daarop is te ingewikkeld. Ik weet nog wel wat ik zo gaaf vond toen ik op haar afstapte, maar we zitten nu toch in een totaal andere situatie. Dat is bij comedy ook zo. De situatie is compleet veranderd.' De laatste voorstellingen van zijn derde programma Blessuretijd heeft hij net achter de rug. De Kleine Komedie, waar ook tv-opnamen werden gemaakt (het programma werd 23 maart jl. uitgezonden) was driemaal uitverkocht. Zingen, zoals hij nog in de vorige twee programma's deed, laat hij ditmaal achterwege. Hij komt op en terwijl hij een paar potjes pool tegen zichzelf speelt, praat hij tegen zijn publiek. Als een stand-up comedian die laat zien dat de wereld echt niet zo leuk is, maar hoe grappig dat kan zijn. Zo rekent hij af met het milieu waar hij als kind opgroeide. Bij de kakkers, in het Gooi. 'Als je ergens opgroeit heb je nooit in de gaten wat er werkelijk aan de hand is, al heb ik me altijd wel een beetje onprettig gevoeld in de hockeyteams waarin ik speelde en als ik daar op de tennisbaan stond. Het was ook prima hoor. Het is een prachtig gebied om in op te groeien en mijn ouders zijn heel oké, maar de manier waarop mensen daar de verkeerde dingen belangrijk vinden, dat is echt triest. Het is een en al minderwaardigheidscomplex. Net iets te blij zijn met je rijkdom, omdat je eigenlijk helemaal niet zo rijk bent. En die rijkdom dan gaan etaleren. Het is het soort mensen dat als groep meer durft dan als individu. Dat moet je altijd wantrouwen. Als ik met een groep ben, ben ik daar altijd scherp op: Zeg en doe ik nu wel dingen die ik in mijn eentje ook zou doen? Ik wil heus wel dat mensen mij leuk en aardig vinden, maar dan wel op mijn voorwaarden. Anders heb je er helemaal niks aan. Het ergste wat je kan overkomen is dat mensen je mogen om iets wat je niet bent. Dat lijkt me heel ingewikkeld. Er zijn heel veel cabaretiers die wel succes hebben, maar die dat succes hebben opgebouwd door middel van pleasen. Die kijken alleen als een soort zakenman naar wat mensen leuk vinden en spelen daarop in. Dat snap ik niet. Dan ben je zo hard op zoek naar respect van de bui tenwereld, en dan krijg je het en dan weet je nog niet wat je daarmee moet doen. Mensen die naar mij komen kijken hebben geen idee wat ze van me willen. Dat bepalen ze ook niet, dat bepaal ik. Ik bepaal wat goed is voor mijn publiek.' Hij vindt het daarom ook vreselijk als mensen hem alleen maar als 'die Indonesische cabaretier' zouden zien en de zaal elke avond vol zou zitten met Indonesiërs. 'Dan zou ik me niet serieus genomen voelen. Ik spreek mensen aan. Ik zie weleens singer-songwriters op wie alleen vrouwen afkomen. Bij een zanger als John Mayer staan er alleen maar vrouwen vooraan. Dan ga je jezelf toch serieus afvragen: Wat ben ik aan het maken? Ik had net zo goed een pedicuresalon kun nen beginnen. Ik heb thuis een hele stapel dvd's met documentaires over Indonesië. Die kijk ik best wel vaak, omdat ik graag de Indonesi sche taal hoor, omdat ik graag Indonesische mensen zie, ik zie Jakarta graag, maar uiteindelijk zit er geen enkele documentaire bij die ik goed vind. Nou, ik wil niet dat de mensen zo naar mij kijken.' Heeft hij er dan geen moeite mee dat hij nu wordt geïnterviewd voor Moesson, waarin afkomst wel altijd ter zake doet? 'Nee. Sterker nog. Ik weet waarvoor het is. Ik heb ja gezegd. Dan neem ik me voor dat ik vandaag een interview heb met Moesson. Als jij het alleen maar al- 14 Moesson Moesson #10 april 2012.indd 14 29-03-12 14:51

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2012 | | pagina 14