'Soto, nasi goreng en spekkoek, dat laatste is mijn specialiteit. Het duurt eeuwen om spekkoek te maken, maar ik vind het heerlijk' O interview in Nederland', verduidelijkt ze. 'In Amerika is het vrouwenvoetbal ontzettend populair. De concurrentie is groter en het niveau ligt ook hoger', legt Danielle uit. In een kleiner land zijn er minder concurren ten dus haar vader bedacht dat de keepster in Nederland misschien wel kans had om op topniveau te komen. 'Mijn coach in Amerika vond dat een goed plan en heeft toen zijn Nederlandse contacten aangeschreven. FC Twente wilde mij vervolgens dolgraag heb ben.' De keepster is zich terdege bewust van haar bevoorrechte positie. 'Ik kan soms niet geloven wat ik allemaal meemaak. Ik voetbal hier in een stadion met 5.000 juichende toeschouwers, we hebben een vaste kern met fans die ons overal volgen. In mijn eerste week bij FC Twente, speelden we een wed strijd in Moskou. Kun je dat geloven? Mijn huisvesting wordt geregeld, ik krijg kleding van de sponsoren. En ik krijg daarbovenop nog een maandsalaris. Ik krijg gewoon betaald voor mijn hobby. Ik leef hier echt in een droom', verzucht ze en wijst naar buiten. 'Daar staat mijn auto. Gloednieuw, ook van de club gekregen.' 'Twaalf weken uit de running' In een hoekje naast de bank ligt een hoopje voetbalspullen; een FC Twentesjaal, een teamfoto, een paar afgetrapte kicksen en gloednieuwe keeperhandschoenen. Voor de fotoshoot trekt Danielle de handschoenen een beetje onwennig aan. Vanwege een gecompliceerde blessure aan haar enkelbanden staat ze op het moment niet in het doel. 'Het gebeurde heel stom tijdens een training. Normaal gesproken duurt het revalideren maar zes weken, maar mijn geval is zo ingewikkeld dat ik wel twaalf weken uit de running ben.' En daar baalt ze behoorlijk van. 'Zo kan ik niet met de reguliere training meedoen en moet ik in plaats daarvan aquajoggen.' Ze gruwelt bij de gedachte. Maar er is ook goed nieuws. Van de zomer mag Danielle thuis herstellen. En met thuis wordt Californië bedoeld, bij haar ouders, broer en zus. 'Spekkoek is mijn specialiteit' Wanneer Danielle over haar familie vertelt, verschijnt er een lichte twinkeling in haar ogen. Ze is een echt familiedier en valt hier met haar neus in de boter. Een groot deel van de Indische familie van haar vaderskant woont namelijk in Enkhuizen en Amsterdam. Danielle geniet dan ook met volle teugen van haar familie op steenworp afstand. Ieder weekend rijdt ze van Hengelo naar Noord Holland om haar vrije dagen met haar ooms en tante, neefjes en nichtjes te spenderen. Ze laat een familiefoto op haar telefoon zien. 'We hebben het zo gezellig. We lachen veel en koken vaak samen, ik kan al heel wat Indi sche gerechten maken. Soto, nasi goreng en spekkoek, dat laatste is mijn specialiteit. Het duurt eeuwen om spekkoek te maken, maar ik vind het heerlijk. Ik eet het mijn hele leven al. In de Nederlandse winkel in Californië kun je naast Hollandse pot namelijk allerlei Indische specialiteiten krijgen.' Tijdens de weekenden bij haar familie spreekt ze altijd Nederlands. De taal die haar opa en oma - oorspronkelijk van Java - bleven spreken, zelfs toen ze al lang in de VS gevestigd waren. 'Als klein kind kon ik er weinig van verstaan. Ik antwoordde steeds maar random ja en nee. Maar ik denk wel dat ik onbewust een hoop heb meegekregen. Toen ik hier eenmaal woonde, pikte ik de taal vrij snel op. Dat kwam overigens ook dankzij de Albert Heijn', lacht ze. Danielle stak namelijk een hoop kennis op in de plaatse lijke buurtsuper. 'Ik ben een kieskeurige eter dus het was belangrijk dat ik bijvoorbeeld in een restaurant wist hoe bepaalde dingen heten. Door het lezen van de etiketten op de verpakkingen in de Albert Heijn kon ik alles wat ik lekker vond makkelijk uit mijn hoofd leren. Mijn eerste woorden Nederlands waren dus voornamelijk gerechten.' Zoals andijviestamppot. 'Mmm... ik ben er dol op, maar andijviestamppot kende ik natuurlijk al van mijn vader.' 'Ik kijk nooit voetbal' Dankzij haar deels Hollandse achtergrond heeft ze geen last van cultuurverschillen. Ondanks dat ze Hengelo zelf nogal boring vindt, woont ze graag in haar wijkje. 'Onze buren zijn ontzettend aardig voor ons. We worden overal bij betrokken. Er wonen hier ook veel kinderen dus we kunnen de hele dag op straat voetballen.' Ze vindt het leuk om te merken hoe voetbal- minded de Nederlanders zijn. 'Overal zijn er kleine grasvelden, dat is fantastisch.' Doet ze dan ook mee aan de oranjegekte tijdens het WK deze zomer? 'Ik kijk eerlijk gezegd nooit voetbal', geeft ze schoorvoetend toe. 'Mijn teamgenoten vinden dat ook raar, maar ik ben al de hele dag met voetbal bezig. Dan ga ik er in mijn vrije tijd toch niet nog eens naar kijken? Als ik mensen zie spelen dan wil ik altijd meedoen.' En dat meedoen, daar gaat ze helemaal voor zodra ze weer fit is. Ze heeft namelijk een grote droom, een ambitie: ze wil zich plaat sen voor het Nederlandse vrouwenelftal. 'Ik weet dat het hard werken is, maar ik wil dat zo ontzettend graag. Ik geloof dat ik best een kans heb.' En wat als het niet lukt? 'Dan hoop ik mijn studie af te maken en ga ik reizen. Naar Indonesië. Ik zou daar dolgraag heen willen. Het lijkt me erg bijzonder om in het land van mijn opa en oma te zijn.' 14 Moesson Moesson #12 juni 2012.indd 14 24-05-12 22:36

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2012 | | pagina 14