de jongste van "Tk*, Ca»uU KhL> Het jaar 1962 0 doo" Herman Keppy fotografie Frederique Vlamings We hebben een jaar in een pension gewoond op de Koninginneweg in Amsterdam. Mijn vader vond een baan bij de Nederlandse Lloyd, dat is later Delta Lloyd geworden en we zijn verhuisd naar de Joseph Scaligerstraat in Amsterdam Slotervaart, een zijstraat van de Johan Huizingalaan. Daar heb ik een heel fijne jeugd gehad. Je had geen computers, geen games, nauwelijks tv. We waren elke dag aan het voetballen, buiten met de andere buurtkinderen. Ons gezin maakte deel uit van de Indische gemeenschap in Sloter vaart. Dat komt grotendeels door de muziek. Mijn ouders hadden kostgangers in huis, daar zaten jongens bij die muziek speelden. Je kunt het je niet voorstellen, de woonkamer was zo'n drie bij vier meter. In dat huis woonden we met ons gezin van zes personen, mijn invalide zus was uit huis. Dan kwamen daar nog twee kostgangers bij en er was ook nog vaak familie op bezoek die bleef slapen. Onvoor stelbaar, maar gezellig, het was altijd één en al feest. We logeerden regelmatig in Eemnes, bij familie. Mijn broertje en ik brachten daar ook menig vakantie door. Twee neven van me speelden muziek en die hebben mijn broertje en ik aangespoord om samen te zingen. We hebben toen meegedaan met een talentenjacht daar in de buurt. We zongen nummers van The Everly Brothers, zoals 'Till I Kissed You'. Die eerste talentenjacht wonnen we en daarna hebben we met meer talentenjachten meegedaan, steevast eerste of tweede. We werden door allerlei jongens begeleid, maar al gauw waren dat vooral The Strangers, later The Crescents genoemd. Dat waren jon gens uit Amsterdam: Indo's, Nederlanders en een Surinamer. Er was overal wel wat te doen, waar je als muziekgroep kon optreden. Er waren Indische feesten in Hotel Slotania en in een zaal aan de Witte de Withstraat. Ieder weekend was het raak. Maar ook bij een gebeurtenis als Luilak traden in één zaal allerlei bandjes op, om de jeugd rustig te houden. Dan speelden The Strangers en tussendoor traden mijn broer en ik op als gastzangers, aanvankelijk als The Berg hahn Brothers. Hartstikke leuk. In 1961 zijn we benaderd door Phonogram om platen te maken, op het sublabel Fontana. De vrouw van arrangeur Jack Bulterman had onze naam bedacht: The Candy Kids. Voordat we een plaat opnamen, gingen mijn broertje en ik een aantal keren naar Hilversum. Bulter man achter de piano en dan zongen mijn broertje en ik. Als we alles goed doorhadden, gingen we de studio in en werd het opgenomen. Raymond Berghahn Wanneer ik hem bel, lijkt het alsof Raymond Berghahn (Djakarta, 29 maart 1949) heel lang niet is herinnerd aan de periode dat hij samen met zijn broer in Nederland en Duitsland optrad als The Candy Kids. Ik vertel hem dat ik al jarenlang een promotiefoto bezit van twee Indische jongetjes met rode truien en een gitaar in de hand. En al jarenlang vraag ik me af wat er van die jongetjes is geworden. Raymond Berghahn lacht: 'Die zijn oud en grijs geworden.' De vader van vier kinderen woont tegenwoordig in Zeewolde, maar is nog vaak in Amsterdam, de stad waar hij is opgegroeid. Hij komt wel bij mij langs om over vroeger te vertellen. 'Zowel mijn vader Friedrich Berghahn als moeder Agnes Symons waren Indisch. Ten minste, mijn oma, de moeder van mijn moeder was een in China geboren Chinese. Van horen zeggen, weet ik dat mijn ouders en oudste zuster en broer zowel in het jappenkamp als in een kamp van de Indonesiërs hebben gezeten. Ik heb twee zusters en twee broers. Ik weet nog dat mijn moeder lesgaf op een dansschool. Mijn vader werkte bij het Boswezen en dan kwam hij ons van school ophalen. Regelmatig reden we naar de Puntjak, om fruit en groenten te kopen. Ik was pas vijf toen we naar Nederland vertrokken. De Johan van Oldenbarnevelt had een afdeling voor minder valide mensen. Mijn oudste zuster die inmiddels is overleden, was invalide. Dat was het gevolg van het jappenkamp, waar ze als baby hersenvliesontsteking kreeg. Zo is zij invalide geraakt. m gonna knock on your door Youpi Youpi Kili Watch Somebody stole my gal juni 2012 41 Moesson #12 juni 2012.indd 41 24-05-12 22:20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2012 | | pagina 41