'Ik ben trots op
mijn Indische
afkomst'
Els Enkelaar (Djokjakarta, 1942) stapte
op haar zeventiende met haar ouders
op de Sibajak naar Nederland. In Hilver
sum werden ze in een contractpension
opgevangen. Els heeft haar abonnement
op Moesson overgenomen van haar tante,
Annie Kraag, die sinds 1958 abonnee
was. 'Eigenlijk was ze mijn nicht, maar ik
noemde haar tante door het grote leef
tijdsverschil.' Annie Kraag heeft veel voor
Els gezorgd, en op latere leeftijd zorgde Els
voor haar. Toen ze op het einde van haar
leven slechtziend werd, las Els haar uit
Moesson voor.
'Vanaf het begin was ik al geïnteresseerd
in Moesson,' zegt Els. Haar broer en zus,
een stuk jonger zijn dan zij, voelden zich
minder verbonden met hun Indische
achtergrond. Maar hun interesse begint te
groeien de laatste jaren. Els zelf heeft een
brede interesse: ze houdt van de recepten
in Moesson, van rubrieken over het oude
Indië zoals de schoolfoto's, maar ook wil
1 ze weten hoe jongere generaties naar hun
Indische ouders en voorouders kijken.
Haar eigen kinderen - een zoon en een
dochter - hebben geen sterke band met
hun afkomst, maar met hun moeders ver
leden des te meer. In 1997 is het hele gezin
naar Indonesië gegaan om het geboorte
huis van Els op te zoeken in Yogyakarta.
Voor Els is Moesson de lijn met het ver
leden en met Indië. Daarnaast bezoekt
ze jaarlijks de reünies van de SSV, de
Soerabajaanse Scholen Vereniging. Als
kind heeft Els nog in de klas gezeten
met Wieteke van Dort. Els vindt dat de
Indische gemeenschap hechter is door
Moesson. Zij is dan ook niet pessimistisch:
als de Indische cultuur zal uitsterven, dan
zal dat in elk geval niet snel gebeuren,
gelooft zij. 'Ik ben trots op mijn Indische
afkomst. De Indische gastvrijheid, die
heeft mijn moeder aan mij doorgegeven.
Ik ben Indisch en zal Moesson nooit van
mijn leven opzeggen.'
Moesson #1 juli 2012.indd 21