'Ondanks ons geldgebrek zijn
we direct abonnee geworden'
IK BEN INDO IK BLIJF
Eveline Wardenaar, roepnaam Eef (Sema-
rang, 1920), heeft haar jeugd doorgebracht
op suikerondernemingen Tjomal, Petarokan
en Sragi rondom Pekalongan. Haar vader
werkte er als werktuigkundige; machinist
werd dat toen genoemd. In de oorlog werd
ze samen met haar zuster en nicht naar
Bandoeng gebracht om als verpleegster te
werken. Toen de Japanners zich overgaven,
werd ze vervolgens op de trein gezet naar de
onderneming Tjomal, waar alle fabrieken en
machines verwoest waren. Tijdens de Bersiap
werden ze vastgehouden op de oude, leeg
staande suikeronderneming Wonopringgo.
Na de oorlog keerde Eveline terug naar
Batavia en vervolgens Bandoeng. Haar aan
staande man, Tony Wardenaar, had de oorlog
overleefd en bevond zich in Semarang waar
hij redacteur was bij De Locomotief. Eveline
nam het vliegtuig naar Semarang om met
hem te trouwen. De Indonesiërs wilden
De Locomotief na de onafhankelijkheid
overnemen en Tony werd ontslagen, omdat
hij geen Indonesisch staatsburger wilde
worden. 'Mijn man wilde eigenlijk in Indone
sië blijven', vertelt Eveline, 'op de boot naar
Nederland had hij veel verdriet.'
In '57 kwamen ze naar Nederland, zonder
geld en met weinig bezittingen. 'Toch zijn
we direct abonnee geworden van Moesson,
ondanks ons geldgebrek. Mijn man kon niet
goed met geld omgaan', lacht ze.
De familie Wardenaar kwam in de zomer aan
in Baarn, waar het lekker warm was. Pas toen
de winter aanbrak, besefte Eef hoe groot
het klimaatverschil was en stond ze soms te
huilen van de kou bij de bushalte.
Inmiddels is Eveline weduwe. De voornaam
ste reden waarom Eveline en Tony een abon
nement hebben genomen, is omdat ze alles
van het Indische af wilden blijven weten.
Ook de kinderen bladeren Moesson regelma
tig door.
24 Moesson - I000ste nummer
Moesson #1 juli 2012.indd 24
29-06-12 11:24