0 6 EL ATABAL van El Atabal is groot. Waarom is deze vrouw wel gebleven? Nog één keer een blik door het raam. Niets. Dan weer de dertig treden naar beneden en terug naar het hotel. De volgende dag, als ik alweer in het vliegtuig naar Nederland zit, keert Leon Pecasse terug. 'Haar tuinman stond me al op te wachten', mailt hij me. 'Mevrouw zat in haar rolstoel te ontbijten. Ze herkende mij nauwelijks. En ik haar ook niet, zo verouderd was ze. Ze ziet slecht, hoort ook slecht en kan niet meer lopen. Ik geloof dat de tuinman Guillermo haar goed verzorgt. Het huis ziet er schoon uit. De kebon doet de inkopen, kookt, brengt haar naar waar ze wil, en zo is hij een groot deel van de dag bij haar. Zij noemt hem: mijn vierde zoon. Zij heeft nog twee kinderen in leven, en die bezoeken haar eenmaal per jaar. Over El Atabal sprak ze weinig. Ze werd ge boren in Indië, heeft de Japanse internerings kampen doorstaan, maar verloor haar moeder en een dochter. Na de oorlog heeft ze heel veel gereisd. Ze sprak zes talen, maar tegen mij eigenlijk alleen Spaans. Op de vraag of Indonesië mooier is dan El Atabal, gaf zij een heel duidelijk antwoord: Indonesië! Ze kwam steeds maar weer terug op Indonesië. Toen ik merkte dat ze moe werd, heb ik afscheid genomen. Ze moet een markante vrouw ge weest zijn, niet verbitterd, alleen moe van het leven. "De dood heeft mij vergeten," zei ze.' Alfonso loopt rond in het hotel. 'Ga zitten, laten we wat eten', gebaart hij naar een stoel. Er komen verschillende gerechten op tafel. 'Dat is Spaans, dan kunnen we het eten delen', legt hij uit. Ik kijk uit over Malaga. Een stad die arm was toen de eerste Indische Nederlanders hiernaar toe verhuisden. Een plek waar Nederlandse gepensioneerden nu graag hun laatste jaren doorbrengen. Voor het weer, natuurlijk. Maar meer nog voor de sfeer die Spanje oproept. Wanneer je door El Atabal heenrijdt, voel je Indonesië. Niet alleen omdat je op elke hoek van de straat wordt herinnerd aan de ver schillende eilanden en plaatsen, maar vooral door de kleuren. De verschillende kleuren groen van de bomen en planten en de in drukwekkende hoeveelheid aan bloemen die in alle tuinen te vinden is. Een land dat houdt van warmte, eten en siësta's... 'De stoel waar jij op zit, die komt uit Indonesië', zegt Alfonso opeens. Het is een bruine houten stoel, met een rugleuning en armsteunen. Ik zie nu de verfijnde afwerking van het hout en voel de ribbels onder mijn vingers. Het restaurant van het hotel staat vol met deze stoelen. 'Ik had er zes gekregen van een Indische familie, als cadeau. Maar ik vond ze zo mooi, dat ik ze in Valencia heb laten namaken. Een paar honderd exemplaren. De originele staan nog bij mij thuis', Alfonso kijkt goedkeurend naar de stoelen. 'Echt goede stoelen zijn het. Zo is er toch nog iets Indisch hier gebleven.' juli 2012 45 Moesson #1 juli 2012.indd 45 29-06-12 11:26

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2012 | | pagina 45