Meerstemmig Poekoel teroes! Don't Hazel the Hoff Ricci Scheldwacht, freelancer (2008-heden) Het eerste dat ik lees als ik het plastic van Moesson heb gescheurd, is de editorial van Marjolein van Asdonck. De laatste jaren zijn haar stukjes steeds vaker persoonlijk. De mooiste gaan over haar familie. Marjolein is een paar jaar jonger dan ik en het sprekende bewijs dat de Indische cultuur - in tegen stelling wat vaak wordt beweerd - geen aflopende zaak hoeft te zijn. Zolang er maar nieuwe stemmen klinken die de verhalen blijven doorgeven. Coen Simon is ook zo'n nieuwe stem. In zijn werk als filosoof grijpt hij vaak terug op persoonlijke herinneringen. Anderhalf jaar geleden interviewde ik hem voor Moesson. Geheel tegen mijn gewoonte in was ik een kwartier te laat op onze afspraak. Gestrest kwam ik het café van kasteel Groene- veld binnenrennen, waar Coen op zijn gemak aan zijn kroketten met brood zat. 'Ach, jam karet toch? Wil jijzelf niet eerst wat eten?', zei hij. Wat volgde was een boeiend gesprek over identiteit, waarin hij en passant uitlegde dat country meerstemmige muziek is en dat veel Indo's daarom zo van country houden. Tijdens het interview werd ik een paar keer overvallen door dezelfde gevoelens die ik krijg als ik de stukjes van Marjolein lees. In de auto terug naar huis griste ik een cd uit het dashboard kastje. Even was het weer 1972 en was ik terug in het huis van mijn opa en oma aan de Gey- sterenweg in Den Haag. Als jongetje van zes stond ik tussen mijn broer en zusje in en we dansten op Johnny Cash. Opa zat in zijn stoel bij het raam en keek tevreden toe. Marinus Schoen, drukker, redacteur en commercieel medewerker (1965-2007) Mijn eerste werkzaamheden bij drukkerij De Graaf BV in Enkhuizen waren het in de zet haak zetten van loden letters voor kopregels in het tijdschrift Tong Tong. Mijn chef, de heer Gouwen, een Indische man, lette vooral op Indische woorden en uitdrukkingen. Tjalie Robinson, zijn vrouw Lilian Ducelle en hun re dacteur Charles Manders stonden wel naast mij als ik de pagina's van Tong Tong opmaak te. Lilian Ducelle vertelde me toen een keer dat 'Inlandse' handzetters daar razendsnel de loden letters in de zethaak zetten, maar niet konden lezen. Hoe dat mogelijk was, heb ik nooit begrepen. Na Tjalie's overlijden zette zijn weduwe Lilian het bedrijf voort. Later benoemde zij Ralph Boekholt als hoofdre dacteur en Tong Tong werd Moesson. Als ma- chinezetter, en later als fotografisch zetter, overlegde ik vaak met directie en redactie. Daarom werden we ook uitgenodigd op de Moesson-feesten in het Congresgebouw in Den Haag. Na Lilian's pensioen en het vertrek van Ralph Boekholt in de jaren negentig nam Vivian Boon, dochter van Tjalie en Lilian, de leiding over. Toen drukkerij De Graaf in 1995 failliet ging, drong Lilian er sterk op aan dat ik bij Moesson in dienst genomen zou wor den. Moesson verhuisde van Den Haag naar Amersfoort. Ruim tien jaar geleden namen Marjolein en Geert het stokje van Vivian over en ondanks dat ik nu zelf al bijna vijf jaar met pensioen ben, rolt Moesson nog steeds van de pers. En nu dan de duizendste editie! Proficiat en poekoel teroes! Een artikel uit Moesson waar ik warme herinneringen aan bewaar, is dat van Patricia Steur uit 1991 waarin ze vertelt over haar foto's van de toen nog levende dragers van de Militaire Willemsorde, de 'Laatste Ridders'. Een select gezel schap van mensen dat zich door bij zondere daden had onderscheiden. Wat direct opviel, was het aandeel van mensen uit de voormalige koloniën. Ook de schoonvader van de fotografe, Erik Hazelhoff Roelfzema, was in Indië geboren. Dat ook de Molukker Julius Tahija in het boek voorkwam, vervulde me met trots. Al lezend in het boek raakte je onder de indruk van mensen die, ondanks de grote gevaren voor hun eigen leven, keuzes maakten, omdat ze vonden dat het moest. Stilletjes kwam de vraag op of je die keuze ook zelf zou durven maken. Het feit dat ik Erik ook persoonlijk heb leren kennen, speelt zeker mee in de her innering aan het artikel. Dat hij later ook nog in Moesson is geïnterviewd, onderstreept eigenlijk alleen nog maar hoezeer ook hij trots was op die Indische wortels, hoewel die lange tijd niet echt werden genoemd als men het had over de Soldaat van Oranje. Hij was minstens zozeer een Indische jongen... Wim Manuhutu, recensent (1999-heden) juli 2012 49 Moesson #1 juli 2012.indd 49 {Si 29-06-12 11:28

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2012 | | pagina 49