Indische mensen zijn geboren vertellers.
Het lijkt wel alsof ze er een apart gen
voor in hun bloed hebben.
verzoek afgedaan als 'indianenverhalen'. Het
staat niet geschreven, dus het is niet waar.
Eind zestiende eeuw voer Jan Huygen van
Linschoten naar de onbekende wereld in de
Oost. De literatuur naar huis beschreef voor
de 'slapbillige kachelzitters' - zoals Tjalie
Robinson ze zou noemen - een wereld die
hun realiteit te boven ging; het was fiction
stranger than truth. Meer dan 350 jaar later
keerden we terug en onze fictie is het enige
overgebleven bewijs van ons bestaan, van
onze werkelijkheid.
Indië bestaat niet meer, maar we hebben
elkaar nog. Namen als Walraven, Zentgraaff,
Bontekoe, Douwes Dekker, Zaalberg, Olivier,
komen nog altijd voor in Moessons abonne
mentenbestand. Als de stagiaire die naast je
zit, de achterkleindochter van ijzervreter en
Atjeh-generaal Eenoog -Van der Heijden is,
dan pas besef je dat het niet zomaar geschie
denis is, maar dat 'we geleefd hebben en nog
steeds bestaan'. Dan pas besef je dat, zoals
de Indische dichteres Saskia van Groningen
schrijft: 'I am all who came before me'.
Maar waarom zou mijn oom Tap echter zijn
dan de oom Tjen van Rob Nieuwenhuys? Wat
is het verschil tussen mevrouw Van Does van
Couperus en mevrouw Van Davelaar van het
Indisch Familie Archief? Waarom zou ik niet
Mahieu's Didi zijn? En mijn overgrootvader
was nog erger dan ouweheer Da Cunha,
want hij ranselde zijn kinderen en trapte ze
met 14 het huis uit, zodat het hele dorp er
schande van sprak.
Onze geschiedenis is fictie. Alleen in boeken
als De stille kracht, Vaders van betekenis, De
tienduizend dingen, al het werk van Vincent
Mahieu, en de prachtige cursiefjes van Ralph
Boekholt, kunnen wij onszelf herkennen. De
novelle Oeroeg beschrijft hoe twee jeugd
vrienden tegenover elkaar komen te staan
tijdens de onafhankelijkheidstrijd van Indo
nesië. Maar als je bij restaurant De Lachende
Javaan in Haarlem gaat eten, vertelt gast
heer Frans Helling graag over zijn Javaanse
moeder Soepinem uit Gombong die tijdens
de politionele acties in de kantine van haar
familie kookte voor zowel haar aanstaande
echtgenoot Albert die bij het KNIL zat, als
voor haar broers bij de TNI, die later aanscho
ven. Onze truth is stranger than fiction.
Ooit, in de zeventiende eeuw, werd de Indi
sche werkelijkheid literatuur. Nu is literatuur
de enige overgebleven werkelijkheid. Voor de
derde generatie bevat alleen de verbeelding
nog de waarheid. Wij kunnen niet zonder fic
tie bestaan, want onze geschiedenis bestaat
alleen uit verhalen. Je móet vertellen. 'Omdat
we geleefd hebben en nog steeds bestaan'.
Het staat geschreven, dus het is waar. We
willen van de woorden weer mensen maken,
net als Gustaaf Peek. Onze mensen mogen
niet anoniem sterven, geen 'onbestaanden'
worden, geen 'pseudoniemen van zichzelf',
want dat zou betekenen dat ook ik niet
besta. Jeroen Brouwers vreesde daar al voor.
'Mijn Indië', schreef hij, 'is het papier waar ik
nu op schrijf. Mijn schrijven is: het enige dat
écht gebeurt.'
'Truth is stranger than fiction' staat in het
zojuist verschenen themanummer over Tjalie
Robinson van Indische Letteren.
Bestellen? Bel 0172 -41 62 72 of ga naar
www.indischeletteren.nl.
juli 2012 51
Moesson #1 juli 2012.indd 51 29-06-12 11:28