Column Poirrié's Perikelen m De goenoeng Merapi W Ze vormden een klein clubje en noemden zich 'De Jongens van Toen'. Met gepaste trots, want daarmee gaven ze aan dat ze in Indië hadden gediend. Een paar vrijwillig, de meeste omdat ze moesten. Ze kwamen uit de Veluwse kampongs Beekbergen, Lieren en Ooster huizen. Ik heb ze gekend en meermaals hun bijeenkomsten bijge woond. Die waren oergezellig, je kon er de mooiste verhalen horen. Maar het was de jongens niet alleen om gezelligheid te doen. Ze roerden ook op serieus gebied de trom. Zo hadden ze een flink aan deel in de totstandkoming van een oorlogsmonument voor gevallen dorpsgenoten in WO II en daarna, en verleenden intensieve medewer king aan de nationale zowel als dorpse bevrijdingsmanifestaties. Des te treuriger was het dat het fusiespook ze wist te vinden. Ze met de grote Veteranenorganisatie verder moesten samengaan om erkend te worden, maar daar niet voor voelden en het clubje ontbonden. Sinds dien kom ik soms nog maar één Jongen van Toen tegen: Wim K., zijn achternaam doet er niet toe. Wim zal me nooit voorbijlopen zonder iets in het Maleis toe te voegen. Vind ie prachtig. Meestal is het tabé toean, selamat makan, selamat djalan of selamat tidoer. Veel meer weet hij niet. Is ook niet erg, de meest fervente Spanjeganger kent ook weinig meer Spaans dan un cerveza porfavor, en die vergeet meestal het porfavor ook nog. Dat terzijde. Wim zal ook niet nalaten me aan te schieten als er weer iets over 'toen vroeger' is gezegd of geschreven. Zo ook toen het Comité Nederlandse Ereschulden de einduitslag van de Rawagede perkara bekend had gemaakt en diepgaand onderzoek naar meerdere Nederlandse oorlogsmisdaden in Indië had aanbevolen. Had Wim zo zijn bedenkingen over. Niet omdat hij het allemaal verwierp, verre van dat, maar omdat er volgens hem weer enthousiast uit het zelfde vaatje was getapt. Er nooit iemand opstond om met het zelfde enthousiasme de andere partij daartoe te manen. Had hij een punt. Dat zullen de jongens van 5-8 RI ook met hem eens zijn die in de jaren '80 een 'sentimental journey' ondernamen naar hun oude stand plaatsen op Zuid-Sumatra. En nul op hun rekest kregen toen ze naar hun maat, de dpl sld P. Roda informeerden, die bij de 6 doden kosten de hinderlaag van 27 februari 1949 te Poelau Panggoeng door de TNI gevangen was genomen. En nog steeds als vermist geboekt staat. De vuurkuilen van Depok, Indisch Bronbeek te Bandoeng, Black Mon day in Soerabaja en alle andere wandaden die het leven kostten aan talloze mensen die geen enkele bedreiging voor de Merdeka vorm den, hoeven niet als tegenwicht voor Nederlandse oorlogsmisdaden op de weegschaal te worden gelegd. Maar de andere partij mag best eens in eigen gelederen aan het corrigeren slaan. Ontstaat er tenmin ste wat meer evenwicht en kunnen wij ook eens verontschuldigingen voor buitensporig geweld ontvangen. Wim is trouwens net als die jongens van 5-8 RI terug geweest en heeft ook net als zij nul op zijn rekest gehad toen hij een nogal heikele vraag stelde. Was het 'pigi lekas', zei hij verontwaardigd. Hij leek wel de goenoeng Merapi op z'n best toen hij het vertelde. Jack Poirrié groeide op in Batoeradja en woont sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen. augustus 2012 11 Moesson #2 aug 2012.indd 11 27-07-12 12:32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2012 | | pagina 11