Rili Djohani werd als kind verliefd op de natuur en maakte van haar passie haar werk. Als directeur van het Coral Triangle Center in Indonesië, strijdt ze voor het behoud van het grootste en belangrijkste koraalgebied op aarde. Geboren in Nederland uit Indonesische ouders kwam ze bij toeval in het land van haar ouders terecht. Moesson sprak met haar. door Ed CaOn fotografie Robert Delfs en Ed CaOn tref Rili in haar kantoor, in het gebouw van het Coral Triangle .^L Center op Bali. Hier verricht ze vele uren werk als directeur van de jonge, maar ambitieuze organisatie. Aan de muur hangen prachtige foto's van de rijke zeeën rondom de Indonesische archipel. Een blik op die foto's is tijdens het drukke werk genoeg om weer te weten waar het allemaal om gaat. Rili heeft tijd gemaakt voor een interview, ondanks dat ze - een dag voor weer een zakenreis - al een volle agenda had. 'Dit soort dingen vind ik leuk', lacht ze ontspannen. 'En Moesson, wat een leuk blad is dat. Ja dat ken ik nog wel, en mijn moeder in Nederland, die kent het natuurlijk ook!' Haar aanstekelijke positiviteit en onmiskenbare Hollandse tongval maken het een plezier naar haar te luisteren. Safira Warili Hawari Djohani werd geboren in 1963 in Delft als jongste dochter van Indo nesische ouders die in de jaren vijftig naar Nederland waren gekomen om te studeren. Moeder Hilly Lapian uit de Minahasa in Noord-Sulawesi en vader Hawari Djohani uit Deli Serdang in Noord-Sumatra, ontmoetten elkaar in Nederland bij studentenvereniging Perintis Budaya (lett.: 'voorloper van cultuur'), een Indonesische muzikale dansgroep. Ze werden verliefd en na hun studie vestigden ze zich gezien de turbulente situatie in het nieuwe Indonesië, voorlopig in Nederland. De turbulente periode in Indonesië hield aan en escaleerde rond de staatsgreep van Soeharto. Er waren inmiddels kinderen in het gezin Djohani en het was niet de juiste tijd om terug te keren naar het land waar vader en moeder zo naar terugverlangden. Het plan was om zodra het kon, weer terug te gaan. 'De eerste keer dat we met het hele gezin naar Indonesië gingen was in 1968, voor een vakantie, ik was toen vijf jaar. In 1975 was de laatste keer dat we serieuze plannen maakten om als gezin definitief terug te gaan, maar zover is het niet gekomen en we zijn in Nederland gebleven. We zijn daarna wel geregeld naar Indonesië gereisd om onze familie op te zoeken in Jakarta, Medan en Manado. Door die reizen besefte ik al wel heel snel hoe divers en groot Indonesië was.' Het zou nog enige tijd duren voordat Rili zelf weer naar Indonesië zou gaan, maar haar horizon was voorgoed verbreed. Na de middelbare school besloot ze biologie te studeren en ze ging in Leiden wonen. Ze specialiseerde zich in marine tropische eco logie en deed veldwerk in het koraalrif van Curacao. Ook werd ze in die tijd actief lid van de Leidse Studenten Duikvereniging en hield daar een levenslange passie voor duiken aan over. De stilte van de oceaan spreekt haar nog steeds aan. 'Eigenlijk begon mijn fascinatie met biologie en de onderwaterwereld al heel vroeg. Toen ik elf jaar was denk ik, zag ik de films van Jacques Cousteau en ik was, net als veel kin deren in die tijd, erg onder de indruk van al die bijzondere dieren en de prachtige natuur die er onder het water verborgen bleek te zijn. Vanaf toen wist ik zeker dat ik iets met de natuur wilde doen.' Direct na haar afstuderen in 1989, vertrok ze naar Indonesië. Ze was door het Wereld Natuurfonds (WWF) voor een half jaar aange nomen voor een project. Ze wist toen nog niet dat haar toekomst in Indonesië zou liggen. 'Het was een project dat als doel had om een advies uit te brengen aan de Indonesische regering over welke delen van de zee en oceanen rond Indonesië het meest geschikt waren om natuurparken in te richten. Dat was echt pionierswerk toen, want er was eigenlijk nog helemaal niets op het gebied van natuurbehoud in de oceaan.' Rili bleef tot 1993 werken voor het WWF In- donesië-programma en won een studiebeurs 24 Moesson Moesson #5 november 2012.indd 24 25-10-12 16:38

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2012 | | pagina 24