Sequential artist Aimée de Jongh Met haar dagelijkse strip Snipper, die sinds begin dit jaar in Metro verschijnt en haar korte films One Past Two en Aurora in de bioscopen vestigde Aimée de Jongh (Waalwijk, 1988) in korte tijd de aandacht op zich. Striptekenaar en fan Peter van Dongen (Amsterdam, 1966) sprak met haar. LIFESTYLE 'Ik was altijd een jongensmeisje door Peter van Dongen fotografie amke Peter: 'Je staat in het wereldje bekend als illustrator, maker van animatiefilms, strip tekenaar, schilder. Hoe zie je jezelf?' Aimée: 'Het mooie van strip en animatie is dat het opeenvolgende plaatjes zijn. Laatst noemde iemand mij een sequential artist. Ik maak tekeningen die elkaar opvolgen en die samen een verhaal vertellen. Dat is wat me het meest aanspreekt.' Peter: 'Als jij niet zou tekenen wat zou jij dan doen?' Aimée: 'Geen idee, want ik heb nooit anders gedaan. Iedereen zei altijd al: die gaat later bij Disney werken. Als kind tekende ik altijd allerlei diertjes en vogeltjes en daarnaast schreef ik graag. Ik had een konijn en daar schreef ik hele avonturenboeken over. Toen ik strips begon te maken ontdekte ik dat je alle bei tegelijk kon doen. Dat was iets magisch.' Peter: 'Wie waren jouw idolen?' Aimée: 'Ik was weg van Robbedoes en Kwab- bernoot en dan vooral de albums van Franquin. En verder las ik Kuifje en Asterix, allemaal strips uit de Frans-Belgische school. En ik keek na tuurlijk naar de tekenfilms van Disney. Toen ik op de middelbare school zat, kwamen daar de mangafilms en Pokémon op de televisie bij.' Peter: 'Kun je aan de lezers van Moesson die dat niet weten, uitleggen wat manga is?' Aimée: 'Manga is het Japanse woord voor strips. Zoals je comics zegt in Amerika, gebruik je het woord manga voor strips die uitsluitend uit Japan komen. Ik zou eigenlijk geen manga kunnen maken, omdat ik niet Japans ben. Maar in de loop van de tijd is de term opgerekt en verwijst manga meer naar de stijl. Je kent ze wel: poppetjes met van die grote ogen en kleine neuzen. Peter: 'Ik las dat je manga-workshops geeft.' Aimée: 'Soms ja. Manga is populair onder jongeren van zestien tot achttien. Er zijn ook speciale stripbeurzen met alleen maar manga. Daar word ik dan ingehuurd voor tekenworkshops.' Peter: 'Heeft Japan een bepaalde bijklank voor je, gezien je Indische afkomst? Het Kuifje-stripboek De Blauwe Lotus had op mij als kind altijd een bijzondere aantrek kingskracht, omdat er Japanners in voor komen en mijn opa in het jappenkamp heeft gezeten en door de Japanners is onthoofd. Hoe reageerde jouw familie erop dat jij je zo met manga bezighield?' Aimée: 'Zo keek ik er helemaal niet naar. Voor mij was manga gewoon een onderdeel van de populaire cultuur. Mijn ouders vonden het hartstikke leuk. Alleen mijn oma van vaders kant moest wel even slikken. Ze wist wel dat ze er geen invloed op kon uitoefenen, maar ze wilde toch even gezegd hebben, dat ze dat gedoe met die jappen maar niks vond.' Peter: 'Hoe zit het met jouw Indische familiegeschiedenis?' Aimée: 'Mijn vader is in Djakarta geboren en is als baby naar Nederland gekomen. Hij had een Nederlandse vader en een Indische moe der. Mijn moeder is ook van een Nederlandse vader en een Indische moeder, maar zij is in Waalwijk geboren.' Peter: 'Leefde Indië of Indonesië bij jullie thuis?' Aimée: 'Nee, eigenlijk niet. Mijn oma van moederskant kwam op haar zeventiende naar Nederland. Haar vader werkte bij de spoorwegen, maar verder vertelt ze er niet zoveel over. Mijn oma van vaderskant heeft haar eerste kind in Indië gekregen en ze heeft in een jappenkamp gezeten. Zij zijn pas later naar Nederland gekomen toen de onrust om Nieuw-Guinea uitbrak. Mijn oma vertelt niet graag over vroeger. En dat geldt ook voor haar Indische vriendinnen. Ze doen net of vroeger niet is gebeurd en dat hun leven pas begon toen ze in Nederland aankwamen.' Peter: 'Ben je niet nieuwsgierig naar het leven van je oma's daar?' 28 Moesson Moesson #5 november 2012.indd 28 25-10-12 16:38

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2012 | | pagina 28