HET JAAR 2012 stukje extra bij. Zo zie ik dat nu. En toen ik dat allemaal ging beseffen, begreep ik ook waarom er zo vaak misverstanden tussen mij en Hollanders zijn.' Die misverstanden konden soms leiden tot enorme woede-uitbarstingen, vertelt ze. 'Waar hem dat in zit? Vaak in hele kleine zaken. Het heeft altijd te maken met com municatie. En met het niet begrijpen van elkaar, omdat je bepaalde dingen zegt vanuit een bepaald gevoel.' Als anderen - meestal Hollanders - kasar waren, zei ze er niets van, maar kropte ze het op. Tot er ineens een moment kwam dat alle opgekropte emotie er allemaal uit moest. 'Soms ging het maar om iets heel kleins, iets wat totaal niet in ver houding stond met de uitbarsting zelf, zodat mensen om me heen dachten: wat heeft zij nou? Kijk, nu snap ik het allemaal, nu begrijp ik dat mensen dat dachten. Maar toen ik het nog niet kon plaatsen, dacht ik altijd: wat is er met me aan de hand, waarom reageer ik nou zo idioot? Ik kreeg ook allerlei schuld gevoelens. Dat is een van de vreselijkste dingen: dat je allerlei schuldgevoelens krijgt van dingen die je zijn aangepraat. Je mag dit niet. Je mag zus niet. Je mag zo niet. Dat zijn allemaal dingen waarvan ik me heb bevrijd. Als me iets dwars zit, dan zeg ik dat.' Laatst was ze op een bijeenkomst met al lemaal andere Indische mensen. 'Ik merkte dat de jongere generatie aan tafel zichzelf als allochtoon ziet. Dat komt omdat het hele verhaal van de Indische Nederlanders gewoon onder het carpet is geschoven. Mijn generatie weet misschien nog wel een beetje, maar de generatie na mij weet helemaal niks meer. We worden op één lijn geplaatst met alle andere mensen die later naar Nederland zijn gekomen. Met alle respect, maar aan tafel zaten welopgeleide jonge Indische mensen die zich op een lijn stelden met Turken en Marokkanen. Ik raakte met een van die jongens in gesprek. Weet je dan niet waar je vandaan komt? Hij zegt: "Nee hoezo, wat bedoel je dan?" Zijn moeder zat ernaast te lachen en die zei: "Ja dat is mijn schuld. Ik heb hem dat nooit verteld." En toen ben ik het gaan uitleggen. Nou, hij viel bijna van zijn stoel. En dat was dan ook nog iemand, die het gemaakt heeft. Dan denk ik: joh, waar is je identiteit? Het is zo belangrijk om te weten wie je echt bent. Als je een an dere culturele achtergrond hebt moet je dat weten, want als je niet weet wat dat andere stukje betekent, ben je niet compleet.' In 1972 ging ze voor het eerst terug naar In donesië. Toen heb ik mijn oma meegenomen, iets waar ik nog altijd blij om ben, want vier jaar later was ze overleden. Mijn oma was Javaans. Ze heeft nooit helemaal goed Ne derlands kunnen spreken. Die vakantie heeft ze bij haar voormalige buren gelogeerd. Dat waren Chinezen die het helemaal gemaakt hadden en in Jakarta een prachtig huis had den. Toen ze terugkwam sprak ze alleen nog maar Indonesisch. 'Daarna ben ik heel vaak teruggeweest, ook een paar keer met mijn ouders. In het begin was ik een toerist in eigen geboorteland. Na tuurlijk zien ze toch dat je westers bent: ook al heb je de kleur mee, je bent toch anders.' Maar de laatste twee keer dat ze Indonesië bezocht, was er iets veranderd: het was alsof ze thuiskwam. En dat heeft ook alles te maken met de persoonlijke groei die ze zelf doormaakte. Ze merkte het ook toen ze dit jaar op de Tong Tong Fair was. In het Indonesië-paviljoen begon ze meteen Indonesisch te praten. Haar ouders waren ook mee. 'Ik had ze gezegd de rollator mee te nemen omdat dat glujur natuurlijk toch vermoeiend is.' 'Nee', zegt Sandra Reemer als haar opnieuw wordt gevraagd of het haar wat deed, zoveel Indische mensen op één plek bij elkaar. 'Nee, jij wil elke keer dat ik zeg dat het zo bijzonder is. En voor mij is het dat niet. Wat me vooral opviel is, dat ik een gevoel van verbondenheid miste.' Of dat nog altijd het gevolg is van het koloni ale leven in Nederlands-Indië, dat er een was van rangen en standen, kan ze niet zeggen. 'Ik zeg alleen dat ik daar het gevoel van verbondenheid miste. Die verbondenheid mis ik totaal bij Indische mensen en daar kan ik echt verdrietig van worden. Het klopt dat er bij Indische Nederlanders nog altijd allerlei rangen en standen zijn van chique en minder chique, en dat zou losgelaten moeten worden. Want als je weet wie je werkelijk bent, heb je ook geen behoefte meer aan die buitenkant. Dan kijk je naar iemands hart en iemands gevoel en dan pas krijg je verbondenheid. Zo'n pasar malam met al die culturen bij elkaar is natuurlijk prima. Je reikt mensen iets aan. Maar of het nu in de vorm is van een pasar malam, of zoals ik het doe in de vorm van lezingen, het is nog steeds niet vanzelfsprekend dat mensen daarmee ook echt aan de gang gaan. Dat probeer ik altijd duidelijk te maken in interviews als dit: het begint allemaal bij jezelf. Het maakt ook niet uit, of je toen in Indië tot de derde, vierde, of weet ik zoveelste klasse behoorde. Nee, we zijn allemaal gelijk namelijk.' Ze heeft er begrip voor als mensen nog moeten wennen aan de Sandra Reemer van nu. Het is natuurlijk prima om je roer om te gooien, maar daarmee is nog niet gezegd dat anderen dat accepteren, zegt ze. 'Als mensen mijn verhaal oppikken, dan word ik heel blij. Dat vind ik natuurlijk fantastisch. Maar als ze het niks vinden vind ik dat ook goed.' Laatst gaf ze een lezing op de Paranormaal Beurs in Rijswijk. Halverwege haar verhaal liepen er mensen weg. 'Als zangeres zou ik dat verschrikkelijk hebben gevonden. Nu denk ik: oké, kennelijk is deze boodschap nog niet aan jullie.' www.sandrareemer.nl www.sandrareemerfoundation.nl januari 2013 17 Moesson #7 januari 2013.indd 17 23-12-12 15:09

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2013 | | pagina 17