'Wij zijn een enorm gedreven autonome muziekunit' 0 et nieuwe album van KANE is tot stand gekomen zoals de titel van de cd, Come together, doet vermoeden: als een ontmoeting. 'We zijn begonnen met twee mannen, Dinand en ik, aan een tafel en een goed gesprek. Op dat moment nog zonder gitaar, zonder muziek. Gewoon praten. We stelden elkaar de vraag, hoe gaat het met je, wat houd je bezig en waar heb je zin in? We ontdekten dat we allebei erg bezig waren met onze leeftijd. Zowel Dinand als ik reali seerden ons dat we geen 26 meer zijn. Wan neer iemand ons toen had gevraagd wat er op nummer 1 staat in mijn leven, dan zou dat muziek zijn. Zonder twijfel. Maar nu dragen we veel meer verantwoordelijkheid dan toen. Dinand heeft inmiddels drie kinderen en ook ik ben bijna vader. Mijn leven draait nu om meer dan muziek. Ik vind de balans tussen muziek en familie belangrijk om me gelukkig te kunnen voelen.' Succes is niet vanzelfsprekend 'Ik weet ook niet of ik net zo lang door wil gaan als Keith Richards of Mick Jagger. Lang doorgaan met KANE is voor mij geen doel op zich. Ik sprak laatst met Barry Hay van de Golden Earring. Ik was bij ze in de studio toen ze hun cd opnamen en ik zie dan gewoon vier mannen die lol maken met elkaar. Ze maken ruzie over de muziek en lachen daarna weer met elkaar. En wat ze maken is nog steeds goed. Als Dinand en ik het over twintig jaar nog steeds zo leuk vinden als nu, en als we wat we maken nog steeds goed vinden, dan gaan we door. Gelukkig is ons geluk niet enkel afhankelijk van KANE.' Dat succes geen vanzelfsprekendheid is ont dekte Dennis toen het album Everything you want niet zo ontvangen werd als hij hoopte. 'We hadden het album in de Verenigde Staten opgenomen en ik vond het eerlijk gezegd zelf een heel gaaf album. Het publiek dacht er anders over en de verkopen vielen wat tegen. Toen we daarna in 2009 een soort van comeback maakten met het nummer 'No surrender' genoot ik daar enorm van. Dat nummer werd zelfs twee keer een hit. Eerst de originele versie en later die versie met Carice van Houten die we speelden bij de benefiet voor de ramp van Haiti. Ik vond het geweldig dat we de weg naar boven weer te pakken hadden. Ik was, op het gevaar af wat belegen te klinken nu, dankbaar dat we terug konden komen. Het had na het Amerikaanse album ook ineens over kunnen zijn. En eerlijk gezegd, ik vond 'No surrender' een goed nummer, maar had niet gedacht dat het zo'n grote hit zou worden.' Hard werken Afgelopen maand ontving KANE de Edison Pop prijs in de categorie 'Beste groep'. De kracht van KANE ligt, naast het feit dan Dinand en Dennis het gewoon erg goed met elkaar kunnen vinden, in hard werken. 'We zijn een enorm gedreven, autonome muziekunit. Ik denk dat je zo KANE het beste kunt omschrijven. We kijken niet naar wat anderen willen, maar maken vooral muziek die we zelf mooi vinden.' Hard werken. Dat is wat veel Indische ouders hun kinderen meegeven. De vader van Dennis, Victor, niet. 'Zijn grootste wens was altijd dat ik blij was. Hij wilde dat ik me nooit hoefde te behelpen. Dat heeft hij teveel gedaan in zijn leven, en hij wilde dat me dat bespaard bleef. Ik moet zeggen, dat is hem altijd goed gelukt. Hij heeft in zijn leven zoveel ellende meegemaakt. Ongelofelijk.' Een badkamertegeltje Net als in veel Indische families praat de vader van Dennis slechts mondjesmaat over zijn verleden. Het meeste wat Dennis weet, komt van verhalen van andere familieleden. 'Hij heeft nooit echt gesproken over wat er allemaal in zijn leven gebeurd is. Ik durf ook niet al te veel aan te dringen. Ik ben bang dat wanneer hij eenmaal begint te vertellen, de beerput helemaal opengaat. Dat kan hij niet aan vrees ik. Het is waarschijnlijk ook de enige manier waarop je verder kunt met je leven. Indische mensen kunnen goed in stilte lijden. Niemand die het merkt. Ze draaien graag om de hete brei heen uit angst voor schaamte en pijn.' In 2004 bezocht Dennis samen met Dinand en Dinand's vader Indonesië. 'Toen we aan kwamen in de straat in Bandung waar vroe ger zijn huis stond, stonden alle gebouwen van vroeger er nog. Behalve zijn ouderlijk huis. Het was zo jammer dat het huis er niet meer stond. Op de grond waar eerst het huis stond lag een scherf van een tegeltje. "Deze is van de badkamer", was alles wat hij zei.' In 2010 ben ik met mijn eigen vader naar Indonesië geweest. Ik had twee exemplaren van het boek Asta's ogen van Eveline Stoel meegenomen. Een exemplaar heb ik aan mijn vader gegeven, zodat we het er samen over konden hebben. Toen ik Asta's ogen las, begreep ik goed wat Eveline bedoelde. Ik heb bewondering voor haar boek omdat zij heeft aangedurfd wat veel kinderen in Indische gezinnen niet durfden: de beerput openen ongeacht wat het los zou maken. Het boek gaat over hoe in Indische families sommige dingen niet worden opgelost. Dat boek gaat ook voor een deel over mij en ik dacht dat mijn vader zich er ook in zou herkennen. Mijn 16 Moesson Moesson #9 maart 2013.indd 16 -f®! 21-02-13 09:25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2013 | | pagina 16