ZWARTE BLADZIJDEN heeft meegedaan aan martelingen? Ik heb er mijn vader rechtstreeks naar gevraagd: "Papa, heeft u wel eens mensen moeten martelen?" En zijn antwoord was: "Als ik nee zeg, dan lieg ik."' Alfred: 'Mijn vader is zelf gemarteld door de Japanners. Daar heeft hij over geschreven en ja, hij heeft geschoten met dat geweer van hem. Maar of hij zelf mensen heeft gemar teld... het zou kunnen. Want als ik van school thuiskwam of als er thuis iets was gebeurd, dan ondervroeg hij me. En. hij geloofde me nooit. Hij vroeg bijvoorbeeld: "Waar ben je geweest?" Dan antwoordde ik: "Ik ben daar en daar geweest." "Je liegt!" "Waar is die pen gebleven die ik jou heb gegeven?" "Die had ik in het kastje gelegd." "Je liegt!" Op elk antwoord was het altijd: "Je liegt!" En dan schopte hij me het huis door. Als ik daaraan denk, dan moét hij wel men sen hebben ondervraagd. "Waar zitten die en die?" En op elk antwoord van de gevangene kwam dan natuurlijk: "Je liegt!" En dan trap pen en slaan. Zo bekeken moet hij het wel hebben gedaan. Maar ik hoop van niet.' ken was die niet mocht worden overschreden. Met name de ESD-ers binnen de VDMB, onze vaders, werden dan tóch naar die andere kant gestuurd om mensen op te pakken of te liquideren. In groepjes van vier man werden ze 's nachts over de demarcatielijn naar de kampongs gestuurd op zoek naar "terroris ten". Ik vind het een heel kwalijke zaak dat die jongens op zulke verantwoordelijke en ge vaarlijke missies werden gestuurd, terwijl zij officieel niet als militair te boek stonden. Die ESD-ers, 130 in totaal, zijn verzwegen, alsof ze nooit hebben bestaan. Terwijl wat zij hebben meegemaakt voor de rest van hun leven op hen zou drukken. Voor hun psychische ellende hebben zij later nooit de noodzakelijke hulp gekregen. Jouw vader heeft, misschien als enige, zijn memoires op papier gezet, om zichzelf en ik denk ook zijn kameraden, een gezicht te geven. Goed, hij overdrijft soms, maar Alfred, waarom zou je het niet geloven wanneer je vader schrijft dat hij patrouille liep om mensen uit te moorden?' Alfred: 'Welke zoon wil geloven dat zijn vader met een vlammenwerper desa's in de fik steekt? En al helemaal niet in zijn geboorte streek, waar hij als zuigeling door zijn ooms en tantes is grootgebracht.' Vrij Nederland, 19 februari 1949, citeert uit een brief van een Nederlands soldaat over het verhoor van een Indonesische verdachte: 'De man brulde van pijn, maar daar trokken de Hollandse, Indoeuropese, Ambonnese en Chinese beulen van de Veiligheidsdienst zich niets van aan en ik heb zelfgezien hoe een marinier hem een schop tegen het achter hoofd gaf. Gistermorgen om ongeveer zes uur is hij ergens in het bos door de VD neergescho ten.' Uit de memoires van Adolf Birney: 'We kregen veel last van snipers Enkele mariniers waren zo woedend dat zij met vlammenwerpers al die kamponghuisjes aanvielen en in brand schoten. Daarna zag je die verbrande pelopors als fakkels in alle richtingen rennen en in elkaar zakken en kronkelen, tot ze stierven. Maar als je al zovele doden gemaakt hebt, dan doet al dat kermen van die stervenden je niets meer. Je raakt elk gevoel van medelijden kwijt.' Herman: 'Onze vaders waren ingedeeld bij de VDMB, de Veiligheids Dienst Mariniers Brigade, een inlichtingendienst. De VDMB nam deel aan de Politionele Acties, patrouil les en aan geheime operaties. Ook als er met de Indonesiërs een wapenstilstand was afgesproken en er een demarcatielijn getrok- Herman: 'En dan kom je mij tegen en ik vertel je: Het meeste wat je vader schrijft, is gewoon waar, want mijn vader heeft precies hetzelfde gedaan.' Uit een interview met Etoes Keppy: 'Ik stond een meter voor luitenant Wouters, Ze Moesson #9 maart 2013.indd 43 21-02-13 09:27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2013 | | pagina 43