Ellen van der Ploeg overleden Gouden tijdenzwarte bladzijden Indische brieven VOORGALERIJ Op 6 februari 2013 overleed Ellen van der Ploeg. Samen met lotgenote Jan Ruff-O'Herne gaf zij de 'troostmeisjes' in Indië een stem en een gezicht. Als enigen durfden zij na de oorlog de stilte te doorbre ken rondom het seksueel misbruik van jonge meisjes en vrouwen door Japanse soldaten. In 2007 vertelde Ellen aan Moesson hoe zij haar angsten moest overwinnen om naar buiten te treden. Ze vreesde de reacties van de buitenwereld, maar zette toch door. 'Je doet het of je doet het niet. Er is geen middenweg.' Tot tweemaal toe reisde ze naar Japan om daar te verschijnen voor een parlementaire commissie en haar verhaal te doen. Ook sprak zij in Genève voor de Verenigde Naties. Tegelijkertijd liet ze in het interview weten geen hoop meer te koesteren op een officiële spijtbetuiging door Japan. Ellen van der Ploeg, zeer gewaardeerde Moesson-abonnee sinds 1958, is 90 jaar geworden. 'De man in het wit is de Controleur van Hellen, die hier Controleur is. Rechts van hem een gezaghebber die hier ook in opleiding is en daarnaast een onder luitenant Julius uit Winschoten of Leeuwarden afkomstig. De kiek is genomen op de plaats waar de tijger gedood werd en daar de kiek door mij genomen werd, sta ik er zelf niet bij. Let op de Atjeher met de staart in zijn handen.' De laatste zin verraadt de opwinding bij Bouwe Kuik toen hij het tafereel vastlegde. Het citaat is afkomstig uit het onlangs bij Walburg Pers verschenen boek Indische brieven, bewerkt en ingeleid door Ineke Everts-Kuik en Philip Everts. Het duo maakte een selectie uit de honderden brieven die Bouwe Kuik en zijn echtgenote Riek Teesselink tussen 1921 en 1946 aan familieleden in Nederland schreven. Dankzij de zorgvuldige samenstelling en de overzichtelijke opbouw is het boek prettig leesbaar. Bovendien zijn Bouwe en Riek levendige vertellers met oog voor detail, waardoor Indische brieven een prachtig inkijkje biedt in het dagelijks leven van de blanke bovenlaag in Nederlands-Indië. Daarbij bestrij ken de brieven alle facetten van het leven in de vooroorlogse kolonie. Bouwe, die als bestuursambtenaar altijd in de buitengewesten actief was, schrijft niet alleen nauwgezet over zijn werk, maar ook over het sociale leven van de Hol landers en hun omgang met 'de inlanders'. In 1937 trouwen Bouwe en Riek met de handschoen. Eenmaal in Indië blijkt Riek een al even scherp observator als haar man. Als de oorlog uitbreekt wordt Bouwe door de Japanners vermoord. Riek vlucht met haar twee kinderen naar Java, waar ze wordt geïnterneerd. Pas in september 1945 kan ze weer brieven naar Nederland schrijven en vertellen wat haar in de oorlog is overkomen. 'De ergste desillusie is voor velen gekomen na de vrede. Grote groepen menschen, vooral Indo-Europeanen trokken uit de kampen zoo gauw ze konden. Weg uit die ellende, allemaal naar familie of vrienden, ergens buiten. Want er waren veel Indo-Europeanen nooit geïnterneerd. Wat is er van al die menschen geworden, vooral die naar kleine plaatsen zijn gegaan. In het allergunstigste geval zitten ze in de gevangenis, maar zeer velen zijn er niet meer. Wij die in de kampen zijn gebleven hebben ook genoeg mee gemaakt, maar we werden toch beschermd en zijn goddank nooit in Indonesische handen gevallen.' Indische brieven is een waarachtig en liefdevol gemaakt boek. Indische brieven, een bestuursambtenaar in de buitengewesten is een paper back bezorgd door dochter Ineke Everts-Kuik en haar man Philip, verschijnt bij Walburg Pers, telt 320 pagina's en kost 24,95. De 5 exemplaren van Andrea Hirata's De regenboogbende gaan naar: J. Spitters-Mayer, M. Buschkens-Bosch, I. Venema, W. Bernet en W. Siebel. De 5 exemplaren van de viereneen half uur durende special van Jack Jersey Vaya con dios gaan naar J. Monteiro, C.A. Rijborz, P. Bochardt, I. de Gruiter en T. van Altenburg. Theodor Holmans De grootste truc aller tijden gaat naar: J. Charles, E.A. Muller, M. Korevaar, E. Raydt en R. Titalepta. Gefeliciteerd! maart 2013 9 Moesson #9 maart 2013.indd 9 21-02-13 09:24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2013 | | pagina 9