INTERVIEW
hij nooit gelijkwaardig is behandeld. En aan
het andere uiterste staat de Indo die zegt:
"Weet je, uiteindelijk komt alles goed." Je
hoeft niet harder je best te doen dan nodig
is, je gaat gewoon met de flow mee. Mijn
opa was altijd go with the flow. Een mens
moet doen wat een mens moet doen. Leven
en laten leven. Hij was liever in Indonesië ge
bleven, maar is voor zijn vrouw en kinderen
hiernaartoe gegaan. Ik denk dat hij hier nooit
echt heeft kunnen aarden, maar hij had zijn
leven wel zo ingericht met zijn stenen en z'n
dingetjes en zijn rituelen om het hier toch
leuk te houden. Mijn opa heeft altijd voor
een soort werkverband gekozen waarmee hij
de gezelligheid en het aardige in de relatie
met mensen kon opzoeken, terwijl mijn oma
altijd meer de ambitie heeft opgezocht. Mijn
oma is meer een vechter. Ik denk dat ik van
beiden wat heb meegekregen. Ik betrap me
af en toe ook wel op dat boze Indo-gevoel.
Dat opkroppen en dan komt het er ineens
allemaal uit. Maar dat meegaande van mijn
opa vind ik een heel mooie en charmante
eigenschap.'
zijn opa en oma leerde hij ook:
we zijn hier helemaal naartoe
gekomen, we hebben altijd hard gewerkt,
dus je moet je ook gewoon aanpassen. 'Je
moet niet focussen op wat je onderscheidt,
maar op wat ons hier in Nederland bindt.
Dus niet alleen maar blijven hangen in dat
Indische. Waarom iets koesteren wat je nu
eenmaal hebt? Richt je op het feit dat je hier
bent. En daar heb ik me heel lang - misschien
bijna wel te fanatiek - achter geschaard. Ik
wilde me nooit beroepen op mijn Indisch-
zijn.'
Die paradoxale houding - zo kenmerkend
voor de eerste generatie - heeft hij meer
van zijn grootouders meegekregen dan van
zijn moeder. 'Natuurlijk heeft mijn moeder
veel Indische trekjes, maar ze heeft ook veel
totaal niet-Indische trekjes. Bij mijn moeder
zit dat Indische in haar hoofd, maar in de fei
telijke persoon zit het anders. Ze is meer een
tweede-generatie Indo, er heel erg mee bezig
met waar ze vandaan komt. Mijn moeder
kan ook niet echt Indisch koken, al zal ze zelf
zeggen van wel. En mijn vader spreekt beter
Indonesisch dan zij.'
K Ft hij zelf kinderen heeft, denkt hij
meer over zijn eigen afkomst na.
De dood van zijn opa een paar jaar geleden
heeft dat proces versterkt. 'Ik realiseer me
steeds vaker dat ook bij de derde generatie
dat Indische in je zit en onherroepelijk ook
bepaalde eigenschappen met zich mee
brengt. Dingen die je niet verloren hoeft te
laten gaan.'
Om een voorbeeld te geven: tot een paar jaar
geleden was hij iemand die zich altijd heftig
afkeerde van spiritualiteit, maar tegelijkertijd
liep hij niet onder ladders door of liep hij
stiekem rond met een bepaalde steen in zijn
broekzak. Of soms denkt hij ineens: wat er nu
gebeurt, is niet voor niks, dit is niet toevallig.
Alsof zijn opa nog ergens rondhangt om hem
te helpen door het leven te gaan.
Co with the flow. Ook in tijden waarin het
soms tegen zit, zoals zijn recente scheiding
van de moeder van zijn twee dochters. 'Als
je huwelijksproblemen hebt en als je dat
ook terug moet zien in de kranten is dat
wel droef en onnodig. Waarom moet het
allemaal zo breed uitgemeten worden?' Zelf
probeert hij er voor te waken om iets inhou
delijks over de situatie te zeggen. 'Maar als
dat voor een ander de manier is om dingen
te verwerken, is dat niet erg. Dan is het zo.
Gelukkig zijn de kinderen nog niet groot
genoeg om het helemaal door te hebben. En
ik weet inmiddels ook wel hoe media werkt:
wat nu belangrijk wordt gevonden, is over
een paar maanden alweer vergeten.'
I"" heeft ermee leren leven dat hij
altijd werd gezien als de-zoon-
van. 'Aan de ene kant wen je er aan, maar
er is natuurlijk ook altijd de behoefte om te
bewijzen dat je meer dan dat bent. Door op
te groeien met twee ouders die allebei een
bepaalde bekendheid hebben, ben je altijd op
zoek naar eigen erkenning.' Toen hij trouwde
(eerst met Birgit Schuurman, vervolgens met
Elle van Rijn) herhaalde dat proces zich weer.
Stond hij wederom in de schijnwerpers, maar
dan met zijn vrouw. Op de rode loper. In de
bladen. In de columns die zijn vrouw schreef.
'Dan ben je ineens de-man-van. Het is ken
nelijk iets waar ik een haat-liefde relatie mee
heb. En het vervelende van die columns was,
dat mensen ook dachten dat ze me daardoor
echt kenden.'
Zijn nieuwe liefde heet Kaya en is ook In
disch. 'Als je het zo schrijft betekent het "rijk"
in het Indonesisch.' Zijn eigen naam heeft hij
dankzij de strip 'Kimo en Kaja' die verscheen
in het blad Okki. Het jongste broertje van zijn
moeder, met wie hij maar acht jaar scheelt,
las dat blad destijds. 'Kimo en Kaja zijn twee
eskimootjes. Maar Kimo was het jongetje en
Kaja het meisje. Dus bij mij is het, zeg maar,
A boy named Sue. Kennelijk hadden mijn
ouders die strip niet zo goed gelezen.'
Toch heeft het ook z'n voordelen: twee
ouders die beiden schrijven. 'Het maakte
niet uit hoe slecht mijn opstellen waren, de
leraren waren er altijd van overtuigd dat ik
ook kon schrijven. Als het minder goed was,
dachten ze: "We zullen het vast zelf wel niet
begrepen hebben." Dus uiteindelijk kreeg ik
altijd hoge cijfers.'
april 2013 17
Moesson #10 april 2013.indd 17
26-03-13 13:36