Op zoek naar Tijdens het speurwerk voor haar nieuwe krontjongboek stuitte Lutgard Mutsaers op Louis Adolph Bajetto. Louis was een gerespecteerde figuur in het upperclass muziekleven van Batavia begin 20ste eeuw. Hij maakte de popularisering mee van krontjong- en stamboelliedjes, Hawaiian, jazz en Hollywoodhits. Maar is er bewijs te vinden dat hij die genres ook speelde? En waar kwam zijn muzikaliteit eigenlijk vandaan? Lutgard Mutsaers ging op zoek naar deze bijzondere Bajetto. PORTRET Louis Bajetto Door Lutgard Mutsaers fotografie erven Bajetto De Bajetto's en Batavia Louis Bajetto (1882-1934) stamt uit een katholieke Duitse koopmansfamilie van ver moedelijk Noord-Italiaanse herkomst. De opa van Louis was getrouwd met een dame van lage adel en diende in het Pruisische leger. De vader van Louis, Georg Ferdinand Max Bajetto (1836-1884), roepnaam Max, zou de stamvader worden van de Indische Bajetto- dynastie. Max Bajetto wordt geboren in Frankfurt aan de Oder. Na zijn vaders dood in 1855 meldt Max zich in Harderwijk, de wervingsplaats voor het Nederlands-Indische Leger. In de rang van sergeant-majoor van de infante rie vertrekt hij naar Indië. Als topografisch tekenaar komt Max Bajetto in dienst van de genie, waar hij waarschijnlijk werkte aan de voorbereidingen voor het spoorwegennet op Java. In 1866 wordt Max bij Besluit van de gouverneur-generaal genaturaliseerd tot Nederlander. Max zet zich in binnen het sociale leven. Dat kunnen feestelijke ontvangsten zijn van KNIL-ers die uit veldslagen terugkeren, fancy fairs voor de minder bedeelden, vauxhalls (openluchtuitvoeringen, tuinfeesten) en bals, de huwelijksmarkten van de koloniale elite. Inmiddels heeft Max een relatie met een inlandse vrouw, die onbekend is gebleven. Er worden drie kinderen geboren, die Max alle drie erkent. Op de Koning Willem III School van Batavia werkt hij als algemeen onderwij zer en leraar tekenen en schoonschrijven op de HBS-afdeling. In 1870 is de wet aangenomen op vrij onder nemerschap voor Europeanen in Indië. De opening van het Suezkanaal in 1869 heeft de reistijd naar Indië verkort van drie maanden tot zes weken. De immigratiegolf van on dernemende nieuwkomers uit Europa is van belang voor de ontwikkeling van het Indische muziekleven: meer publiek. Een publiek dat al een zekere kwaliteit gewend is. Muzikale moederskant De vrouw voor wie Max de inlandse moeder van zijn kinderen in 1872 in de steek laat, is de zestienjarige Hendrika Gossow, roepnaam Rika. Zij is een dochter van de Luxemburger Adolph August Gossow en de gemengd- bloedige Louise Hecht. Net als Max Bajetto is Adolph Gossow als buitenlander in dienst getreden van het KNIL. Gossow is lid van de Stafmuziek, als uitvoerend musicus en arrangeur van potpourris van licht-klassieke werken. De Stafmuziek wordt ingezet voor militaire parades waar marsmuziek vereist is, voor diplomatieke ontvangsten waar het Nederlandse volkslied niet mag ontbreken, en voor societybals. Dan spelen kleinere ensembles van stafmusici walsen, polka's, schottisches en polonaises. Rika Gossow volgt in haar vaders muzikale voetsporen. Na haar huwelijk met Max Bajetto ontpopt ze zich als klassiek zangeres. In 1880 maakt ze haar podiumdebuut als mevrouw Bajetto-Gossow. In 1881 wordt Max jr. geboren. Op 12 september 1882, tijdens het verlof in Nederland, wordt Louis Adolph geboren in Den Haag. Hij is vernoemd naar oma en opa Gossow. Max sr. vraagt verlen ging van het verlof aan. Het derde kind, een meisje, overlijdt in 1884 kort na de geboorte. Nog voordat de verloftermijn is verstreken, gaat Rika met haar twee kinderen, maar zon- april 2013 41 Moesson #10 april 2013.indd 41 26-03-13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2013 | | pagina 41