der Max sr. terug naar Indië. Op Pasar Baroe, tegenover de schouwburg, vestigt ze zich als lerares in zang, muziektheorie en piano. Ze adverteert ermee dat ze haar muziekop leiding in Nederland heeft afgerond. Zoiets maakt indruk. Dan bereikt Batavia op 30 december 1884 het bericht van de dood van Max sr. op 18 novem ber. Max sr. was zeer gezien: Batavia reageert geschokt. Snel gaat Rika het podium weer op. In de schouwburg treedt ze op met aria's van Gounod, Von Weber en (de Nederlander) Verhulst. Ook organiseert ze concerten voor haar leerlingen. Max jr. en Louis gaan naar de Willem III School waar hun vader les gaf. Max is in de wieg gelegd voor een militaire loop baan. Hij krijgt zijn opleiding in Nederland. Louis treedt liever in de muzikale voetsporen van grootvader Gossow en moeder Rika. Zijn instrument is de viool. Het hoofdberoep van uitvoerend musicus zit er voor Louis niet in. Dat is not done in zijn tijd, in zijn milieu. Daar komt bij: ook bij de Stafmuziek moeten de musici voortaan een conservatoriumdiploma hebben, en die is uitsluitend te behalen buiten Indië. Indo-ondernemingen Een neveneffect van het overschot aan ervaren musici is de pijlsnelle opkomst van de Indische amusementswereld met zijn variété-, salon-, restaurant- en dansmuziek. Daar wordt niet naar diploma's gevraagd. In die wereld geven andere kwaliteiten de doorslag voor succes. Het zijn de 'Indische jongens' (zoals Indo-Europese mannen zichzelf en elkaar toen al noemden) die met de westerse instrumenten viool, cello, gitaar en dwarsfluit een eigen sound creëren in het Indische amusement, deels op basis van een oud-Indische volksmuziektraditie: krontjong. Bataviase jongeren als Max jr. en Louis Ba- jetto moeten wel het nodige hebben meege kregen van de opkomende Indische populaire muziek. Een ware rage is de Indische (gro tendeels Maleistalige) toneelrevue Komedie 42 Moesson Moesson #10 april 2013.indd 42 Stamboel, onder artistieke leiding van violist en acteur Auguste Mahieu uit Soerabaja. Als de Komedie Stamboel zijn tenten opslaat, is het feest in de stad. De entree is laag. Van 1891 tot zijn dood in 1903 is Mahieu's Indo onderneming de top. Indo-onderneming is een toverwoord in die tijd: een deel van de Indo-Europese bevolkingsgroep zet zich met succes in voor hun inhaalslag als volwaardige Nederlanders. In die tijd en context wordt het woord Indo heruitgevonden als geuzen naam, een begrip geladen met belofte en actie, met moderniteit. Is er misschien een directe aanleiding ge weest voor Louis en Max jr. om een stam boelvoorstelling van Mahieu te bezoeken? Hun halfzuster Ida Bajetto uit de eerdere relatie van Max sr. is in 1887 getrouwd met de Indo-Europeaan Willem van Lingen, klerk in Batavia. In Mahieu's entourage vinden we de naam Van Lingen ook terug. Of heeft hun halfbroer Otto, eveneens klerk in Batavia, de jongens getrakteerd op een avondje stam boel? Helaas is onbekend of er familiecontact was tussen de nazaten van Max sr. bij de verschillende moeders. Dansrage In 1905 schrijft Louis zich in aan de Rijksvee artsenijschool in Utrecht. Hij gaat over naar het tweede jaar, maar staakt dan de studie. In januari 1909 scheept Louis zich in voor terugkeer naar Indië. Een jaar later verschijnt Louis ten tonele als musicus. In Batavia werkt hij mee aan de liefdadigheidsconcerten die worden geor ganiseerd door Hans van de Wall, organist van de protestantse Willemskerk, en als romanschrijver bekend als Victor Ido. Maar als je Bajetto heet, heb je geen pseudoniem nodig. Na terugkomst uit Nederland zal Louis hoogstwaarschijnlijk gespeeld hebben bij een of meer dansorkestjes in de Europese horeca van Batavia. Dansen is een ware rage. De moderne ritmes van de foxtrot, de tango en de maxixe waaien over uit de Verenigde Staten, Argentinië en Brazilië. De dansbands spelen nieuwe nummers. Ze recyclen ook bestaande populaire melodieën en plakken er moderne dansritmes onder. Krontjong muzikanten doen hetzelfde met hun eigen repertoire. Aan de bak Louis werkt voor de Nederlandsch-Indische Escompto Maatschappij, de staatsbank, als hij in 1914 in Batavia trouwt met de tien jaar jongere Yva Schüller tot Peursum, secreta resse in dienst van het KNIL. Ze krijgen acht kinderen, van wie er drie overleven. Louis stort zich op de muziek. Hij is orkestleider van operette-uitvoeringen in de stads schouwburg van Batavia. Begeleidt solisten bij benefietconcerten. Is lid van het plaatse lijke Muziek- en Toneelverbond. Daarnaast is hij tweede violist in het bekende strijkkwar tet onder leiding van Leo van Maaren. Op Van Maaren rijmt men in Batavia: 'onuitputtelijk repertoire'. Met de violist Piet Latuperisa heeft Louis ook een eigen ensemble. Met Piet zal Louis zijn hele leven blijven musiceren. Samen verlenen ze in 1927 medewerking aan de serie Volksconcerten - klassieke orkest muziek voor een lage toegangsprijs - in de stadsschouwburg van Batavia. Inmiddels is niet alleen het uitgaansleven in Batavia veranderd, alles is veranderd. De Ma leistalige populaire muziek is een Indonesi sche aangelegenheid geworden. Miss Riboet is een superster. Indo-Europeanen hebben zich in 1919 verenigd in het Indo-Europees Verbond (IEV). In die context wordt veel gemusiceerd. Al vanaf het begin is het IEV nostalgisch naar de krontjong- en stamboel- muziek uit de tijd van Auguste Mahieu. In 1925 nog wordt Louis geprezen in de Indische Courant, naar aanleiding van het af scheidsconcert voor de repatriërende pastoor Van Rijckevorsel. 'De bekende namen op mu zikaal gebied', onder wie dus Louis Bajetto, 'waarborgden goede muziek'. Maar ook voor wat de snobs géén goede muziek noemen, haalt Louis zijn neus niet op. Zo werkt hij

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2013 | | pagina 42