I
Ik ben
echt in een Indische cultuur opgegroeid.
Mijn oma is daar geboren, mijn opa is er ook
geboren. Mijn oma is Indisch. Mijn opa niet,
maar er zaten daar natuurlijk veel Hollanders
die met Indo's trouwden.'
Het interview is nog maar amper begonnen
als Johannes Sigmond (Arnhem, 1974), beter
bekend als Blaudzun, uitlegt hoe het precies
zit in zijn familie. Normaal laat hij zich eigen
lijk alleen interviewen over zijn muziek. Heel
soms maakt hij een uitzondering voor zijn
andere passie: wielrennen. 'Het moet in prin
cipe wel te maken hebben met de dingen die
ik doe of maak.'
Voor Moesson maakt hij graag een uitzon
dering. Misschien ook wel omdat zijn passie
voor muziek direct te maken heeft met zijn
Indische afkomst, zoals later in het gesprek
duidelijk naar voren zal komen.
Voor het grote publiek leek het wel alsof hij
er ineens was. Blaudzun. Liedjesschrijver en
zanger. Altijd in het zwart gekleed. Met grote
bril en zwarte baard en een niet alledaags
kapsel. Die opviel met zijn akoestische gitaar,
banjo of ukelele en een snaar raakte met zijn
breekbare stem en melancholische muziek.
Die bijzonder in de smaak viel bij pers en
publiek. Voor kijkers van het tv-programma
DWDD en luisteraars van 3FM verscheen
hij het afgelopen jaar regelmatig voor de
camera en microfoon. Op de poppodia en
festivals stond hij steevast geprogrammeerd.
Begin dit jaar won hij de Edison in de cate
gorie beste mannelijke artiest vanwege zijn
album Heavy flowers, dat dit voorjaar ook in
de VS werd uitgebracht. Vorig jaar was al een
beetje zijn jaar, maar als de voortekenen niet
bedriegen wordt 2013 nog meer het jaar van
Blaudzun.
Hij is zich er van bewust dat hij gewild is en
dat hij nu overal voor wordt gevraagd. 'Dat
is een mechanisme dat zichzelf ook wel in
stand houdt. Dat snap ik heel goed. Maar
succes is nooit een doel. Niet het mijne in elk
geval. Het is ook een middel om te kunnen
blijven doen wat je het liefst doet.' En voor
hem is dat muziek maken. Liedjes schrijven.
Albums maken. En spelen. Heel veel spelen.
In 2007 maakte hij in eigen beheer de EP
Loveliesbleeding die hij rondstuurde naar een
paar platenmaatschappijen. Een paar rea
geerden meteen. Platenlabel V2 vroeg of hij
nog meer nummers had. Ja hoor, zei hij. Kun
je dan ook een album maken? Ja hoor, zei hij,
dat is goed. Inmiddels zijn er drie albums van
hem uitgebracht, Blaudzun (2008), Seadrift
Soundmachine (2010) en Heavy Flowers
(2010).
'In het begin is het voor mij geleidelijk ge
gaan. Maar als je met je kop op tv bent, dan
word je veel herkend. Inmiddels ben ik daar
aan gewend. Al blijft het ook raar. Toen ik
hiernaartoe liep, viel het me toch wel op dat
heel veel mensen op straat naar me keken.
Terwijl ik dan denk, jongens: ik loop hier toch
wel vaker?'
Vorig jaar kreeg hij ook een uitnodiging
om te komen spelen in het Erasmushuis in
Jakarta. Het paste helaas niet in zijn drukke
tourschema. 'Het zou leuk zijn als ze me weer
zouden vragen. Ik ben nog nooit in Indonesië
geweest. Ik ben erg benieuwd hoe het er
is. En dan wil ik hoe dan ook in Solo spelen,
want daar is mijn oma geboren.'
Zijn oma is nu negentig. 'Ze heeft in het
jappenkamp gezeten en nu ze ouder wordt
vertelt ze daar heel veel over. Omdat het in
de familie zo raar verdeeld was met Indo's en
Hollanders werd ze voor de keus gesteld bij
wie ze wilde horen. Ze kon buiten de kampen
blijven, alleen zouden haar zussen wel het
kamp in moeten. Na de oorlog hebben ze ook
nog in Republikeinse kampen gevangen ge
zeten. Hoe het precies zat, weet ik niet, maar
ze hebben het me wel zo verteld.'
Vorig jaar ging hij met zijn oma naar
Auschwitz. 'Daar wilde zij heel graag naartoe
en ik ook. Een tante was met ons mee. We
hebben het die hele reis heel veel over de
jappenkampen gehad. Dat waren natuurlijk
geen vernietigingskampen, maar ik merkte
dat ze heel graag wilde vertellen over het
idee van gedwongen vastzitten. Ik vond dat
heel bijzonder. En ik vond het heel gaaf om
met mijn oma gearmd door zo'n kamp te
lopen. Ze kan nauwelijks meer lopen, dus de
hele tijd heb ik haar aan mijn arm gehad. Een
klein Indisch vrouwtje. En ik daar dan naast
ja. Het zag er niet uit natuurlijk.'
Het was een gebeurtenis die echt de kern
van de dingen raakte, zegt hij. Bijzonder,
want zulk direct contact durven Indische
mensen niet vaak aan te gaan. Te confron
terend. Liever praten ze eromheen. Met veel
lawaai en gedoe. Of ze houden hun mond en
doen of er niets aan de hand is. Hij herkent
het geschetste beeld. Zegt: 'Is dat niet typisch
Indisch dan?'
Vroeger sprak zijn oma ook niet over het
verleden, zegt hij. 'Ik merk dat het iets is van
de laatste jaren. Als je haar erover vraagt,
dan begint ze er meteen over te praten. Ik
merk ook dat ze het fijn vindt om het te
delen. Eerder leek het alsof ze het altijd wilde
weghouden.'
Zijn oma gaat ook ieder jaar naar de grote
Indië-herdenking op Bronbeek. 'Ik ben nog
nooit mee geweest. Ik wilde dit jaar, maar
dat is niet gelukt. Mijn zus en een tante gaan
dan mee. Mijn opa was in Nagasaki geïnter
neerd en mijn oma is op zoek gegaan naar
mensen die samen met hem in het kamp
hebben gezeten. Inmiddels heeft ze ook een
paar daarvan ontmoet.'
'Opa Sigmond werkte voor het ministerie van
Landbouw. Ik geloof dat hij in Probolinggo
12 Moesson
Moesson #11 mei 2013.indd 12
24-04-13 18:26