maar de helft van mijn geboortegewicht. Mijn moeder sloeg de dekentjes altijd maar snel toe; ze kon niet aanzien hoe ondervoed ik was. Zij had ook helemaal geen melk, ik werd met een lepeltje gevoerd, want ze had tepelkloven. Peter Schilperoort werkte in de gaarkeuken en gaf ons een schep extra, omdat mijn vader in zijn band had gespeeld. Dat heeft ons geholpen om het net te halen. Toen mijn vader na de oorlog geen werk kon vinden, dacht hij aan Indië. Hij hield nog altijd van het land, van het klimaat, de sfeer lag kennelijk nog dichtbij. Hij vertrok in '45 met een troepentransport en een jaar later volgden mijn moeder en ik.' Aimées vader wil als ingenieur wat aan de opbouw van het land doen, maar stuit direct op corruptie. 'Ik had schatrijk terug kunnen komen', vertelt hij later. Als controleur in het stoomwezen moet hij de enorme drukketels van wasserijen keuren. De Chinese bedrijfs leiders hebben er een hoop voor over om de ketels goedgekeurd te krijgen. 'Maar mijn vader was ontzettend straight en hij heeft dat niet gedaan, want dat was levensgevaar lijk voor de mensen die er werkten.' Ook in Indië heerst woningnood en voedseltekort en in die eerste maanden gaat vrijwel het hele salaris op aan hotelkosten. Het gezin Rhemrev komt van de regen in de drup. Als ze eenmaal zelfstandig wonen in Semarang gaat het beter, toch merkt Aimées vader dat er van alles is veranderd in Indië. 'Wij hebben later over die periode heel weinig gesproken. Ze hadden best een leuke tijd in Semarang, ze gingen veel uit, naar de 14 Moesson Moesson #2 augustus 2013.indd 14 24-07-13 18:13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2013 | | pagina 14