Door de oorlog in Indië
werden tienduizenden mensen
van elkaar gescheiden. De
grootouders van Moesson
hoofdredacteur Marjolein van
Asdonck, waren daar twee
van. Terwijl haar opa door de
Japanners werd afgevoerd
om te werken aan de Birma-
Siam spoorlijn, bleef oma met
kinderen achter m Batavia.
Na de capitulatie komt hun
correspondentie moeizaam
op gang.
Foto die Jack
van Asdonck
naar Corrie stuurde
in 1946.
MIJN LIEFSTE DADDY
Jij UUUr\\ oMs mij
Door Marjolein van Asdonck
Foto's privé-archief Ruud van Asdonck
Mijn man herinnert zich nog goed hoe hij als
achtjarige jongen zijn ouders de correspon
dentie van zijn oma en opa zag verbranden.
Het was een van de laatste uitdrukkelijke
wensen van zijn opa geweest. Dat doet mij
des te meer beseffen hoe gezegend ik ben
met de briefwisseling van mijn grootouders.
Na de dood van mijn opa en later mijn oma,
heeft mijn vader de oude adjudantswoning
aan het Kazerneplein in Gorinchem leegge
ruimd. Toen kwam ook het bundeltje met de
briefwisseling van mijn opa en oma van vlak
na de oorlog tevoorschijn.
Jacques Willem van Asdonck (Rangkas-
bitoeng 1914-Gorinchem 1991) en Corrie
Jeanne Mathilde Rötschke (Meester Cornelis
1916-Gorinchem 1995) zagen elkaar voor
het eerst bij een tennisclub in het Batavia
van eind jaren dertig. Indische jongens en
meisjes waren ze: mijn opa een tjampoeran
van Javaans, Nederlands, Armeens en Japans
bloed en mijn oma een gado-gado van onder
meer Duitse en peranakan-Chinese voorou
ders. Mijn oma zette direct haar zinnen op
hem; knap en goedlachs als hij was. De ken
nismaking leidde tot een huwelijk op 31 mei
1939 in de kathedraal aan het Waterlooplein.
Voor de grap bonden de bruiloftsgasten die
nacht een belletje onder het matras van het
bruidsbed.
Mijn oma, Corrie, was tijdens de oorlog
buitenkamper in Batavia en had de zorg over
haar twee kleine kinderen - mijn tante Bea
en mijn vader Rudie - haar moeder Oma
Trees en haar geestelijk beperkte zus Tante
Jaja. Mijn opa, Jack, was aan het begin van
de oorlog opperwachtmeester bij het KNIL,
werd krijgsgevangen gemaakt en gedwon
gen te werken aan de Birma-Siam spoorweg.
Op 16 oktober 1942 werd hij samen met de
rest van de zogenaamde Java-party met het
schip Tacoma Maru afgevoerd naar Thailand.
'Mijn liefste Daddy'
Na de capitulatie van Japan, drieënhalf jaar
later, kwam het troepentransport van de
ex-krijgsgevangenen maar langzaamaan
op gang. Mijn opa heeft nog ruim een half
jaar in Thailand moeten blijven voordat hij
eindelijk op 25 maart 1946 zijn gezin weer
terugzag. De briefwisseling van mijn opa
en oma stamt uit de periode september
'45 tot en met maart '46. Mijn opa, toen 32
jaar, bevond zich in een kampement voor
ex-krijgsgevangenen in Petchaburry en
vanaf eind januari in Bangkok. In het begin
komt de correspondentie moeilijk op gang,
brieven komen niet aan en telkens wordt
geverifieerd welke brieven nu wel of niet zijn
ontvangen. Brieven van hem zijn steevast
geadresseerd aan 'Mijn eigen allerliefste
vrouwtje' en die van haar aan 'Mijn liefste
Daddy'; haar koosnaam voor hem die ik mij
nog herinner uit mijn kindertijd. Naast dat
de brieven een historisch beeld geven van de
situatie waarin zij - en duizenden anderen
met hen - zich bevinden, geven ze ook een
beeld van de emoties die een jong echtpaar
doormaakt in een oorlogssituatie, duizenden
kilometers van elkaar gescheiden. Voorzich
tig aftastend stellen ze elkaar op de hoogte
van hun belevenissen van de afgelopen jaren
augustus 2013 21
Moesson #2 augustus 2013.indd 21
24-07-13 18:14