'Verder herken ik veel van mijn opa in mezelf. Ik lijk qua gedrag erg op hem. Dat koppige dus. Misschien is dat Indisch, maar zeker weten doe ik dat niet.' INTERVIEW nog heel lang gezocht naar haar stoffelijke resten, maar die heeft hij nooit gevonden.' Wat zijn opa hem over vroeger vertelde kwam er in flarden uit, zegt Jitse Groen. 'Ik weet niet waarom dat was. De grote verhaal lijn erin heb ik nooit kunnen ontdekken. Op familiefeesten probeerde ik het er wel uit te krijgen. Ik heb nog wel geprobeerd de naam van dat kamp op te zoeken en die heb ik ook nog wel ergens opgeschreven, geloof ik. En later heb ik zelf nog wat onderzoek naar die tijd gedaan. Naar de Bersiap ja. Dat ze na de oorlog door de Japanners beschermd moes ten worden tegen de Indonesiërs. Zoiets is mijn familie inderdaad overkomen.' Zijn opa overleed drie jaar geleden. John Lobry heette hij. 'Dagblad Trouw heeft nog een in memoriam aan hem gewijd.' Zijn oma heet Erna Lübeck. 'Ze heeft me geleerd hoe ik bapao moet maken. Altijd heel bedrijvig in de keuken - spekkoeken maken, dat werk - maar na de dood van mijn opa werd dat minder. Het begint nu een beetje terug te komen.' Sinds zijn opa is overleden probeert hij vaker bij zijn oma langs te gaan. 'Op verjaardagen van de familie ben ik er altijd. Ik kom uit een hechte familie. In de loop van de jaren is dat wel minder geworden, want ie dereen heeft het druk met zijn werk, maar bij mijn oma probeer ik zo vaak mogelijk langs te gaan. En mijn moeder komt natuurlijk heel vaak bij haar.' Hij reist graag en voor zijn werk moet hij vaak naar het buitenland. 'Ik ben op veel plekken in de wereld geweest, maar nog nooit in Indonesië. Ik denk dat ik heus nog wel een keer ga. Ik heb gezien dat er een eten-bestelsite is in - haha, ik wilde bijna Batavia zeggen - Jakarta... Indonesië..., ach ik weet het niet. Ik ga er vast ooit nog wel heen.' Zijn opa en oma zijn nooit teruggeweest naar Surabaya. 'Mijn oma was echt bang voor Indonesiërs. Die heeft daar een trauma aan overgehouden. Dan zeg ik: oma, die doen je nu echt niks meer hoor. Maar vergeet niet dat mijn opa en oma langer in Nederland dan in Indonesië hebben gewoond. Indische Nederlanders zijn gewoon Nederlanders. De Indische gemeenschap in Nederland is vooral een Nederlands-Indische gemeenschap, denk ik. Het Indië dat ze hebben achtergelaten is weg. Het kan alleen maar tegenvallen als je er nu naartoe gaat hè. Mijn zus is wel geweest, mijn moeder is erheen geweest. Gingen ze naar oude graven van familiele den, maar die graven waren helemaal over woekerd en op het kerkhof liepen allemaal drugsverslaafden rond. Het oude huis in Surabaya stond er nog, maar het is natuurlijk niet hetzelfde meer als het huis uit de verha len. Ik heb nooit de aandrang gehad om daar naartoe te gaan. Ik heb vooral een link met mijn familie, met mijn grootouders. Niet met dat land. Mijn moeder heeft dat nog wel, die heeft wel een band met Indonesië. Ik niet.' Zijn broertje en zijn zus zien er een stuk Indi- scher uit dan hij. 'Ik ben nogal aan de bleke kant, maar ik word wel snel bruin.' Indische mensen herkennen toch vaak een Indo in hem. 'Ik denk dat de meeste Indo's elkaar wel herkennen, ook als het halve Indo's zijn.' Hij lacht. 'Het punt is dat Indo's zo zijn geïnte greerd in de Nederlandse samenleving, dat andere mensen vaak denken: Indo? Waar heb je het over?' Soms gaat hij mee naar de Pasar Malam. Dat doet hij voor zijn oma. De laatste keer was twee jaar geleden in Den Haag. 'Nee, ik ben niet verbaasd als ik zoveel Indische mensen bij elkaar zie. Er wonen hier veel mensen die een band met Indië hebben. Nederland heeft daar natuurlijk heel lang gezeten hè. Het rare is dat die link zomaar ineens verbroken is en dat er nauwelijks pogingen zijn gedaan om die link enigszins op een beschaafde manier te herstellen. En eigenlijk is dat ook weer te laat. Je had dat een jaar of twintig geleden moeten doen, toen de eerste generatie nog leefde en er nog veel Indonesiërs waren die Nederlands spraken.' 'Ik weet wel dat mijn roots daar liggen, maar ik sta er nooit bij stil dat ik naar mijn Indische familie ga, het is gewoon mijn familie. Ik ben geboren in Delft, ik ben opgegroeid op een boerderijtje in Noord-Holland. Meteen achter ons huis begonnen de weilanden met koeien. Ik hou van pindakaas, ik schaats graag. Ik moest elke dag tien kilometer door de polder naar school fietsen.' Misschien dat zijn bedrijfsvoering daarom ook echt Hollands is. 'We letten goed op de kosten en doen geen rare dingen.' En wat ook wel typisch Hollands is: beschei den hoeft zijn Thuisbezorgd.nl allang niet meer te zijn. In de begintijd - nog voor de komst van de euro - vroeg hij als naïeve IT'er voor iedere bestelling 50 cent, ongeacht het bedrag. Nu rekent zijn bedrijf 10% van het bedrag waarvoor wordt besteld. Met de 100 miljoen euro aan bestellingen, die het bedrijf in 2011 haalde, betekende dat een omzet van 8 miljoen euro (in 2011 was de fee 8%). De laatste jaren is het heel hard gegaan. Toen hij in 1999 begon dacht hij in de eerste plaats niet eens aan geld verdienen, zegt hij. 'Ik had geen idee dat we de grootste eten-bestelsite van Europa zouden kunnen worden. Maar inmiddels gaat het wel hard die kant op. In Nederland zijn we al veruit de grootste. En ik blijf me verbazen. Ik dacht dat we hier op een gegeven moment wel klaar zouden zijn, maar alleen al in Nederland kunnen we zeker nog drie keer zo groot worden. Er komen nog steeds nieuwe restaurants bij. Geen idee waar die allemaal vandaan komen.' oktober 2013 17 Moesson #4 oktober 2013.indd 17 4®+ 25-09-13 14:59

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2013 | | pagina 17