Column
Poirrié's Perikelen
De Tweede Beeldenstorm
W
Boetje is altijd in de contramine. Was hij in Indië al. Als ik de zon
achter de wolken zag schijnen, voorspelde hij donder en bliksem. En
als ik zin had om te gaan zwemmen, wilde hij achter de meiden aan.
Kwam wel op het zelfde neer, maar ik bedoel maar.
Laatst ook, bakte hij ze helemaal bruin. Dat was voordat ambassadeur
Retno Marsudi had onthuld dat Indonesië geen prijs stelde op excuses
voor de oorlogsmisdaden in de periode 1945-1950, en onze regering
toch op de knieën ging voor een algemeen historisch ampoen, op de
Nederlandse ambassade in Jakarta, voor het tv-oog van de wereld en
ten overstaan van enkele Weduwen van Rawagedeh, in een nogal kille
ceremonie waar de Indonesische regering geen afvaardiging voor
over had.
Hadden Boet en ik het er dus over dat Den Haag had geweigerd mee
te betalen aan een allesomvattend onderzoek naar die oorlogsmisda
den en waren we het daar allebei mee eens, maar vond Boet het toch
ontzettend slap dat die beslissing gebaseerd was op de weigering van
Indonesië om een dergelijk onderzoek te ondersteunen.
'Geef dan toe dat je bang bent de handelsbetrekkingen te bederven
en verkoop geen smoesjes', bitste hij.
En voegde er aan toe dat hij sowieso tegen al dat oprakelen was. Zei
ik daarom dat het een wetenschappelijk onderzoek betrof en geen
heksenjacht, er dus geen heisa van hoefde te komen. Maar dat was
olie op het vuur gooien. Herinnerde Boet me aan de feilloos uitge
komen voorspelling van de witte karbouw die naar zijn eigen stal
repatrieert en zei op sarcastische toon: 'Als je tegen hun wil op hun erf
gaat grazen, zeggen de Indonesiërs terecht: Je hebt hier niks meer te
zoeken, sjok maar terug naar je eigen kandang. Of nog erger: ze laten
je begaan tot ze denken dat het genoeg is geweest. Om dan het initi
atief over te nemen en zelf aan de slag te gaan met wat je gevonden
hebt. Alleen beperken ze zich dan niet tot de periode 1945-1950 en
gaan helemaal terug tot 1596. Toen ene Houtman als eerste Belanda
met vier bewapende koopvaarders de Baai van Bantam binnenviel.
Hoeven ze alleen nog die geweldige tv-serie over de VOC en ons la
gere schoolboekje Geschiedenis van Nederlandsch-Indië te raadplegen
om alle binnenlandse oorlogen, strafexpedities en andere tuchtigin
gen van 1596 tot 1950 op de rol te kunnen zetten. Krijgen we een serie
rechtszaken aan de broek die we allemaal verliezen en worden we
opgezadeld met een vracht schadeclaims waar onze kindskinderen
nog krom voor moeten liggen. Taai koekje van eigen deeg, of niet?'
En uitdagend: 'Wedden dat het polderland dan overspoeld wordt
door een golf van berouw en er een Tweede Beeldenstorm opsteekt
die onze laatste koloniale helden van hun sokkels smijt?'
Als Boet op zijn stokpaardje zit, kan hij te keer gaan als een koeda
kèpang, vliegt het schuim je om de oren. Of hij valt er af en gaat zit
ten mokken. Net als bij de perkara van de dienstweigeraars die de bak
in moesten omdat ze geen 'onschuldige mensen' in Indië dood wilden
schieten. En nu hun veroordeling teruggedraaid proberen te krijgen
bij de Hoge Raad. Dacht ik dat Boet zou ontploffen, maar slaakte hij
alleen een diepe zucht en zei gelaten: 'Dat gedoe over gewelddadig
heden in Indië werkt in het voordeel van die gewetensbezwaarde
jongens. Die worden straks gerehabiliteerd en tot nationale helden
verheven. Komen de vrijgekomen sokkels
nog van pas.'
Jack Poirrié groeide op in Batoeradja en woont
sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft Jack
Poirrié in Moesson over zijn perikelen.
oktober 2013 19
Moesson #4 oktober 2013.indd 19