UIT DE KUNST potten maken die hij in de door hem opge richte bloemenwinkel Sheherezade, op de hoek van het Noordeinde en de Hogewal in Den Haag, verkoopt. Hij schikt met plezier bloemstukken, die hij op een smaakvolle manier in de etalage van de winkel etaleert. De werkplaats verhuist in 1927 naar Voor schoten waar het fabriekspand van Groe- neveldt's aardewerk in 1941 wordt geopend. Hij is artistiek directeur van de fabriek en geeft leiding aan een groep ontwerpers, draaiers, vormgevers en glazuurders. Naast seriematig werk wordt er ook vrij werk vervaardigd, waarbij vorm en glazuren in harmonie zijn. De fabriek heeft tot 1972 bestaan. De vormgeving van zijn vazen en potten en de glazuren zijn sterk beïnvloed door Oosterse keramiek. Hij zal de liefde voor Oosterse en met name Chinese kunst zeker van zijn vader hebben mee gekregen. Zelf wil hij graag vertellen dat een Indo-Chinese voormoeder van moeders kant, Li Qui Njo daar debet aan is. In het laatste periode van zijn carrière van 1972-1979 is er sprake van een artistieke opleving. In de serre achter zijn woning ontstaan dekselpotten en vazen met mooie glazuren, die gedraaid worden door zijn partner Jacques Huyser en oud-medewer ker Jan Wisse. Deze potten staan op losse onderstukken zoals bij het Aziatische kera miek. De deksels worden versierd met door Pieter Groeneveldt geboetseerde, gestileerde figuurtjes. Het glazuren neemt hij ook voor zijn rekening. Deze poëtische en zeer oosters aandoende unica, zijn naar mijn mening het mooiste van zijn oeuvre. Dekselpot collectie Museum Voorschoten, ex-coll. Francine Briët. Met dank aan Robbert de Vries en Henri Boshouwer Kroet FOTO: LEENDERT JANSEN Frans Leidelmeijer bespreekt iedere maand kunst die is ontstaan uit Europese en Indische kruisbestuiving. Hij werd in Batavia geboren en kwam op zesjarige leeftijd naar Nederland. Zijn vader Willem-Pieter Groeneveldt was een befaamd sinoloog en werkte aanvankelijk als tolk in China en later als bestuursambtenaar en tolk in Indië, waar hij zelfs opklom tot vice-presi dent van de Raad van Indië. In Parijs volgt Pieter Groeneveldt (1889-1982) een kunstopleiding om daarna aan de Rijks Academie voor Beeldende Kunsten in Am sterdam teken- en schilderlessen te volgen. Als zijn vader in 1915 sterft, breekt hij deze studie af. Hij vestigt zich in Den Haag als portretschilder, maar kan zich niet verenigen met de wens van zijn, voornamelijk vrouwe lijke, opdrachtgeefsters die een flatterend portret willen in plaats van levensecht. Meer bevrediging vindt hij in het beschilderen van zijden shawls, waaiers en een enkele kamer schut. Met dit werk is hij redelijk succesvol. Vanaf 1923 maakt zijn carrière een omme zwaai, hij gaat pottenbakken. Met vallen en opstaan leert hij zichzelf de techniek van pottenbakken aan. 'Het is tenslotte tekenen in de ruimte', zei hij een keer in een interview. Rond die tijd exposeerde hij ook in de Sema- rangse Kunstkring in Indië met keramiek. In Wassenaar richt hij in 1925 een werkplaats op, waar hij en zijn medewerkers vazen en oktober 2013 25 Moesson #4 oktober 2013.indd 25 25-09-13 14:59

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2013 | | pagina 25