INDONESIË
dra ik bij eentje op bezoek was geweest werd
met de tong-tong het nieuws verspreid dat
ik in het land was en liep ik de kans dat juist
dat ene familielid dat ik nooit meer wilde
ontmoeten, mijn hotel binnenliep om geld
van me te lenen.
Het Javaanse echtpaar
In de trein leerde ik een Javaans echtpaar
kennen dat veel voor mij ging betekenen.
Hun gastvrijheid was bijzonder. Ze spraken
beter beschaafd Nederlands dan de gemid
delde Nederlander. Hun verhalen over de
oude tijd en hun lessen over het nieuwe
Indonesië waren niet de enige reden om
telkens weer bij ze op bezoek te gaan. Ik
voelde me er thuis als nergens anders op
Java. Dit echtpaar speelt een hoofdrol in mijn
boek De honden van Slipi. Zij ontfermden zich
over mijn familie wanneer die uit Nederland
overkwam en mijn familie nam het echtpaar
in huis als het na lang sparen de overtocht
naar Nederland ook eens waagde. Tante Titi
wilde ooit met eigen ogen de groene wei
landen zien waarover ze als kind op school
had gelezen en de sneeuw van Zwitserland.
Tijdens hun bezoek vond in de achtertuin van
mijn ouders een heel bijzondere ontmoeting
plaats tussen een goede kennis van mijn
ouders en oom Tom. Ze ontdekten al pratend
dat ze tijdens de Bersiaptijd op elkaar had
den staan schieten. Ze omhelsden elkaar
hartelijk toen ze daarachter kwamen. Door
oom Tom en tante Titi bleef ik in Jakarta
terugkomen. Toen echter eerst tante Titi en
een paar jaar later oom Tom overleed, waren
de redenen om Jakarta te bezoeken voorgoed
verdwenen.
Iedereen gelijk
Afgelopen november, wachtend op het
vliegveld op de dame die mij en mijn man
Ivan Wolffers naar ons hotel in Jakarta zou
brengen, komen de herinneringen boven aan
oom Tom en tante Titi. Ze stonden er altijd op
om ons af te halen en weg te brengen, ook
al waren ze niet erg bemiddeld en kostte elk
ritje met hun chauffeur hun meer dan vijf,
zes maaltijden. Oom Tom was eigenlijk van
Javaanse adel, maar had daarvan afstand ge
daan omdat hij zich inzette voor de revolutie
en dan moest je ervan uitgaan dat iedereen
gelijk was, zei hij. Zijn bezittingen droeg hij
na de Tweede Wereldoorlog over aan de TNI.
Zijn familie-eigendommen werden geruild
tegen wapens en voedsel dat ze nodig had
den in hun strijd voor de onafhankelijkheid.
Zijn kornuiten uit de revolutietijd die het net
als hij tot generaal hadden gebracht, waren
inmiddels corrupt geworden en hadden
zichzelf verrijkt met gemeenschapsgeld. Hij
schudde daar zijn hoofd over en was niet van
plan om eraan mee te doen. Tante Titi was de
zus van Hoegeng, hoofd van de staatspolitie,
die een corruptieschandaal van een familie
lid van president Soeharto wilde aanpakken
en daardoor uit zijn ambt werd gezet en als
staatsvijand beschouwd.
Bij ons vertrek schoven we altijd stiekem
ergens in huis onder een gehaakt kleedje
genoeg bankbiljetten om zonder schuldge
voel weg te gaan. Het leek altijd of ze dat
geld al gevonden hadden voordat we op het
vliegtuig zaten en het in dat uurtje samen
op het vliegveld helemaal met ons wilden
opmaken. Terwijl wij aan het inchecken
waren kochten ze voor mijn zoon een reus
achtig formaat Toblerone-chocolade, terwijl
de prijzen van de kraampjes op het vliegveld
al zo wanstaltig hoog waren. En hoe we ook
ons best deden om hun bij het afscheid op
nasi rames te trakteren, zij waren ons altijd
voor met betalen.
Onmiskenbaar Java
We worden ondergebracht in een guest
house waar de inrichting is alsof de tijd heeft
stilgestaan. Alleen de mandibak ontbreekt. Er
is een douche met warm en koud stromend
water. Jakarta is een geciviliseerde stad.
Maar de kamer is waarschijnlijk naderhand
aangebouwd door de eigenaar zelf. Heel
komisch staan er wel gezellig twee stoelen
en een tafeltje in het tuintje onder het raam
naast ons bed, maar er is geen deur naar toe.
Als ik bij de receptie vraag hoe we vanuit
januari 2014 23
Moesson #7 januari 2014.indd 23
23-12-13 15:54