0 Het Java van Bloem VAN BLOEM INDONESIË onze kamer op de veranda kunnen geraken, loopt hij terug naar onze kamer en haalt een gesloten deur aan de andere kant van de ruimte van het slot, die uitkomt op een ander afgegrensd deel van de tuin dat we vanuit ons raam niet kunnen zien. Hij wijst naar twee stoelen waarop we voor een raam kunnen plaatsnemen en als ik door dat raam gluur kijk ik uit op het keurig opgemaakte bed van de kamer naast ons. 'Kunnen we niet terecht op de stoelen voor ons eigen raam?' vraag ik, terwijl ik het ant woord al weet. Met een stoïcijns gezicht zegt de vriendelijke jongeman: 'Nee mevrouw, daar is geen deur naar toe.' 'Kan ik er dan via een andere route, via de hoofdtuin wel naar toe?' vraag ik. 'Of moet ik via het raam?' 'Het raam kan niet open', is zijn antwoord. 'Hoe kan ik er wel naar toe?' 'Ik weet het niet, mevrouw', zegt hij. 'Is het pas nieuw?' 'Nee, al lang geleden gebouwd, mevrouw.' 'Weet je niet wie er wel kan zitten?' vraag ik, en ik besef dat ik hem terg met mijn Wes terse manier van doorvragen. 'Ik weet het niet, mevrouw', zegt hij terwijl hij richting deur schuifelt, licht buigend, om zich uit de voeten te maken. 'Zijn die stoelen bij ons raam voor de mensen in de kamer links van ons?' vraag ik naar de bekende weg. 'Misschien, mevrouw', zegt hij, en hij knikt nogmaals, buigt nu dieper en vraagt: 'Permis sie?' Dit is Java, weet ik, onmiskenbaar Java. In beweging Die avond rijden we met een oude vriend, journalist, naar Salihara om op het dakter ras de receptie van het festival bij te wonen. Goenawan Mohamad en Ayu Utami zijn in opperbeste stemming. Het festival wordt erg goed bezocht en de diverse optredens vallen erg bij het publiek in de smaak. Het is aangenaam op het dakterras, niet te warm en zeker niet fris. Er is een uitgebreid buffet. Er wordt tjendol geschonken zoals ik die nog uit mijn jeugd ken. Ayu Utami stelt ons voor aan haar echtgenoot Erik Petraya, en het klikt meteen tussen Ivan en hem. Ze spreken voor de volgende dag af om samen foto's van de stad Jakarta te maken. Ivan vertelt over ons nieuwe boek Het Java van Bloem en welke ontbrekende foto's hij nog nodig heeft: files, de tegenstellingen tussen arm en rijk, de grote gebouwen en de gekte van het verkeer. Erik is een fotograaf die zichzelf al vijfen twintig jaar geleden tot doel heeft gesteld om deze wereldstad in beeld te brengen. En daarom loopt hij al vijfentwintig jaar het zelfde rondje om deze stad die voortdurend in beweging is vast te leggen. Ayu Utami wil mij aan haar uitgever voor stellen. Er ontstaat meteen al een soort vriendschap. We zijn onder de indruk van de bijzondere ambiance. Het belooft een mooie tijd in de hoofdstad te worden. Mijn weerzin tegen de vervuilde drukke stad is op die avond, op dat dak van Salihara, als sneeuw voor de zon vertrokken. Meer liefde In de dagen die volgen maak ik gebruik van het op vele fronten verbeterde openbare vervoer, zoveel ik kan. De speciale busbaan wordt weliswaar tijdens files door bromfiet sen en motoren in beslag genomen, maar de bussen zijn comfortabel vergeleken met vroeger. We ontkomen er echter niet aan om dagelijks toch minstens drie uur en soms wel zes uur in de taxi door te brengen. Ik zie veel van de stad en ik loop op sommige dagen zelfs zeven tot acht kilometer in de hitte langs de drukke wegen. De echtge noot van Ayu Utami is de beste gids die je je kunt voorstellen en hij neemt ons mee naar plekken waar nooit buitenlanders komen en waarover ik nog veel verhalen zou kunnen schrijven, terwijl de kopij voor Het Java van Bloem al is ingeleverd. Ik besluit in elk geval nog een verhaal toe te voegen over hoe er met voeding en de warenwet wordt omge gaan en besef dat we inmiddels nog wel een tweede Java-boek zouden kunnen maken. De uitgever van Ayu Utami wil drie van mijn romans in Indonesië uitbrengen, Ivan maakt duizend keer meer foto's dan hij voor ons boek kan gebruiken, en op het eind van ons verblijf in Jakarta lees ik voor in het theater van Salihara aan een zeer geïnteresseerd publiek. Het is een volle zaal, en ik treed op met vier Indonesische auteurs in The Night of the Masters. Met tegenzin pak ik de volgende dag mijn koffer weer. Ik had hier nog wel minstens drie weken langer willen blijven. Ik hou van Jakarta, juist omdat het zo'n waanzinnige stad is. Misschien dat als mijn boeken ver schijnen er een reden en gelegenheid is om hier weer te komen en dan liefst wat langer, met een rondrit over Java, het liefst samen met Ayu en Erik, onze nieuwe vrienden die we erg zullen missen straks. Door Marion Bloem en Ivan Wolffers Arbeiderspers: 192 pagina's (gebonden) ISBN: 978 90 295 8896 6 Prijs: 25,- Moesson mag vijf keer Het Java van Bloem verloten! Meedoen? Stuur voor 14 januari een mail naar redactie@moesson.com met in het onderwerpsveld 'Het Java van Bloem'. Of stuur een kaartje naar: Moes son, postbus 2074, 3800 CB in Amersfoort. Vergeet uw adresgegevens niet! ianuari 2014 25 Moesson #7 ianuari 2014.indd 25 23-12-13 1554

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2014 | | pagina 25