'Volgens mij is dat ook de essentie van dat
aanpassen. Je best doen, niet opvallen, stiekem beter zijn.
Dat heeft mijn vader aan ons meegegeven'
oma was op slag dood en mijn opa is een
paar maanden later aan zijn verwondingen
bezweken. Maar volgens ons ook aan zijn
verdriet.'
Haar opa was een strenge man die zijn kin
deren leerde zo Nederlands mogelijk te zijn.
Vooral niet te Indisch. Toch had haar vader
ook eenmaal in Nederland veel Indische
vriendjes. In Den Haag met zoveel kinderen
die uit de kolonie kwamen ging dat bijna
vanzelf.
Ook toen zijzelf en haar oudere zus waren
geboren, zou haar vader het Indische altijd
blijven opzoeken. 'Niet zozeer in de buiten
wereld, maar bij vrienden en familie. Het
was toch wel een soort Indische gemeen
schap waarin wij leefden. Veel kinderen uit
de buurt en op school waren Indisch. De
buurvrouw had in een jappenkamp gezeten.
Mijn oom in een Japans krijgsgevangenen
kamp. De beste vriend van mijn vader was
Moluks. Mijn zus basketbalde bij VODO, de
Vereniging Opgericht Door Overbruggers.
Mijn vader was er voorzitter. We gingen naar
de Pasar Malam toen die nog in de Houtrust
was. Dat was niet bijzonder, dat hoorde er
gewoon bij.'
Tijdens de opening van de tentoonstelling
Aanpassen! zei u dat identiteit een politiek
onderwerp is geworden.
'Sinds Pim Fortuyn zijn identiteit en afkomst
heel politieke thema's geworden. Er wordt in
het publieke debat veel meer over gesproken.
Vroeger had niemand het erover.'
U vertelde ook dat het thema 'aanpassen' in
uw eigen leven daarentegen wel heel herken
baar was.
'Ik denk dat veel mensen die bij de tentoon
stelling aanwezig waren dat herkenden. Van
hun ouders hebben ze meegekregen dat ze
beter moeten zijn dan anderen, maar dat ze
zich daar vooral niet op voor moeten laten
14 Moesson
staan. Anderen mogen dat niet merken.
Je moet eigenlijk heel stil heel goed zijn.
Volgens mij is dat ook de essentie van dat
aanpassen. Je best doen, niet opvallen, stie
kem beter zijn. Dat heeft mijn vader aan ons
meegegeven. En ook: wees altijd alert op de
afgunst van anderen. Houd er rekening mee
dat anderen je het weleens niet zouden gun
nen. Tegen mij heeft hij ooit gezegd: "Je wil
erbij horen, bij de intellectuele Hollanders,
maar ze zullen je nooit echt accepteren." Dat
deed pijn. Dat kwam van diep.'
Waarom waarschuwde uw vader u daarvoor?
Had hij zelf aspiraties in die richting?
'Dat weet ik niet. Ik geloof dat hij dat eerder
zei om mij te beschermen. Zo heb ik het
tenminste altijd opgevat. Ik heb hem er nooit
naar durven vragen of hij dat zelf zo heeft
ervaren. Of dat hij daar zelf in zijn leven
tegenaan is gelopen. Maar natuurlijk was het
ook een manier om zichzelf te beschermen.
Ik vond het heel emotionerend. Dat er op de
achtergrond altijd het idee meespeelt dat
hoe goed je het ook doet, ze je uiteindelijk
toch niet accepteren. Dus wees maar niet te
veeleisend. Val maar niet op.'
De eerste generatie had daarom niet de be
hoefte om gezien te worden?
'Dat denk ik. Voor de eerste generatie was
het echt: erbij horen, erbij horen, erbij
horen. Dan is aanpassen de beste strategie.
Word maar zo Nederlands mogelijk. De
eerste generatie heeft altijd voor zichzelf de
voorwaarden gecreëerd door hard te werken
en nooit te klagen. Voor veel mensen in de
generatie daarna leidde dat tot problemen.
Die zagen hoe hun ouders zich altijd stil
hadden gehouden. Die liepen daar tegenaan.
Zoals Marokkaanse of Antilliaanse jongens
nu ook naar hun ouders kijken, terwijl ze zelf
vaak te horen krijgen dat ze niet Nederlands
genoeg zijn. Veel Indische jongeren hebben
daar vroeger natuurlijk ook last van gehad.
Het is zwaar om altijd op je hoede te moeten
zijn voor omgevingen waarvan je het gevoel
hebt dat ze je niet gaan accepteren. Ik denk
dat migranten dat gevoel met elkaar delen.'
U bent zelf ook van de tweede generatie.
'Maar ik zie er heel Hollands uit. Dus dat
scheelt enorm. Mensen zien wel gelijkenis
met mijn vader, maar hij was veel donkerder
dan ik. Uiteindelijk kom je met opleiding en
studie tot een soort van erkenning. En wat ik
ook altijd van thuis heb meegekregen is dat
je trots op jezelf moet zijn. Heb respect voor
jezelf. Wat je ook doet. Het is belangrijk dat je
dat van je ouders meekrijgt. Maar dat is niet
iedereen gegeven.'
Wat deed uw vader?
'Mijn vader was vertegenwoordiger in rij
wielonderdelen. Hij had een vrij beroep. Zijn
broer was marineofficier. Dus hij kwam niet
uit een omgeving van hou je maar zo klein
mogelijk. Maar er werd niet hoog van de
toren geblazen.'
U bent de politiek in gegaan. Dan moet je dat
soms wel doen.
'Ja, door op een podium te gaan staan, je
mening te verkondigen en daarmee een
hoop weerstand op te roepen, heb ik het
risico genomen om op te vallen. Maar ik
begrijp de zorg van mijn vader heel goed.
Naarmate ik ouder word, zie ik wat hij me
altijd heeft proberen mee te geven en ook
hoe dat zijn weerslag heeft gehad op mijn
eigen handelen.'
Heeft uw opvoeding een rol gespeeld in de
manier waarop u politiek opereerde?
'Ik herken wel dat gevoel dat je altijd een
beetje op je hoede moet zijn.'
Altijd weten waar de nooduitgang is?
'Ja. En nooit echt denken dat je ergens recht
op hebt, maar altijd voorbehouden maken.'
Moesson #9 maart 2014.indd 14
28-02-14 11:55