INTERVIEW
die koloniale vooroordelen groeide die groep
al in Indië op. Dat aanpassen werd later in
Nederland gewoon doorgezet.'
maart 2014 15
Moesson #9 maart 2014.indd 15 4©+ 28-02-14 11:55
Na de dood van haar vader vond ze brie
ven, waaruit bleek hoe hij als twintigjarige
jongen na het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog vanuit Zwitserland naar Indië
had willen ontsnappen om zich daar aan
te melden bij het KNIL. Bij de grens tussen
Frankrijk en Zwitserland was hij verraden en
door de Duitsers terug naar Nederland ge
stuurd. Na de oorlog had haar vader zich als
militair gemeld om mee te vechten tijdens
de politionele acties. In Jakarta ontmoette hij
zijn latere echtgenote, Andrée's moeder, die
voor het ministerie van Economische Zaken
werkte en voor haar werk naar Indonesië
ging. In 1950 kwamen de ouders van Andrée
van Es weer terug naar Nederland.
Toen ze vijf jaar oud was verhuisde het gezin
naar de Vogelwijk, een van de betere buurten
van Den Haag. Ze volgde er op vijfjarige leef
tijd het huiswerkklasje van de tante van Dick
Berlijn, Nana Berlijn. Die was in Indië school
juffrouw geweest en bereidde kinderen
jonger dan zes jaar voor op de lagere school.
Als ze dan eenmaal naar school mochten,
konden ze vaak de eerste klas overslaan.
Mark Rutte zou het klasje later ook volgen.
Het waren de tijden van de straatgevechten
in de stad tussen jeugdbendes als de Kik
kers en de Plu. Bij de laatste groep zaten de
Indische jongens, die zich verzamelden bij
snackbar De Gouden Paraplu in de Gouden
regenstraat. De Kikkers waren de netgeklede
jongens uit de Vogelwijk die werden aange
voerd door twee domineeszonen. Andrée van
Es was nog te jong om zich te interesseren
voor de straatgevechten. Maar vele jaren
later maakte ze voor de VPRO een radiorepor
tage, waarin ze met leden van beide groepen
terugkeek op die tijd. 'Dat waren intussen
allemaal vijftigers. Heel grappig om te doen.'
Het doet haar goed als ze ziet dat op een
Toen ze Kamerlid werd voor de Pascifistisch-
Socialistische Partij leidde dat thuis tot ruzies
met haar vader. Over Indonesië. Over de rol
die de Nederlanders daar hadden gespeeld.
Over Poncke Princen, die in de ogen van haar
vader een verrader was, omdat hij voor de
Indonesiërs had gekozen. Ook haar onafge
broken strijd tegen discriminatie die ze haar
hele carrière - eerst voor de PSP en later
voor GroenLinks - zou voeren vond hij nogal
overdreven. Volgens hem viel het allemaal
best wel mee.
In die ruzies die ze met haar vader uitvocht
ligt ook het antwoord besloten op de vraag
waarom de komst van Indische Nederlanders
nooit deel heeft uitgemaakt van het min
derhedenbeleid, zoals dat voor de groepen
die daarna naar Nederland kwamen wel
het geval was. Andrée van Es: 'Dat was voor
een deel ook het gevolg van het gedrag van
de Indische groep zelf. In Indië leefden ze al
met de gedachte 'zo Hollands mogelijk, zo
wit mogelijk', omdat dat hun kans op een
beter bestaan in de kolonie vergrootte. Met