0
Naar Atjeh toe!
Het muurtje
INDISCHE POËZIE
Moesson #9 maart 2014 indd 40 -fSÈX 28-02-14 1157
Atjeh-oorlog, gekleurde litho van L. Van Leer (1875)
1. -
v'sM. ;t 'V
Kolonialenlied uit de aprildagen van 1896
(fragment)
Wie suft nog langer stil tehuis,
Nu men weer kloppen gaat?
Voor Vaderland en Vorstenhuis
Vecht ieder flink soldaat.
En waar de strijd ons roepen mag,
Hier of aan 't Indisch strand,
Wij zwaaien fieroïïd-Neerla'ntfs vlag
Voor Koningin en Land. (bis)
Refrein:
En Toekoe Oemar die moet hangen,
Naar Atjeh toe! Naar Atjeh toe!
En Toekoe Oemar gaan wij vangen,
Naar Atjeh toe! Naar Atjeh toe!
H.C.C. Clockener Brousson
Een heel oud muurtje uit den tijd van Swaerdecroon,
En, door de zon geblaakt, de wit-gekalkte kop
Van Pieter Erberfeld, gespietst daarbovenop.
Zo kreeg men in die tijd naar zijne werken loon.
En Pieter had alleen nog maar beraamd den dood
Der Hollanders. Men neemt den wil hier voor den daad:
De Leeuw slaat toe en voor berouw is het te laat.
De metten waren kort, als Indië was in nood.
De tijden zijn gekeerd. Helaas, de Leeuw laat toe,
Dat men de Hollanders bij honderden vermoordt;
't Is, of hij waakt, dat men de moordenaars niet stoort,
Doch eigenlijk is het volk van Coen het praten moe:
In veler droom rijst uit den tijd van Swaerdecroon
Het oude muurtje weer, maar zie! Daarbovenop
Grijnst met zijn brede grijns een andere Judaskop,
Die al tè lang gegrijnsd heeft Nederland tot hoon.
I.F Kunst
40 Moesson