INTERVIEW bleek vorig jaar tijdens een bijeenkomst van het Indisch Herinneringscentrum in het Museon in Den Haag over herdenken. In het hol van de leeuw stelde hij voor de Indiëher- denking van 15 augustus voortaan op 4 mei te houden. Indo's zouden zich met een eigen herdenking alleen maar buitensluiten van de rest van Nederland. Na die bijeenkomst sprak een Indische me neer hem erop aan dat Indo een scheldwoord is. Bo Tarenskeen: 'Dat heb ik nog nooit ge hoord. Mijn oma is 92 en die heeft het altijd over Indo's. Ze is geboren in Bandoeng. Mijn opa in Djambi op Sumatra. Ze zijn allebei Indo. Mijn vader is 100% Indisch. Of beter gezegd: 100% gemengd. Mijn oma is joods, Nederlands, Chinees. Mijn vader is bruin, mijn moeder blank.' In 1962 kwam zijn familie noodgedwongen met de laatste migratiegolf naar Neder land, nadat Nieuw-Guinea in Indonesische handen was overgegaan. Het laatste stukje Nederlands-Indisch grondgebied was nu ook verloren. Het was niet de eerste keer dat zijn opa en oma hun geboorteland kwijtraakten. In 1949 was zijn oma met de boot onderweg naar huis, toen ze midden op de Indische Oceaan een telegram van haar man ontving. 'Schat, vaar maar door naar Nieuw-Guinea, want Indië is niet meer van ons.' Tijdens hun verlof in Nederland was zijn tante geboren. De artsen vonden haar nog te klein om de lange oversteek te maken. Opa ging alvast terug, oma zou hem met twee kleine kinderen achternakomen. In 1952 werd Bo's vader in Hollandia geboren. 'Mijn opa was ingenieur. Zowel van opa's als oma's kant kwamen ze allemaal uit archi tectenfamilies. Mijn opa was goed met Soe- karno. Ze hadden aan dezelfde hogeschool gestudeerd. Soekarno vroeg hem: "Dick, help me ons land op te bouwen. Blijf hier." Mijn opa antwoordde: "Sorry Boeng, als ik dat doe, word ik in mijn eigen land een tweederangs burger. Ik ben liever in een ander land een tweederangsburger dan in mijn eigen land." Mijn overgrootvader, de vader van mijn oma is na de onafhankelijkheid wel naar Indone sië gegaan om daar als architect te werken. Die kon absoluut niet aarden in Europa. Later kreeg hij op Java een hersentumor. Op de boot terug naar Nederland is hij overleden. Ze hebben hem een zeemansgraf gegeven.' De verhalen die thuis werden verteld, waren altijd de exotische en spannende verhalen, zegt hij. Voor emotionele betrokkenheid was geen plaats. 'Als ik aan mijn oma vraag, hoe dat dan was om midden op zee te horen dat je land niet meer bestaat, zegt ze: "Dat was wel raar." Maar verder wordt er over gepraat alsof het een soort natuurkracht was, die ze maar moesten ondergaan. Terwijl het toch behoorlijk choquerend geweest moet zijn. Over de bersiap vertellen ze ook niets. Ze hebben dat niet aan den lijve ondervonden, zegt mijn oma dan. Dat vind ik raar, want ze hebben er middenin gezeten. Ik heb nooit meegekregen wat het voor hen persoonlijk betekent. Dat je land niet meer van jou is en dat je ergens anders een bestaan moet op bouwen. Mijn oudoom, het broertje van mijn oma, liet zich laatst voor het eerst ontvallen dat hij na Indië nooit meer ergens heeft kun nen wortelen. Hij heeft na Indië lang in San Francisco gewoond voor hij naar Nederland kwam. Hij zegt dat als je wortels eenmaal zijn afgeknipt, ze nooit meer zo diep kunnen gaan als in je geboortegrond.' Lange tijd was zijn Indische afkomst voornamelijk iets exotisch. 'Iets waarmee ik indruk kon maken op mijn vrienden. Het was iets wat me onderscheidde van de rest; alleen in die zin maakte het deel uit van mijn identiteit.' Hij ontdekte dat zijn Indische afkomst meer voor hem betekende toen hij voor het eerst een vriendin had. 'Een blanke, Hollandse, hoogblond, met voorouders uit Marken, dus hoe Hollands wil je het hebben. Die wees mij erop dat ik een typisch Indische stem heb. Tot ik de baard in de keel kreeg, sprak ik heel geaffecteerd. Heel keurig, heel deftig. Overal waar ik kwam werd ik gepest. Vooral op de middelbare school. Ik wist niet hoe ik eraan kwam. Ik kom niet uit een aristocratisch milieu. Maar toen ik me erin ging verdiepen, las ik dat de Indo's die hier kwamen Neder- landser wilden zijn dan de Nederlanders. Ze kenden de topgrafie beter dan Nederlanders en gingen daar prat op.' Zijn vriendin gaf hem Indische duinen van Adriaan van Dis. 'Dat raakte een soort oer gevoel waarvan ik niet wist dat het er was. Ik moest heel erg aan mijn opa denken. Ik voelde iets heel ouds, wat wel van mij is en ook weer niet. Ik voelde mijn culturele en mijn historische leeftijd. En dat die niet stopt bij de oppervlakkige en pittoreske verhalen van mijn familie. Ik voelde een verbinding die niet alleen maar exotisch is. Nee, ik nam iets diepers waar.' Later maakte hij eenzelfde soort gewaar wording mee op Bali. Met zijn vriendin - inmiddels zijn ex - zat hij een keer in een wit marmeren hotel, met uitzicht op zee. In een superkoloniale setting. 'De bedienden liepen rond in witte kleding en we zaten daar cappuccino te drinken voor 3 euro, heel veel geld in Indonesië. Een paar tafels verder zat een Haagse Indische familie die in dat hotel logeerde, iets wat mijn vriendin en ik niet konden betalen. We keken naar dat gezin - twee ouders, kinderen en een grootmoeder. En toen zei mijn vriendin: "Het is voor die mensen heel belangrijk om hier te zijn." Die observatie verbond ik met wat ik zelf eerder had gevoeld. Met hoe belangrijk het is om er te zijn. Natuurlijk geldt dat voor iedereen, maar op dat moment begreep ik opeens een fundamenteel deel van de Indische cultuur.' Zijn familie kwam ruim tien jaar na de eerste grote groep Indo's in de jaren vijftig naar Nederland. 'Ik denk dat ik me daarom nooit verbonden heb gevoeld met de Indische gemeenschap. Omdat ik niet dat verhaal uit de jaren '50 deel. Natuurlijk is mijn opa hier ook gediscrimineerd en kreeg hij als bruine ingenieur de kloteklusjes, terwijl hij een ge weldig ingenieur was, maar hij werd opeens gedegradeerd omdat hij in een blanke wereld terechtkwam. Natuurlijk, dat is ook gebeurd. En ik snap ook wel dat heel veel Indo's niet naar Nederland gingen, maar naar Amerika, Australië, Scandinavië of Canada om daar een nieuw bestaan op te bouwen.' De noodzaak om een nieuw Indisch werk te schrijven drong zich bij hem op door mei 2014 15 Moesson #11 mei 2014.indd 15 28-04-14 10:06

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2014 | | pagina 15