'Of ik wilde of niet, van alle kanten bereikten mij tips die mij op het spoor zetten van hockeyers met een Indische achtergrond' pelde ik me onder in een wereld die helemaal niets te maken heeft met Indisch zijn. Even geen Indo's om over te schrijven. Ook wel 's lekker voor een keer. Natuurlijk was er Naomi van As. Hockey- meisje. Een speelster om wie je niet heen kunt. Een van de bekendste speelsters van het Nederlands hockeyteam. Dat ze Aziatisch bloed heeft, zie je natuurlijk direct. Haar vader is half-Chinees, haar moeder heeft 'iets Indisch', vertelde ze aan het blad Helden. Eerder BN'er dan Bl'er, want met dat Indische loopt ze niet zo te koop. Ze schitterde in het dansprogramma Strictly come dancing en is populair bij kinderen vanwege haar aandeel in het tv-programma ZappSport. En ze heeft verkering met schaatser Sven Kramer. Bij de Olympische Spelen in Londen zat hij met een fotocamera op de tribune, vastgelegd door de camera's van Studio Sport. Maar meestal is het andersom. Als hij zijn wedstrijden schaatst zit zij met oranje gelakte nagels in het publiek om hem aan te moedigen en zijn alle tv-camera's op haar gericht. Zo ook tijdens de laatste winterspelen in Sotsji, waar de televisie- en radioploegen zich om haar verdrongen. Oké, alléén Naomi van As dan. Maar verder moesten er in het boek geen Indo's voorko men. Geen hoofdstuk over Indisch hockey in Nederland. Alsjeblieft niet zeg. Maar ja, dan stuit je op Kampong, de hockey- vereniging in Utrecht. Opgericht in 1902 door kolonialen die terugkwamen naar Nederland. Aanvankelijk als voetbal- en cricketvereni ging, maar door de jaren heen overvleugeld door de hockeyafdeling en inmiddels alweer enige tijd de grootste hockeyclub van Neder land. Een invloedrijk bolwerk in de hockeywe- reld. Een club met een klapperboom en een desahuisje als logo. En een clublied in het Maleis: Kita orang, dariKampong. Tida soeka minta ampong. Soeka menang serang kali. Djangan Kali Bansak Brani. De club was opgericht bij een nieuwe wijk, die wat afgelegen van Utrecht lag. Net zoals een kampong. Meer verwijzingen naar Indië keerden terug in de titel van het clubblad dat eerst Kampongblaadje en later de Kraton en de Klapperboom heette. Kampong was ook de club van Jules Ancion (1924-2011). Geboren in Palembang. Zoon van de Indische Sophie van Hoek. Jules kwam 35 keer uit voor het Nederlands team en werd later nog even bondscoach, voor hij naar Wassenaar verhuisde om zich er als tandarts te vestigen en vader te worden van een zoon die later een bekend acteur zou worden onder de naam Thom Hoffman. Bij Kampong speelde ook Hetty Mahler (1920-2008). Geboren in Pematang Siantar. Als Indisch meisje wilde ze in 1937 graag naar een Indische club, vertelde ze in het gedenk boek ter ere van het 100-jarig bestaan van de verenging. Hetty Mahler speelde 20 jaar in Dames 1 en kwam driemaal uit voor het Nederlands team. Recenter speelden bij Kampong de broers Jean-Pierre en Maurice Pierie. Jean-Pierre was jarenlang aanvoerder van het eerste team, kwam 31 keer uit voor Nederland en is nu hoogleraar Medisch onderwijs aan de universiteit van Groningen. Maurice kwam uit voor Jong Oranje. Beiden zijn broers van actrice Ghislaine Pierie. Een andere Indische jongen die furore maak te op de Nederlandse velden was dribbelko ning en sterspeler van HGC Wouter Leefers. Hij kwam in de jaren zeventig en tachtig 156 keer voor Nederland uit en maakte als inter national 28 doelpunten. Zijn grootvader had een Indonesische moeder en werkte evenals zijn overgrootvader in de suikerindustrie. Opa Leefers had de leiding over alle suiker plantages op Java. Of ik wilde of niet, van alle kanten bereik ten mij tips die mij op het spoor zetten van hockeyers met een Indische achtergrond. Een voormalig tv- en radiopresentator wist mij Moesson #11 mei 2014.indd 29 te vertellen dat de broers Ron en Tim Steens van Klein Zwitserland ook Indo's zijn. Maar dat bleek niet te kloppen. Het donkere haar van de broertjes Steens is het gevolg van Catalaanse invloeden in de familie, liet Ron Steens mij weten. Een andere tipgever had ooit ergens gelezen dat Floris Jan Bovelander gezegd had dat hij Indisch bloed heeft. Daarom was hij zo lenig en kon hij al die strafcorners zo hard slaan. Een te mooie uitspraak voor dit stuk om nu al kapot te checken. Op de meest onverwachte ogenblikken kwa men er tijdens het schrijven Indische hoc keyers op mijn pad. Op bezoek in Jakarta bij Lodi van Pamelen, die jarenlang de Soos op de Tong Tong Fair runde, vertelde ze mij dat haar zoon Richard Lemaire bij HDM hockeyde en ook voor het Nederlands hockeyteam had gespeeld. HDM, dezelfde Haagse club waar Naomi van As op driejarige leeftijd al met een hockeystick ronddartelde. En zo was de cirkel weer rond. Naomi van As, die nota bene op dezelfde middelbare school blijkt te heb ben gezeten als ikzelf. Het Aloysius College in Den Haag. Want Indo's kom je overal tegen. Ook in de hockeywereld. Je herkent ze daar vaak alleen niet meer zo snel. Te geassimileerd aan de omgeving waarin ze zijn opgegaan. Daarom zijn ze vaak ook zo succesvol. Neem de bondscoach bij de mannen Paul van Ass (geen familie van Naomi). Een vriendelijke man met donker haar. Uiterst beschaafd. Vol doet aan het beeld dat veel niet-hockeyers nog altijd van hockeyers hebben. Hij praat zo bekakt dat hij er mee wegkomt, schreef een journalist nadat de bondscoach zijn eerste interview had gegeven. Een man die ongrijpbaar is en die vanwege zijn zig-zag selectiebeleid al veel werd bekritiseerd. Het is namelijk niet altijd duidelijk wat zijn be weegredenen zijn om een speler in het team op te stellen of niet. Maar alle kritiek lijkt hij moeiteloos van zich af te laten glijden. En ja, Paul van Ass heeft een Indische moeder. Dat heeft hij mij namelijk zelf verteld. Maar dit soort dingen zijn dus niet te lezen in mijn boek Echte hockeyers douchen niet. Alleen hier, exclusief voor de lezers van Moesson. mei 2014 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2014 | | pagina 29