Fascinerend, een groep Indische djago's
die tijdens de oorlog brutaalweg een Haags
distributiekantoor overvalt en berooft
Rawindro Noto Soeroto (Den Haag, 11 ok
tober 1918), in een interview dat ik schreef
voor Moesson, hoe Rawindro van zijn bed
aan de Koninginnegracht in Den Haag was
gelicht en na een schijnproces naar Duits
land was gevoerd. Rawindro was in het kamp
zo verzwakt dat hij vlak na het einde van de
oorlog alsnog overleed. Indro vertrouwde
mij in hetzelfde interview toe dat hij van
zijn moeder had vernomen hoe de Indische
mevrouw Dessauvagie, ook uit Den Haag,
in concentratiekamp Ravensbrück tijdens
een appèl onwel was geworden en door de
kampbeulen meteen van de anderen werd
gescheiden en vergast.
Weer een naam. Wie was zij, wat zij zou heb
ben 'misdaan'? Het archief van het Oranjeho
tel, de strafgevangenis in Scheveningen waar
zij heeft vastgezeten, bevat een foto van Juli
ana Wilhelmina Dessauvagie-van der Noorda
(Makassar, 27 maart 1885), zoals zij officieel
heet. Op internet trof ik informatie over haar
zoon Fred Dessauvagie (Den Haag, 3 april
1918). Hij was Engelandvaarder. Aanvankelijk
gepakt door de Duitsers, opgesloten in Col-
ditz - ja, het bekende kamp - maar ontvlucht
en alsnog in Engeland aangekomen. Alweer
een Indische jongen uit Den Haag.
Vervolgens heb ik leden van de familie Des
sauvagie gesproken, die ik toevallig tegen
het lijf liep. Zij kenden moeder noch zoon.
Geen wonder, Fred Dessauvagie is naar
Australië geëmigreerd. Zouden zijn kinde
ren weten waarom hun oma op een dag
verdween, in 'Nacht und Nebel', zoals men
placht te zeggen?
Kennelijk was dat gebeurd in het kielzog van
de arrestatie van Latuperisa en andere leden
van de Orde Dienst, staat in een publicatie
over deze organisatie. Ik begon te denken
aan Indische netwerken van verzet in het
Haagse. Zouden er soms bij mevrouw Des
sauvagie wapens zijn ondergebracht, of
onderduikers? Het is heel goed mogelijk,
verzetsmensen zoeken immers hulp bij fami
lie en vrienden. Als zovelen een Indische en
KNIL-connectie hebben, logisch dat de hulp
uit eigen kring komt.
Onfortuinlijke sporters
Een KNIL-cadet als Victor Makatita (Batavia,
30 april 1919) zal zonder veel moeite te ron
selen zijn geweest door Latuperisa. Makatita
woonde in de Piet Heinstraat 22 en voerde in
derdaad opdrachten uit voor de Orde Dienst.
Toen de grond te heet werd onder zijn voeten
trachtte hij Engeland te bereiken. Hij werd in
Frankrijk onderschept en geëxecuteerd.
In het standaardwerk over Engelandvaarders
Tulpen voor Wilhelmina haalt Agnes Dessing
een andere onderzoeker aan, dr. C.M. Schul-
ten, die heeft opgemerkt 'dat KNIL-cadetten
als het om Engelandvaart en ontsnappingen
uit krijgsgevangenkampen gaat, overver
tegenwoordigd zijn.' Dessing vervolgt dat
Schulte daar als mogelijke verklaring voor
geeft: 'dat de KNIL-cadetten - in tegenstel
ling tot die van de landmacht - vanaf het
eerste jaar aan de KMA studeerden en daar
door een sterkere onderlinge band hadden.'
Zou een andere verklaring niet eerder voor
de hand liggen: een band vanwege hetzelfde
geboorteland, Indië?
Makatita genoot enige bekendheid in
Haagse sportkringen als voetballer van Quick
en is niet de enige sportman van de hofstad
die van zich doet spreken tijdens de oorlog.
Zo wordt in 1940 de 4x100 meter jongens-
ploeg van V&L (Vlug en Lenig) Nederlands
kampioen met een nationaal jeugdrecord
van 45,1 seconden. In die ploeg zitten de
Molukse Donald Poetiray (Batavia, 21 juli
1922) en Indische Albert Spree (Magelang,
18 september 1922). Beiden nemen later de
benen naar Zwitserland - als halte op weg
naar Engeland. Donald bereikt Zwitserland,
al zal hij bij een poging om alsnog het Kanaal
over te steken in kamp Buchenwald terecht
komen. Albert komt nooit in Zwitserland aan,
hij wordt gepakt en belandt in Ravensbrück
waar hij al snel overlijdt na een ziekte. Een
andere topatleet van V&L, de Indo Hans Geul
(Blora, 12 mei 1916), wordt in 1943 gearres
teerd nadat hij heeft deelgenomen aan een
- geslaagde - moordaanslag op een verrader
in Amsterdam. Geul wordt in de duinen van
Overveen gefusilleerd.
Overval Copernicusstraat
Soms krijg ik een naam, met wat summiere
gegevens, maar verdere informatie blijft uit.
Zoals die van Han Nahuijsen (Menado, 4 au
gustus 1918) die in Den Haag op een kantoor
werkte voor distributiebonnen. Welk kantoor
blijft helaas onvermeld. Wel is bekend dat hij
is omgebracht in Kamp Vught op 4 septem
ber 1944. Minder dan twee maanden voordat
het kamp door Amerikaanse troepen wordt
bevrijd.
Heeft hij misschien informatie van binnenuit
geleverd aan Rutger Webb (Sigli, 2 november
1914) die ook in Vught is vermoord, eveneens
in september 1944? Webb is namelijk de
leider van de knokploeg die op 24 augustus
1944 het distributiekantoor in de Coperni
cusstraat in Den Haag heeft overvallen. De
overval lukt, maar de daders die per fiets ont
komen, worden achtervolgd door een meisje
dat hen verraadt. Zo kunnen de Duitsers het
huis binnenvallen waar de bonnen en wa
pens zijn verborgen. De meeste knokploegle
den weten uit Duitse handen te blijven, maar
Webb wordt gearresteerd.
Rutger of 'Tutti' was de boezemvriend van
Rudi Jansz (Batavia, 1915) die aanvankelijk
ook deel uitmaakte van de knokploeg. Diens
zoon, musicus en schrijver Ernst, noemt in
zijn boek De Overkant nog een Indische jon
gen die deelnam aan de overval: Lex Dekens.
Verdere gegevens over deze Lex ontbreken
mij vooralsnog.
Er is na de oorlog, in de jaren vijftig, een
jeugdboek geschreven over dezelfde
knokploeg van de Copernicusstraat door de
Haagse onderwijzer H.J. Haarman, De Strijd
mei 2014 43
Moesson #11 mei 2014.indd 43
28-04-14 10:07