it
FAMILIEGESCHIEDENIS
ogen, Met bonzend hart, Tandem, allemaal
heb ik ze terzijde gelegd. Indië kwam me
te dichtbij; ik had inmiddels lang en breed
afstand van de Tropen genomen, althans, dat
dacht ik.
Na vier jaar in Brazilië te hebben gewoond
met man en zonen, was het voor mij moeilijk
om weer in Nederland over te gaan tot
de orde van de dag. Achterblijvers konden
zich geen beeld vormen bij wat we hadden
meegemaakt. Niet zo zeer over wat voor
werk wij er deden, als wel wat het betekent
om als derde generatie Indo in een ander -
tropisch - land te wonen, alle voordelen te
kennen en er weer afscheid van te nemen. Er
ging zoveel in me om. Ik kon mijn ervaringen
en gevoelens niet zomaar een plek geven.
Hoe hebben mijn ouders en grootouders
dat dan gedaan?, vroeg ik mij geregeld af. Je
zou maar een winterjas aan moeten trekken
nadat je gewend bent aan het lopen op blote
voeten of slippers. Of stamppot moeten eten
of gezouten haring. De geur van andijvie was
óns wel bekend, en nieuwe haring aten we in
juni gewoon op de residentie, uit een tonnetje,
op een toastje. Maar hoe gingen zij om met
het verlies van zo'n prachtige omgeving? De
Tropen in kleuren, geuren en geluiden, het
licht. De aapjes in de fruitbomen in de tuin
en soms zelfs bovenop de fruitschaal op de
keukentafel. Met blote voeten auto rijden,
het meisje dat wast en strijkt en zorgt dat de
baby zindelijk wordt. Diners bij de ambassa
deur, weekendjes weg naar prachtige oorden.
Voor ons betrof het slechts vier jaar. Wat
als je er geboren bent? Repatriëring. Alles
achterlaten. Het huis, de vrienden, de katten.
Vier jaar hebben we verkocht en in tien kof
fers gestopt; dat namen we mee terug naar
Holland. Er was niet eens sprake van een
oorlog. Toch voelde het raar. Alles achterlaten
en opnieuw beginnen, niet weten waar je
komt te wonen, niet weten waar je komt te
werken. De jongste sprak beter Portugees dan
Nederlands. De geschiedenis herhaalde zich.
Hoe een deel van mijn familie - gedwongen
- afstand nam van hun geboorteland, daar
geeft De stralen van de zon antwoord op
en het houdt me tegelijkertijd een spiegel
voor: zo kan het ook. De personen in dit boek
voelden zich niet zielig na het verlies van hun
bezittingen en hun zo gekoesterde geboorte
land. Ze waren verzekerd van hun liefde voor
elkaar. Ze gingen door en zetten hun schouders
eronder, erop vertrouwend dat alles goed
zou komen. Het is niet alleen een mooi
familieverhaal, waarin eigen(zinnig)heid en
ruimhartigheid de boventoon voeren, maar
het is ook nog eens prachtig geschreven. En
vooral: Nelly-Jane doorbreekt het zwijgen
van onze familie. Ze noemt mijn opa Frits
Dahler en wijdt een heel hoofdstuk aan hem.
Een voorbeeld voor de rest van de familie,
die zoals 'een goede Indo' zwijgen ziet als
goud en geen confrontatie wil aangaan. Voor
Nelly-Jane voelt dit boek als haar erfenis die
gedeeld moet worden. Ik besef dat het boek
voor de lezer die geen directe familie is, een
augustus 2014 15
Moesson #2 augustus 2014_V4.indd 15
23-07-14 23:59