Waar hij kon, heeft hij geprobeerd het leed van mijn ouders te verzachten Zijn naam is Takefumi Ishihara. Hij was augustus 2014 43 opgepakt, gemarteld en in december 1943 onthoofd. Verzet tegen de Japanners in bezet Indië was een bij voorbaat verloren strijd. Je kon als Indo-Europeaan eigenlijk nauwelijks verzet plegen. De Japanners waren uitstekend georganiseerd en zeer goed geïnformeerd. Je stond praktisch alleen tegenover een professionele en meedogenloze tegenstander. De Japanners hadden overal oren en gaven beloningen aan mensen die anderen aangaven. Indische- Nederlanders waren sowieso verdacht. HOE REAGEERDE JE VADER? Hij kon er helemaal niets mee. Waarom wil jij dat weten?, vroeg hij. Meestal moest hij enorm zuchten. Dan liep hij gewoon de kamer uit. Ik heb ook een tijd met mijn geweten geworsteld. Moest ik dit mijn vader wel aandoen? Na alles wat hij had doorstaan. Ik denk dat mijn vader zich uiteindelijk heeft neergelegd bij mijn geschrijf. Hij zei tegen me: 'Ik begrijp het wel dat je het allemaal wilt weten.' Hij zei me ook dat het hem speet dat hij mijn broer Wouter en mijzelf niet meer had kunnen geven. Als ik terugkijk, heb ik ook spijt want mijn vader moest het maar zien te redden in een land dat niet op hem zat te wachten. Hij verdient respect voor de manier waarop hij zich ondanks alles staande wist te houden. Ik ben het huis uitgegaan toen ik negentien was. De situatie met mijn vader was allang onhoudbaar geworden. Later heb ik gelukkig het contact met hem hersteld. WAT WAS HIJ VOOR EEN MAN? Mijn vader was een man van uitersten: tegelijkertijd beminnelijk en onbeheerst. Niemand wist wat hem mankeerde, hij zelf denk ik ook niet. Er was helemaal niets aan hem te zien. En in die tijd was er ook niets bekend over wat pas jaren later, sinds de publicaties en inspanningen van de vermaarde psychiater professor Bastiaans van de Jelgersma kliniek, het KZ-syndroom of kampsyndroom is gaan heten. Zijn onderzoek is een omslag geweest. Bastiaans heeft de traumatische oorlogservaring van die generatie een plek gegeven. Tijdens het schrijven kreeg ik, nadat in 2010 de NOS bij de herdenking op 15 augustus een korte reportage over Dido had uitgezonden, van een gepensioneerde marine-officier te horen dat de Kempetai de berichten van de illegaliteit onderschepte waardoor het mogelijk was het verzet op Java op te rollen. Mijn vader werd ook door de Kempetai opgepakt en hij heeft vijf weken in gevangenschap doorgebracht. Omdat hij een radiotechnicus was, werd aan hem een centrale rol in het verzet toegeschreven. Maar hij wist werkelijk van niets. Mijn moeder had hem overal buiten gehouden. Na weken van gevangenschap en marteling werd hij plotsklaps vrijgelaten. Van een Kempetai-officier kreeg hij op een ochtend laconiek te horen: 'You proved to be innocent.' Daar moest hij het mee doen. Ik heb mijn vader nooit zien huilen. Maar wat heeft de geplaagde man niet allemaal moeten doorstaan? Ook na de oorlog en na zijn komst naar Nederland. Er werd zelfs gesuggereerd dat hij een aandeel zou hebben gehad in de arrestatie van mijn moeder. Had hij haar soms verraden? Want waarom werd alleen hij door de Japanners vrijgelaten? Mijn tweede moeder zei eens tegen mij: 'Je vader heeft jarenlang nachtmerries over de Kempetai gehad en zo veel gehuild...' Dat heb ik nooit geweten. HOE DENK JE OVER JAPANNERS? Ik heb geen hekel aan Japanners. In mijn opvatting kan je onmogelijk een heel volk veroordelen, dat is veel te kort door de bocht. Maar ik heb begrip en respect voor mensen die onder de Japanse bezetting hebben geleden en iedere vergevingsgezindheid afwijzen. De Kempetai heeft mijn moeder om het leven gebracht, maar mijn vader vrijgelaten. En er speelt nog iets mee. Mijn vader vertelde me dat een gevangenbewaarder van de Kempetai hem heel menselijk heeft behandeld. Moesson #2 augustus 2014_V4.indd 43 24-07-14 00:02

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2014 | | pagina 43