door Zodra het sein veilig klinkt, rennen Burck en Hagers over het platform naar Winckel. Kreunend ligt hij in de greppel. Het lijkt alsof hij zich niet kan bewegen, hij houdt zijn armen voor zich uit. 'Mijn handen! Mijn handen!' gilt hij. De vellen hangen van zijn vingers, door de gloeiende loop van het machinegeweer is de binnenkant van zijn handen verbrand. Voorzichtig helpen ze hem overeind en brengen hem naar een hospik. Daar wordt hij met gejuich en applaus ontvangen. De 30 Moesson Moesson #3 september 2014.indd 30 27-08-14 23:19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2014 | | pagina 30