1/rajM YfdtekeurCge mensyen op sirrajdr wat ze tebinnen schiet bij Indonesië en er bestaat een goede kans dat behalve het eten, de vriendelijke mensen en Bali, ook wajang langskomt. Het poppenspel en de wajangfiguren zijn iconisch voor Indonesië. Maar ook in de wetenschap heeft wajang de aandacht getrokken van de nodige onderzoekers. De beroemde term shadow- state van antropoloog Clifford Geertz is aan wajang ontleend en de suggestie dat niets is zoals het lijkt en er altijd dalang, poppenspelers, achter de schermen actief zijn, heeft een lange traditie in Indonesië- studies. Maar hoe zit het eigenlijk met wajang in het hedendaagse Indone sië? Is het net als de tulpen, klompen en windmolens een traditie die vooral voor toeristen in stand wordt gehouden? Moesson vroeg het de kersverse doctor. Waarom wajang? Sadiah: Na mijn master in Griekse Oudheid in Leiden en een jaar Reinwardtacademie, begon ik de master museumconservator aan de Universiteit van Amsterdam. In dat kader moest ik stage in een museum lopen. Dat werd het Tropenmuseum. In 2005 en 2006 heb ik er de wajangcollectie geregistreerd en gedocumenteerd. Daarbij ging het niet alleen om de technische beschrijving van hoe die poppen waren gemaakt, maar ook welke karakters ze uitbeelden en welke rol ze in de wajangverhalen spelen. Een combinatie van de materiële en de immateriële kant van dit erfgoed. Dat vond ik het interessantst. Toen zich bij de VU de gelegenheid voor deed om met een promotie onderzoek aan te sluiten bij het project Sites Bodies and Stories, heb ik in 2006 een voorstel geschreven over wajang als erfgoed. Toen ac tueel omdat wajang drie jaar eerder door Indonesië was aangemeld bij de UNESCO om opgenomen te worden op de internationale lijst voor werelderfgoed. Ik wilde me vooral bezighouden met hoe wajang functioneert in het huidige Indonesië. Dus niet over het materiaal en de lange geschiedenis vanuit een puur historische benadering. Je proefschrift heeft als titel 'Changing wayang scenes'. Wajang is alles behalve statisch; altijd in beweging en de dalang brengen steeds veranderingen aan. In het Engels kan de titel twee dingen betekenen: dat de wajangscènes veranderen, maar ook dat ze veranderd wórden. In mijn eerste veldwerkperiode in de zomer van 2009 heb ik eerst gewoon mensen op straat aangesproken om te vragen of ze naar wajangvoorstellingen gingen en wat ze ervan vonden. Het bleek dat nog veel mensen wajang keken. Niet alleen ouderen, maar ook veel jongere mensen. Overigens moesten bestuurders van wajangorgani saties vaak erkennen dat zijzelf al lang geen wajangvoorstelling meer hadden gezien, dat vond ik wel opvallend. Ik moest erg wennen aan de soepele manier van omgaan met tijd en afspraken en de indirecte manier van communiceren. Het was uiteindelijk veel wachten en de kansen grijpen wanneer die zich voordeden; een stuk minder planma tig dan we hier gewend zijn. En toen? On tour? Dat kan je wel zeggen! Na die eerste periode ben ik nog terugge komen om 12 maanden vanuit Yogyakarta onderzoek te doen. Dat betekende veel meereizen met de dalang om naar voorstellingen te gaan en om met hen en de toeschouwers te praten. De dalang leven het leven van popsterren. Ze treden soms drie keer in de week op. Die voorstellingen beginnen dan 's avonds om acht uur en duren tot vier uur in de ochtend. En dan reist het hele gezelschap door naar een volgende locatie. Heel intensief. Ik zat soms hele dagen in de bus om naar een voorstelling te gaan kijken die tot in het midden van de nacht of de vroege ochtend duurde, ging dan slapen om weer terug te gaan. Ik heb in die tijd wel geleerd om overal waar je de kans krijgt even te slapen. In eerste instantie zou ik me vooral richten op één bekende dalang die als vernieuwer bekend staat, Ki Enthus Susmono uit Tegal. Later ben ik ook andere dalang zoals Ki Manteb Soedharsono, Ki Anom Suroto en Ki Purbo Asmoro uit Solo gaan volgen. Al deze dalang behoren tot de groep van zogeheten dalang superstar, met een enorme bekend heid. Ieder van hen heeft zijn eigen stijl die hem onderscheidt. Bij die voorstellingen waren altijd honderden en soms wel duizen den toeschouwers. Omdat de voorstellingen uren duren met allerlei verschillende elementen, kwam het vaak voor dat de dalang mij tijdens de voorstelling ook even op het podium riepen om me te laten vertellen wie ik was en dat ik onderzoek naar wajang en dalang deed. In een enkel geval moest ik ook een liedje zingen! Ik denk wel 30 Moesson Moesson #4 oktober 2014.indd 30 4®+ 26-09-14 09:52

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2014 | | pagina 30