Ai vroeg verdween
de vader van
Maureen Davis uit
haar ieven.
Stiekeme boodschapper
Schatgraven
Charmante rakker
Daarna werd er niet meer over hem gespro
ken. Haar moeder schaamde zich voor de
man die haar met twee kinderen achterliet
en - om zijn droom te verwezenlijken - het
verkeerde pad opging. Ze probeerde haar
kinderen te beschermen door er niet over
te praten. Juist het zwijgen over haar vader,
veroorzaakte bij Maureen veel verdriet. 'Als
kind had ik al jong migraine. Ik voelde de
ruzie en spanningen in huis aan. Maar ik wist
niet waarom dat was. De eerste vragen over
mijn vader ontstonden toen ik naar de lagere
school ging. Het bekende rondje in de klas:
wie is je vader? Ik dacht: iedereen heeft een
vader, waarom ik niet? Soms zei ik wel eens
dat hij dood was, want ik wist niet wat ik
moest zeggen. Als ik bij mijn moeder kwam
met vragen dan zei ze: "Daar moet je niet
over praten, dat is slecht. Alles wat Davis is,
is slecht."
Ik voelde me niet gehoord en niet erkend in
mijn diepste verlangen. Juist degene waar
van ik dacht, die geeft mij antwoord, stuurde
me weg. Ik kreeg het gevoel dat ik iets fout
deed als ik vragen over mijn vader stelde.
Hoewel ik begrip heb voor mijn moeder,
heb ik haar dat wel kwalijk genomen.' Op
verschillende manieren probeerde Maureen
er haar hele leven met haar moeder over
te praten, maar helaas stond en staat - nog
steeds - haar moeder er niet voor open.
Tante D., de zus van Maureens vader, heeft
min of meer stiekem het contact tussen
Maureen en haar vader in stand gehouden.
Zij gaf cadeautjes uit haar naam, maar die
bleken van Maureens vader te zijn. 'Tante D.
trad als een soort stiekeme boodschapper
op. Ik merkte aan mijn moeder dat zij zich
schaamde voor deze tante. Ze werd altijd
apart van de rest van de familie ontvangen.
Pas later kwam ik erachter dat tante D. de
zus van mijn vader was. Wat mijn vader had
uitgespookt vond zij heel vervelend maar zij
hield toch ook van haar broer.' Maureen be
gon rond haar twintigste met de zoektocht
naar haar vader. Rond haar vierentwintigste
hoorde ze van tante D. dat hij was overle
den. 'Kort daarna raakte ik overspannen. Ik
had geen idee waarom. Pas achteraf kon ik
herleiden dat het een periode van rouw was.
Ik was verdrietig om iemand die ik niet kende
en ik besefte dat ik hem nooit meer zou ont
moeten. Ik kon er met niemand over praten.'
In 1993 leerde Maureen in Indonesië haar
vaders jongste zus Tante R. kennen. Zij reisde
met Maureen van Jakarta naar Surabaya om
het oude huis van de familie Davis en het
graf van haar vader te bezoeken. 'Daar kwam
zoveel los. Ik heb in heel mijn leven nog nooit
zo hard gehuild als daar aan zijn graf. Alles
wat ik al die tijd moest verstoppen kwam
eruit. Dat voelde als een enorme bevrijding.
Tante R. stond er aangeslagen bij: "Ach, als
ik toch geweten had hoe diep het bij je zat,
dan had ik ervoor gezorgd dat jullie elkaar
ontmoet hadden."
Toen tante D. overleed, begon de zoektocht
pas echt. Deze tante bewaarde zestig jaar
lang alle correspondentie en foto's van
Maureens vader. 'Zij heeft altijd gezegd:
Maureen, in de kelder ligt van alles voor
jou. Ik vroeg haar vaak of ik mocht kijken
maar dan antwoordde ze: er ligt veel te veel
rommel, soedah, laat maar. Toen zij overleed
heb ik samen met de jongste broer van mijn
vader letterlijk in haar kelder gegraven. Het
waren twee kelders vol rotzooi, van onder tot
boven. Tachtigduizend elastiekjes, papiertjes.
Je weet maar nooit waar je het voor nodig
hebt. De opkoper die later spullen kwam ha
len, vertelde dat hij dit vaker zag bij Indische
mensen. Maar ik wist: voor mij ligt daar een
schat begraven. Ik werd gezogen naar de
rechterachterhoek van een van de kelders.
Daar moest ik zijn.'
Maureen laat de brieven en foto's zien die ze
van haar vader vond. Keurig netjes in ordners
gerangschikt op chronologische volgorde van
de levensloop van haar vader. Een dierbare
verzameling. 'Het is voor mij zo belangrijk
dat ik heb kunnen lezen dat mijn vader
schreef: "Hoe gaat het met Maureentje?" Ik
ben dus belangrijk voor hem geweest.' Door
haar zoektocht kon Maureen zich toch een
beetje een beeld van haar vader vormen. 'Ik
zie hem als een charmante rakker. Een man
die getekend is door zijn kampervaringen. Hij
kon de verantwoordelijkheid van een gezin
niet aan. Het was ook een naïeve man met
een ideaal. Hij wilde de door de Indonesiërs
geconfisqueerde kalkonderneming van zijn
vader op Java nieuw leven inblazen. Aan de
andere kant deed hij veel mensen verdriet.
Toch begrijp ik hem wel. Ik ben nooit boos op
mijn vader geweest.
De herkenningspunten met mijn vaders kant
van de familie vielen later op zijn plek. Ik heb
niet alleen dat stijve, conservatieve, in me
maar ook het hartelijke, warme en losse van
het Indische. Dat is een grote herkenning
en erkenning voor mezelf. Ik kan alleen niet
toetsen: dit deed mijn vader en dit doe ik.
Dat is toch wel het grote verdriet dat als een
rode draad door mijn leven loopt. Ik had hem
zo graag willen ontmoeten. Tante D. en tante
R. zijn zo belangrijk voor mij geweest. Zonder
hen was ik nooit zoveel te weten gekomen
over mijn vader. Als ik aan ze denk of over ze
praat, dan word ik daar nog vaak emotioneel
van.'
28 Moesson
Moesson #5 november 2014.indd 28
31-10-14 11:49