Bird of Paradise UIT DE KUNST Bird of Paradise, gemengde techniek, Oostindische inkt, acryl en collage op doek, 120 x 80 cm Natalie Ypma (1976) maakte het werk Bird of Paradise speciaal voor de tentoonstel ling Indisch DNA. Het is een portret van haar Indische moeder die opgroeide in de roerige jaren '60. De jaren van make love not war: de seksuele revolutie en anti-autoriteitsgolf. Door haar strenge Indische opvoeding zal ze met de radicale maatschappelijke veran deringen moeite gehad hebben, omdat die opvoeding op het gebied van seksualiteit vaak preuts was en men in Indische kringen ontzag had voor autoriteiten. Daardoor maakte ze een afstandelijke indruk. Deson danks werd deze paradijsvogel bewonderd om haar schoonheid en eigenzinnigheid. In Natalie's werk is de tweestrijd een terug kerend onderwerp. Ze laat die tweestrijd zien door het gebruik van symbolen. Dit werk doet me aan de symbolistische tekeningen van Jan Toorop denken. Die indruk wordt versterkt door het horror vacui, de vrees voor het lege. Elke centimeter van het vlak is gebruikt. Dat is een kenmerk van Indonesi sche schilderkunst. Op de voorgrond zien we haar moeder als een westers meisje, modieus gekapt en gekleed en met een verleidelijke blik in haar ogen. De vrouw op de achtergrond met de topengs verwijst naar haar Indische achtergrond. De weelderige natuur van Indo nesië wordt gesymboliseerd door de vogels, de vissen, de bloeiende planten en kleurrijke bloemen, die het exotische karakter van dit boeiende schilderij versterken. Op de tentoonstelling Indisch DNA in het ACEC zal nog een schilderij van Natalie Ypma getoond worden, naast 2 foto's die ze in 2011 maakte voor de door mij geïnitieerde Blauwe Kamer, van de Kings of Indorock Andy Tielman en Dinand Woesthoff. Indisch DNA ACEC, Apeldoorn Opening 20 december FOTO: MICHIEL ELSEVIER STOKMANS Frans Leidelmeijer bespreekt iedere maand kunst die is ontstaan uit Europese en Indische kruisbestuiving. december 2014 23 Moesson #6 december 2014.indd 23 27-11-14 19:50

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2014 | | pagina 23