met haar foto in MoessOn. Ook niet met een foto van vroeger. En liever ook niet met haar naam, want haar broer heeft immers veel mensen verdriet gedaan. Maar ze wil wel vertellen over hoe het was vroeger, als jongste zusje van Piet Hein van den Eeckhout. Door Marjolein van Asdonck foto Shutterstock Piet Hein van den Eeckhout (1914-1991) is één van de meest controversiële personen rond de dekolonisatie van Indië. Maar als je iets over hem te weten wilt komen, loopt het spoor al snel dood. En wat er in de geschiede nisboeken over hem wordt geschreven, blijkt niet te kloppen met wat zijn familie vertelt. Tot nu toe was zijn jaar van overlijden niet eens bekend. Wie is deze man? In juli en augustus van 1942 interneerden de Japanners zo'n 3.000 mannen in de voorma lige IEV-kolonie Kesilir in Banjoewangi op Oost-Java. Het was een Japans experiment om een landbouwkolonie van de grond te krijgen waar uiteindelijk zo'n 70.000 geïnterneerden (mannen, vrouwen, kinderen, totoks en Indo-Europeanen) zelfvoorzienend zouden kunnen zijn. Maar dat idee is door gebrek aan ervaring, gebrek aan landbouw- tuig, malaria en onvruchtbare aarde nooit gerealiseerd. Van de circa 3.000 mannen die er zaten, waren zo'n 2.000 mannen totok en zo'n 1.000 mengbloed. Een van hen was Piet Hein van den Eeckhout. 40 Moesson Toen de Japanners Indië hadden veroverd, werden ze geconfronteerd met de grootste groep (Indo-)Europeanen in welk bezet ge bied dan ook. Logistiek bleek het onmogelijk om iedereen te interneren. Bovendien wisten de Japanners niet wat ze met de gigantische groep mengbloeden aan moesten. Waar lag hun loyaliteit? Waren ze in te zetten voor de Groot Oost-Aziatische Welvaartssfeer? Voor lopig werden zij (vrouwen, kinderen en oude mannen) op Java niet geïnterneerd. In oktober 1942 richtte Van den Eeckhout in kamp Kesilir de PAGI op, de Persatoean Asia Golongan Indo: Indo's voor de Eenheid van Azië, zeg maar. Hij kreeg zo'n honderd Indo's mee die als Indonesiër door het leven wilden gaan, zich Indonesisch kleedden, Indonesisch spraken en Japanse en Indonesische propa gandaliederen zongen en zich pro-Japans opstelden. Ze droegen een band om de arm met de Japanse vlag erop en werden daarom 'ballenjongens' genoemd. Van den Eeckhout beloofde dat als deze jongens en mannen een pro-Japanse verklaring ondertekenden, ze naar huis konden en een stukje land kregen. Maar de meesten van hen werden vervolgens als Hei-ho door de Japanners afgevoerd. Uiteindelijk versplinterde de PAGI; de mannen werden immers telkens op transport gezet naar weer een ander kamp. Van den Eeckhout kwam terecht in een interneringskamp in Tjimahi, waar hij als kampoudste regelmatig klappen uitdeelde als iemand Nederlands sprak in plaats van Maleis en anti-Japanse activiteiten aangaf - veelal met de executie van de betrokkenen tot gevolg. Inmiddels vonden de Japanners dat het niet erg vlotte met de pro-Japanse houding van de Indo-Europeanen, vooral niet van de rondhangende Indo-jeugd zonder werk en onderwijs. In augustus 1944 besloten de Japanners Van den Eeckhout vrij te laten, zodat onder zijn leiding de Indojeugd in Batavia gedwongen zou worden zich pro-Indonesië en pro Japan op te stellen. Dat ging met behulp van intimidatie en bedreiging. Jongeren die weigerden een loyaliteitsverklaring te Moesson #9 maart 2015.indd 40 27-02-15 10:59

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2015 | | pagina 40