Rsedjük geM CULINAIR 36 Moesson Moesson #10 april 2015.indd 36 26-03-15 15:59 Bij deze roedjak worden de ingrediënten geraspt. In plaats van bangkuang kan ook harde appel of koolrabi worden gebruikt. Alle soorten roedjak - maar deze geraspte in het bijzonder - moeten direct gegeten worden, anders wordt deze mambu angin, 'naar lucht ruikend', of mooier in het En gels: 'gone with the wind'. Hiermee wordt bedoeld dat de saus smaak verliest als die te lang aan de lucht wordt blootgesteld. Benodigdheden Saus: 30 gram gebakken of geroosterde pinda's theelepel zout 5 gram tamarinde theelepel trassi 50 gram pisang klutuk/batu (optioneel, als bindmiddel) 2 eetlepels petis 30 gram bruine palmsuiker 1 kleine rode chilipeper theelepel azijn 3 eetlepels water Vruchten en groenten: 1 komkommer 1bangkuang 1 jonge mangga kroepoek Bereiding Wrijf alle ingrediënten voor de saus fijn en voeg 3 eetlepels water toe. Rasp alle vruchten en groenten met een grove rasp. Meng met de saus. Serveer met kroepoek.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2015 | | pagina 36