Column
Poirrié's Perikelen
Over oorlogen en oergenen
7 r/
r^. ,a..-
-7
-
Wees onze zoon Jack me vorig jaar op drie aangeprezen boeken
over Indië en vroeg of er iets voor mij bij zat, was mijn keus gauw
gemaakt: Het Overakker complot. Het Indisch verzet tegen de Japanse
bezetter op Sumatra 1942-1945. Geschreven door Esther Zwinkels.
Ik heb geen verstand van boekbespreken en begin er ook niet aan,
maar wil toch graag opmerken dat het een geweldig boek is. Een ab
solute aanrader zelfs voor wie geïnteresseerd is in het veel te weinig
voor het voetlicht gehaalde verzet in Indië; en ook een eye-opener
voor wie behept is met het vooroordeel dat het schrijven van oorlogs
boeken een typisch mannelijke bezigheid is en het zwakke geslacht
zich daar niet aan moet wagen. Een argument dat sowieso geen hout
snijdt, want vrouwen weten meer dan genoeg van mannenwanten.
Vooral in tijden van nood en geweld. Kijk de wereldgeschiedenis er
maar op na.
In een ver verleden waren er reeds ongelooflijk vechtlustige ama
zones voor wie de meest geharde krijgers op de loop gingen, als ze
er de kans toe kregen. Niet minder gevreesd waren legendarische
strijdvrouwen als Jeanne d'Arc en Kenau S. Hasselaar. Maar daar bleef
het niet bij. Toen moderne tijden aanbraken en de oorlogen zich als
inktvlekken over de aardbol verspreidden, kwamen de puik georga
niseerde en strak gedisciplineerde Milva, Marva, Luva en het VK-KNIL
ons te land, ter zee en in de lucht ondersteunen. Geweldloos nog wel,
maar de militaire-vrouwen-evolutie stond niet stil. Steeds meer vrou
wen mengden zich in het daadwerkelijke strijdgewoel en nu weren ze
zich zelfs als straaljagerpiloot, zeerob, mitrailleurschutter en minister
van Defensie. Ontwikkelingen die weliswaar niet zonder slag of stoot
verliepen en volgens sommige dwarsliggers nog steeds niet door
de beugel kunnen, maar de waarde van de vrouw in de krijgsmacht
afdoende bewijzen.
Nog een treffend voorbeeld, waarvan ik zelf getuige ben geweest,
vormde de integratie van een VK-KNIL contingent in de befaamde Y-
Brigade te Palembang, kort na de oorlog. Die weerbare dames waren
destijds zo welkom dat er een ijzeren rondom-verdediging voor hun
onderkomen werd ingesteld om al te enthousiaste supporters af
te weren. Wat niet altijd voldoende bleek. Ik kan me tenminste nog
heugen dat ik een verjaardagscadeautje bij die onneembare vesting
moest afleveren en aan de praat raakte met de Sergeante van de
Week, die toevallig de kamergenote van de jarige was. Had ik een
voet tussen de deur en hebben we nog wel veel plezier gehad op de
achterste rij balkon van de enige bioscoop van Palembang, maar werd
het uiteindelijk toch niks. Kruiste een knappe luitenant ons pad en
zag de sergeante meer toekomst in een affaire met hem. Kon ik als
sersan-sadja rechtsomkeert maken en aftaaien.
Vele jaren later hoorde ik dat die sergeante de wapenrok had
ingeleverd bij de foerier en met haar gepensioneerde man een fijne
camping bestierde in Zuid-Limburg. Je kon er in alle rust genieten van
de prachtige natuur. En als er soms gerotzooid werd, was er nog geen
man overboord. Want dan kwamen bij de campingbazin de oergenen
van een amazone naar boven en was het zo stil. Vrouwen behoren tot
het zwakke geslacht, ammehoela.
Jack Poirrié groeide op in Batoeradja en woont
sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft Jack
Poirrié in Moesson over zijn perikelen.
mei 2015 15
Moesson #11 mei 2015.indd 15