INDONESIË werkloosheid onder de Chinese bevolking in de Ommelanden die zich rondzwervend door middel van roof en diefstal in leven hield. De VOC kwam al snel met drastische maatrege len: alle werkloze koelies zouden naar Ceylon worden overgebracht. Maar onder de koelies begon het gerucht dat de wrede VOC ze op volle zee overboord zou zetten. Er ontstond een opstand waarbij de omgeving rond Batavia werd geplunderd en platgebrand en ook op de stad zelf volgde een aanval die ternauwernood door de Europese bewoners kon worden afgeslagen. Batavia verkeerde in staat van beleg en wantrouwde de Chinezen binnen de muren, hoewel deze groep zich buiten de strijd had gehouden. Begin oktober 1740 drongen VOC troepen en Europese burgers de huizen en opslagplaatsen van de Chinezen binnen. Wat begon met huiszoekingen eindigde in een orgie van geweld die de kanalen in Batavia rood deed kleuren. De 5.000 Chinezen bin nen de muren kwamen om het leven. Daar naast werden er nog eens zo'n 5.000 koelies, die zich met inferieure wapens probeerden te verdedigen, afgeslacht. De VOC startte een onderzoek, maar besloot deze tragedie, die geschiedenis in zou gaan als de Chinezen- moord, in de doofpot te stoppen. Vrijwel direct na de moordpartij besefte de VOC dat de Chinezen onmisbaar waren voor de economische ontwikkeling van de stad en spoorde opnieuw Chinese handelaren en ambachtslieden aan naar Batavia te komen. Aan het einde van de acht tiende eeuw waren de Chinezen wederom de grootste bevolkingsgroep in Batavia. Er was hen echter geen plek meer gegund binnen de stadsmuren. Er werd een speciale wijk gecreëerd onder de naam Glodok, dat in het Sundanees 'ingang van het huis' betekent en verwijst naar de haven Sunda Kelapa als toegangspoort naar het vroegere koninkrijk Sunda. David: 'Mijn overgrootouders van beide kanten hebben in het verleden een Indonesi sche naam aangenomen. In Glodok hebben de meeste bewoners een Indonesisch-Chi- nese achtergrond. Ik spreek geen Mandarijn, hoewel ik wel op de hoogte ben van de Chinese tradities. Ik moet eerlijk zeggen dat het ontstaan van Glodok mij niet in detail is meegegeven. Ik weet wel dat wij als groep in het verleden vaak werden aangepakt, maar ik kijk liever vooruit dan achterom', verklaart David diplomatiek. Na de teloorgang van de VOC in 1795 kwamen de bezittingen van de compagnie in handen van de Nederlandse staat die uiter aard ook het onderste uit de kan wilde halen. In de periode van pakweg 1800 tot 1880 werd de landrente en het cultuurstelsel geïntrodu ceerd. Ook nu weer werden aan de Chinezen 'privileges' toebedeeld; als pachter en in het verwerven van tolgelden aan markten, ha vens en tolpoorten. Daarnaast kregen ze het gouvernementsmonopolie op de verkoop van opium en het organiseren van gokspelen. Via deze tussenfuncties brachten ze grote be dragen binnen voor het Nederlands-Indische gouvernement, maar verloren ze de sympa thie van de Indonesische bevolking. De Nederlanders onderhielden zelf een zeer ambivalente relatie met de Chinezen. Ze hadden de bovenlaag van deze groep hard nodig, als buffer en bij gebrek aan voldoende Europeanen in de kolonie, maar bestookten ze ook met een reeks aan vrijheidsbeper kende regels. In 1855 werden de Chinezen geclassificeerd als Vreemde Oosterlingen en verplicht om in afzonderlijke wijken te gaan wonen. Wat eerder als richtlijn gold, werd nu wettelijk vastgelegd. Daarnaast moesten de Chinezen zich op de Chinese manier kleden en mannen dienden een staart te dragen. Verder moesten ze een hogere belasting betalen en waren ze onder worpen aan het passenstelsel. Voor klein handelaren een crime: bij ieder district waar zij doorheen wilden reizen, moesten ze toe stemming vragen aan de autoriteiten. Stuk voor stuk maatregelen die de assimilatie van deze groep niet ten goede kwam en tot grote ontevredenheid leidde. Aan het begin van de twintigste eeuw zou de houding van deze bevolkingsgroep tegenover de koloniale regering drastisch veranderen. Net als de Indonesiërs begonnen ook de Chinezen meer en meer rechten te claimen. David: 'Ook in mijn tijd waren er voor Chinezen beperkende wetten. Zo mocht Imlek niet in het openbaar gevierd worden, de Chinese taal niet worden gesproken en kregen Chinezen een apart identificatiebe wijs. Pas na de val van de regering Soeharto in 1998 werden deze maatregelen weer te ruggedraaid. Mijn ouders en hun generatie genoten hebben altijd sterk aan de Chinese cultuur vastgehouden, maar ze hadden dan ook geen keuze.' 1998 was ook het jaar van een ware gewelds explosie tegen de Chinese gemeenschap. Door de Aziatische financiële crisis en de onrust in het land stegen de prijzen van basisproducten als rijst, olie en soja. 'Dat is misschien ook een kenmerk van de Chinese gemeenschap. Het maakt niet uit of je nou een derde generatie Chinees bent of hier al sinds generaties leeft. In crisis tijden worden we altijd als kambing hitam, als zondebok, naar voren geschoven. Maar hopelijk is dit iets uit het verleden, want de situatie lijkt te veranderen. Voor het eerst in de geschiedenis heeft Jakarta een Chinese gouverneur, Basuki Tjahaja Purnama, in de volksmond Ahok genaamd', vertelt David. Op 2 maart van dit jaar ging de meer dan 350 jaar oude Dharma Bhakti tempel in Glodok in vlammen op. De tempel vol rode en gouden kleuren, wierook, dikke kaarsen, stenen draken en mysterieuze beelden werd door het vuur verzwolgen. Slechts enkele beelden konden uit de vuurzee worden gered. Het jaar van het schaap, dat voor verdraagzaamheid en tolerantie staat, is slecht begonnen. In de Indonesische media laten prominente Chinezen weten de tempel weer snel op te zullen bouwen. Ze laten bij tegenslag het hoofd nooit hangen. juni 2015 23 Moesson #12 juni 2015 (nieuw).indd 23 20-05-15 13:49

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2015 | | pagina 23