iU
M
Er waren dagen in de hongerkampen, dat de maaltijd
Iedere maand vertelt een Moesson-lezer over zijn
of haar familie-poesaka. Dit keer Dolf Gogelein.
ei
*^5 '-S*,,
v V5^ V '"V™
POESAKA
Jfw»
Es?
verrassend voedzamer was dan anders: als er kedelé, sojabonen, ter beschikking stonden of dja-
goeng, mais. Vooral die eersten verteerden nauwelijks als je ze zonder kauwen doorslikte, zoals
helaas sommigen deden, gedreven door de honger. Mijn oude vader deed anders. Hij maalde elk
boontje zorgvuldig tot fijne brei. Want zijn tanden werden heel slecht, zodat hij genoodzaakt
was alles te laten trekken - huu, onverdoofd! Papa wist, hij moest wel zo malen, wilde hij het
meeste profijt hebben van de voeding. Daartoe had papa eens een stukje betonsteen gekregen
van een kampgenoot, de oude tandeloze heer Breton, die altijd zijn eten fijnwreef in zijn bord.
Vader noemde dat betonstukje sindsdien 'de tand van Breton'. Als je dat steentje van zo'n 5 cen
timeter ziet, zou je het meteen afvoeren met ander wegwerppuin. Het is niet mooi noch indruk
wekkend, maar ik bewaar het als herinnering aan mijn zorgvuldige vader, die aan die steen mede
zijn overleven heeft te danken heeft gehad. Daarom is het voor mij een poesaka geworden.
Heb je een voorwerp dat je koestert omdat het vertelt over je eigen Indische familiegeschiedenis? En wil je ook
in deze rubriek staan? Mail dan naar redactie@moesson.com of bel Moesson: 033 - 4 611 611.
juli 2015 25
Moesson #1 juli 2015.indd 25
24-06-15 12:26