INDONESIE De volgende dag is Usurem het doel en doordat het 's nachts geregend heeft, is het pad moeilijk begaanbaar. Door de goede schoenen en uitschuifbare wandelstok van gids Antoni heb ik toch voldoende grip op het pad. Wel val ik een paar keer op mijn billen en glij een stuk naar beneden. Je moet erg opletten waar je loopt en mijn blik is constant naar beneden gericht, maar geluk kig zijn er genoeg pauzes om van al het moois te genieten: groene flanken, de Danihuisjes, een kerk in de verte, prachtige wolkenpartijen en de ruige Baliem- en Mongirivier. Ik was van tevoren bang dat ik de Baliemrivier via stapstenen over moest steken, maar gelukkig is er een hangbrug. Hij wiebelt wel, maar alles is beter dan die stenen. Ondertussen weten de dragers dat ik vooral thee drink en bij de lunchstop wordt er hout en water verzameld om theewater te maken. 's Ochtends kookt kok Ali de lunch al: nasi met Smac. In Usurem is het huis van de chief mijn onderkomen. Gids Antoni deelt de meegebrachte cadeautjes uit en natuurlijk help ik. Hij geeft op mijn verzoek tandenpoetsinstructies en de kinderen die naar school gaan, krijgen een schrift en pen. De dames krijgen hun nylon voor het maken van de tasjes en lijken echt blij; volgens de drager zijn ze dat ook. Ik geloof hem, maar de gedachte dat het toch beleefdheid is, blijft in mijn achterhoofd hangen. Komen we iemand onderweg tegen, dan wordt er altijd gegroet, gevraagd hoe het gaat, waar de reis naar toe gaat, hoe lang men al op reis is, hoe lang de reis nog duurt en wat er meegenomen wordt in de tassen. De ene keer zijn het pakken noedels, maar een ande re keer is het een baby'tje of een varkentje. Tijdens de tocht naar Syokosimo moeten we veel met handen en voeten over hekjes en erfafscheidingen klimmen. In bijna elk dorp waar we langs trekken is de talk of the day dat er een vrouw is weggelopen met een andere man. In zo'n geval wordt doorgaans de boete bepaald door het dorpshoofd en meestal moet de bruidsschat terugbetaald worden: vijf varkens. De handel en het belang van de varkens is zo verbonden met de Dani-cultuur dat als een dorp zich bekeerd tot de islam (dat schijnen er inmiddels twee te zijn), de varkens toegestaan blijven. warm is het er echt niet en toch lopen er mannen naakt rond. Met peniskoker, dat wel. In de middag naar een grotere markt, nog meer zoete aardappelen, groenten en fruit, maar ook vis en andere beesten zoals gebakken hond. Op de varkensmarkt is het aardig druk en dan te bedenken dat de kooplieden met hun varkens dagenlang lopen om op de markt te komen. De 'vrouwenmarkt' was er ook, iets van alledag. Helaas groeit in Papua het aantal mensen met HIV en aids; de autoriteiten willen daar niets van weten. Van een lieve vriendin heb ik geld gekregen om te besteden aan mensen die het nodig hebben en ik ga helemaal los met shoppen: tandenborstels, tandpasta, wasmiddel, betadine, pleisters, parace tamol, hoesttabletten, nylon voor het haken van de bekende tasjes, voetballen, etc. Het zijn een hoop spullen en ze moeten allemaal mee met de trekking door de Baliem-vallei. Gelukkig wordt alles gedragen door de heren Lenus, Kornelus, Norius en Televisie. Ook pannen, eetge rei en slaapzakken moeten mee. Kok Ali en gids Antoni helpen met sjouwen. 't Eerste uur is een makkie: asfaltweg. Daarna wordt het pad smal, oneffen en af en toe moet ik klimmen over de erfafscheidingen. Beetje klimmen, beetje dalen. We blijven in de buurt van de rivier Baliem en er zijn gelukkig geen grote hoogteverschillen. Eerste overnachtingsplaats is Kilise en we gaan naar de buren om ondergedompeld te worden in de Dani-cultuur. Drie dames, dochters van de broer van de man van het huis, hebben voor de gelegenheid hun traditionele kleding aangedaan: rietenrokjes en één dame draagt een prachtig sieraad van schelpjes. Vroeger zeer kostbaar omdat schelpen van ver kwamen. Wat een mooie vrouwen, maar wat een hard leven hebben zij. De drie zussen bereiden de maaltijd, zoete aardappelen, op traditionele wijze en dat neemt zo'n twee uur in be slag. Natuurlijk heb ik uit dankbaarheid die zoete aardappel gegeten, maar het eten van kok Ali smaakt me later die dag toch iets beter: vooraf groentesoep, daarna tonijnsalade, rendang met rijst en gemengde groenten. Toe: banaan, passievruchten en mandarijnen. We slapen in de tent die opgezet wordt in het Dani-toeristenhuisje van planken met daarop een rieten dak. Moesson #1 juli 2015.indd 31 24-06-15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2015 | | pagina 31